Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 4 van 4 januari 2019 - Startbedrag geboorte

     

    Inhoudstafel

    Wettelijke basis: artikelen 9 en 10 van het decreet van 27 april 2018

    Vooraf

    De bedragen die in deze toelichtingsnota vermeld zijn, zijn de bedragen zoals ze voorkomen in het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid. Bij de betaling gelden uiteraard de geïndexeerde bedragen die op dat ogenblik van toepassing zijn.
     

    1. Situering

    • Het startbedrag geboorte is een eenmalig bedrag van € 1.100 dat wordt toegekend bij de geboorte van een eerste en volgend rechtgevend kind.
       
    • Het startbedrag kan op aanvraag vooraf worden uitbetaald. Als het startbedrag wordt betaald voor de geboorte dan spreken we van een voorafbetaling. Het kan ook worden uitbetaald na de geboorte van het kind, met of zonder aanvraag.
       
    • De aanvraag kan ingediend worden ten vroegste vanaf de 6de maand zwangerschap (na minstens 5 maanden, of ten vroegste 4 maanden voor de vermoedelijke geboortedatum) a.d.h.v.:
      • een aanvraag/aanvraagformulier;
        én
      • een gedateerd en ondertekend medisch attest met vermelding van de vermoedelijke geboortedatum. Het attest is enkel geldig als de datum van ondertekening na het begin van de 6e maand van de zwangerschap valt.

    2. Hoe aanvragen?

    Er zijn verschillende mogelijkheden:

    De aanvraag kan gebeuren op initiatief van de ouders:

    • vroeger dan de zesde maand zwangerschap;
    • vanaf de zesde maand zwangerschap;
    • na de geboorte van het kind, of een levenloos kind van 180 dagen.

    Het onderzoek kan ook ambtshalve worden ingesteld aan de hand van:

    • de mededeling van de inschrijving van het kind in het Rijksregister in een bestaand gezinsdossier;
    • een bericht in het kader van de procedure "gemiste kinderen"1  in een nieuw gezinsdossier. 

    3. Het onderzoek

    Het onderzoek bestaat uit de volgende stappen:

    • controle van de gegevens op de aanvraag/het aanvraagformulier;
    • geïntegreerd vooronderzoek in de GroeiPakket Applicatie (GPA);
    • aanvraag toewijzen, weigeren of doorsturen;
    • geldige aanvraag behandelen.

    3.1. Controle van de gegevens op de aanvraag/het aanvraagformulier

    Bij de ontvangst van een aanvraag controleer je of alle gegevens aanwezig zijn:

    • gegevens van de ouder(s): je hebt minstens de gegevens nodig van de zwangere persoon/moeder:
      • naam, familienaam;
      • adres of e-mailadres bij een digitale aanvraag;
      • INSZ-nummer;
      • rekeningnummer2 .
    • een gedateerd en ondertekend zwangerschapsattest met vermelding van de vermoedelijke geboortedatum.
       
     

    Gegevens

    Aanvraag op papier

    Digitale aanvraag - Burgerportaal

    Naam, familienaam

    Verplicht

    Verplicht

    INSZ-nummer

    Verplicht

    Verplicht

    Bankrekeninggegevens

    Verplicht

    Verplicht

    Ondertekend en gedateerd medisch attest

    Verplicht

    Verplicht

    Adresgegevens

    Verplicht

    Niet verplicht

    E-mailadres

    Niet verplicht

    Verplicht

    Bijkomende gegevens (tewerkstelling, erkenning handicap)

    Niet verplicht

    Niet verplicht

     

    Bij een aanvraag via het burgerportaal is er bij een eerste aanvraag geen E-ID nodig. De gegevens op de aanvraag worden immers gekwalificeerd door gegevens uit het Rijksregister.

    Dit is voldoende om een gezinsdossier op te starten en dus de begunstigdenkern te bepalen.

    Wanneer het kind al geboren is, moet je beschikken over de gegevens van het kind, namelijk voornaam, familienaam, INSZ-nummer, adres. Indien bepaalde gegevens ontbreken moet je bijkomende informatie opvragen. In afwachting kan het dossier al gecreëerd worden.

    Als alle gegevens aanwezig zijn, dient de aanvraag startbedrag geboorte behandeld te worden.

    Daartoe beginnen we met een geïntegreerd vooronderzoek.

    3.2. Geïntegreerd vooronderzoek in GPA

    Het vooronderzoek bestaat uit de verschillende opzoekingen in de Groeipakket Applicatie (GPA)3  waaruit we alle beschikbare gegevens zullen halen om te bepalen hoe en door welke entiteit verder gehandeld moet worden.

    Op basis van de resultaten kunnen we afleiden:

    • of Vlaanderen de bevoegde entiteit is;
    • of het kind bij de voorafbetaling aan de zwangere persoon voldoet aan de toekenningsvoorwaarden;
    • of er al een dossier bestaat bij de eigen uitbetalingsactor (UA) of een andere.

    De volgende gegevens en fluxen worden geraadpleegd4 :

    • beperkte wettelijke gegevens5 ;
    • (uitgebreide) wettelijke gegevens;
    • gezinssamenstelling;
    • gegevens in het vreemdelingenregister;
    • gegevens in het vluchtelingenregister.

    In de toelichtingsnota 2 wordt uitgelegd hoe in de praktijk kan worden vastgesteld of er aan de toekenningsvoorwaarde “gemachtigd om in België” te verblijven, is voldaan.

    Daarnaast gebeurt er een:

    • opzoeking in de eigen GPA: onderzoek of de persoon gekend is, ongeacht de rol die de persoon heeft;
    • opzoeking in het Vlaams Kadaster: opzoeking of de persoon gekend is bij een andere uitbetalingsactor (UA);
    • opzoeking in het gestructureerd Kadaster6 : opzoeking of de persoon gekend is in een andere entiteit.

    Op basis van de resultaten bepaalt de consulent of:

    • Vlaanderen bevoegd is;
    • de persoon voldoet aan de toekenningsvoorwaarden om een recht op het startbedrag geboorte binnen het Groeipakket te openen.

    Dergelijk onderzoek gebeurt in de loop van een dossier telkens bij:

    • raadpleging van een INSZ-nummer (= geïntegreerd vooronderzoek);
    • aanleg van een actor in een dossier (= Kadastercheck).

    3.3. Aanvraag toewijzen, doorsturen of weigeren

    3.3.1. Vlaanderen is de bevoegde entiteit

    Er is voldaan aan de toekenningsvoorwaarden van art. 8 van het decreet Groeipakket:

    • domicilie (van het kind of de moeder) in Vlaanderen;
    • de Belgische nationaliteit of bij gebrek daaraan de toelating of machtiging om in België te verblijven.

    Bij een aanvraag voorafbetaling moet de zwangere persoon of de begunstigde voldoen aan de toekenningsvoorwaarden.

    Indien het kind al geboren is bij de aanvraag, moet het kind voldoen aan de toekenningsvoorwaarden.

    -->Er bestaat een dossier in de eigen GPA

    Bepaal de begunstigdenkern en kijk of deze overeenkomt met de reeds bestaande:

    • de begunstigdenkern is dezelfde: je behandelt het dossier verder;
       
    • de begunstigdenkern is niet dezelfde: je creëert de nieuwe begunstigdenkern en behandelt het dossier verder.
    -->Er bestaat een dossier bij een andere uitbetalingsactor

    Bepaal de begunstigdenkern en kijk of deze overeenkomt met de reeds bestaande:

    • de begunstigdenkern is dezelfde: aanvraag doorsturen naar de andere uitbetalingsactor en de klant informeren; dit telt als een aanvraag tot wijziging van uitbetalingsactor;
    • de begunstigdenkern is niet dezelfde: dossier creëren met de nieuwe begunstigdenkern en dossier behandelen.

    -->Er bestaat nog geen dossier in Vlaanderen

    Bepaal de begunstigdenkern, registreer de aanvraag en creëer het dossier.
    Bij elke creatie van een actor in de GPA gebeurt nogmaals een check van de gegevens zoals het gebeurt in het geïntegreerd vooronderzoek.

    3.3.2. Vlaanderen is niet de bevoegde entiteit

    Als blijkt dat de persoon in een andere entiteit woont, sturen we de aanvraag door naar de andere deelentiteit. Indien die uitbetalingsactor in de andere entiteit niet in het gestructureerd Kadaster van de kinderbijslag kan worden teruggevonden, wordt de aanvraag voor verder gevolg doorgestuurd aan de instelling die de regulator in de bevoegde deelentiteit daartoe heeft aangewezen.  Deze instellingen vind je terug in de toelichtingsnota nr.3 over “vaststelling van de bevoegde deelentiteit”.

    3.3.3. De moeder en/of het kind zijn niet rechtgevend

    Indien de zwangere persoon, in geval van een aanvraag tot voorafbetaling, of het kind, in geval van een aanvraag na geboorte, niet rechtgevend zijn, dient deze afwijzing gemotiveerd te worden aan de aanvrager.

    Indien er geen bewijs is van Belgische nationaliteit en/of toelating of machtiging om in het Rijk te verblijven, moet het dossier geweigerd en de klant geïnformeerd worden over de reden hiervan.  Dit wordt nader toegelicht in het document “gemachtigd zijn om in België te verblijven of om zich er te vestigen”. 

    3.4. Behandeling van de verschillende aanvragen

    3.4.1. De aanvraag is te vroeg ingediend

    Als de aanvraag te vroeg is ingediend, wordt ze in wacht gezet “zonder aanmaak dossier”.  Er wordt voor deze uitzonderingssituatie niet automatisch een uitgaande brief getriggerd waarmee het zwangerschapsattest wordt opgevraagd. De consulent maakt voor zichzelf een taak aan, en contacteert het gezin (op de meest gerede wijze) om het attest op te vragen.  

    Na vijf maanden zwangerschap wordt het medisch attest opgevraagd. Bij ontvangst ervan start het onderzoek.

    Stel dat het medisch attest toch aan een andere uitbetalingsactor wordt bezorgd, dan geldt dit als de keuze om bij die andere uitbetalingsactor aan te sluiten. Het is dan ook die uitbetalingsactor die bevoegd is om het dossier samen te stellen en het startbedrag uit te betalen. De termijn van één jaar waarbinnen niet van uitbetalingsactor kan worden veranderd start in dat geval op de ontvangstdatum van het medisch attest.

    3.4.2. Ontvangst aanvraag vanaf 6de maand zwangerschap

    De aanvraag wordt geregistreerd in de GPA.

    De 8ste maand zwangerschap is nog niet bereikt (nog geen 2 maanden vóór de vermoedelijke geboortedatum):

    De consulent creëert de voorafbetaling in de GPA en zet deze in wacht tot het bereiken van de 8ste maand zwangerschap. De consulent creëert een taak.  De klant wordt geïnformeerd over de ontvangst van de aanvraag en de uitbetaling van de voorafbetaling vanaf de 8ste maand.

    De consulent gaat na of de bankrekeninggegevens gekend zijn. Indien niet gekend, worden deze alsnog opgevraagd bij de klant.

    Bij het bereiken van de 8ste maand ontvangt de consulent een taak dat de voorafbetaling automatisch door GPA kan worden uitgevoerd.
    Hierna gebeurt er een nieuwe cumulcontrole.

    Indien de situatie onveranderd is, en er nog steeds geen bankrekeninggegevens gekend zijn, gebeurt de betaling via circulaire cheque op naam van de begunstigde en worden de bankrekeninggegevens nogmaals opgevraagd bij de klant.

    3.4.3. De 8ste maand is reeds bereikt

    De consulent creëert de voorafbetaling in de GPA en kijkt na of de bankrekeninggegevens gekend zijn.

    • Indien gekend: voorafbetaling uitvoeren en klant informeren over de ontvangst van de aanvraag en de uitgevoerde voorafbetaling.
    • Indien niet gekend: betaling via circulaire cheque op naam van de begunstigde en bankrekeninggegevens opvragen bij de klant.​​​​​​​
    3.4.4. Opvolging

    --> Melding van de geboorte om de voorafbetaling te rechtvaardigen

    • We ontvangen een flux7  (via taak) met de melding van de geboorte binnen de 3 maanden

    Het kind wordt aangelegd in het dossier, waardoor er meteen een kadastercheck gebeurt.

    Uit de kadastercheck van het kind kan blijken dat:

    • er ondertussen een andere deelentiteit bevoegd is. Wat men dan moet doen, wordt in de rubriek bijzondere situaties uitgewerkt.
       
    • het kind niet voldoet aan de toekenningsvoorwaarden. In dit geval moet het startbedrag teruggevorderd worden. De te volgen werkwijze wordt in de richtlijnen over het schuldenbeheer uitgelegd.
    • We ontvangen een flux van geboorte voor een kind waarvoor er in een andere deelentiteit vooraf werd betaald

    Indien er een lager bedrag werd vooraf betaald, gaan we bijpassen tot 1.100 euro.  Indien er vooraf een hoger bedrag werd betaald dan 1.100 euro, dan kan er geen startbedrag worden toegekend.   Hoe dat in de praktijk moet gebeuren, wordt uitgelegd in de bijzondere situaties.

    • We ontvangen geen flux met de melding van de geboorte binnen de 3 maanden

    We vragen de klant om bijkomende informatie. Indien blijkt dat er een onderbreking van de zwangerschap is geweest, zie "Wat bij levenloos kind?" in de rubriek bijzondere situaties.

    Indien blijkt dat het kind geboren werd buiten België, moet het bewijs van geboorte, uitgaande van de bevoegde buitenlandse overheidsinstantie, worden opgevraagd.  Bij doodgeboorte in het buitenland (na 180 dagen zwangerschap) is eveneens een geboortebewijs van de bevoegde buitenlandse overheidsinstantie vereist of bij gebrek hiervan een medisch getuigschrift dat bevestigt dat de zwangerschap minstens 180 dagen heeft geduurd.

    Aanvragen voorafbetaling startbedrag geboorte in de periode van 01/10/2018 - 31/12/2018:

    • De volgen werkwijze wordt in de rubriek bijzondere situaties gepreciseerd.

    --> Ontvangst aanvraag na de geboorte8

    Het kind wordt aangelegd in het dossier, waardoor er meteen een kadastercheck gebeurt.

    De consulent gaat na of de bankrekeninggegevens gekend zijn.

    • Indien gekend: startbedrag geboorte uitbetalen.
    • Indien niet gekend: betaling via circulaire cheque aan de begunstigde en bankrekeninggegevens opvragen.

    Uit de kadastercheck van het kind kan blijken dat:

    • er een andere deelentiteit bevoegd is: aanvraag doorsturen naar andere entiteit en klant informeren;
    • het kind niet voldoet aan de toekenningsvoorwaarden: dossier weigeren en klant informeren.

    Deze procedure is ook van toepassing als er een melding van een nieuwe geboorte (mutatiebericht) wordt ontvangen in een bestaand dossier.

    3.5. Uitbetaling van het startbedrag geboorte

    Het startbedrag geboorte wordt bij een eerste geboorte (waarvoor een nieuwe begunstigdenkern dient gecreëerd te worden) uitbetaald aan de zwangere persoon. Bij een tweede of volgende geboorte wordt dit uitbetaald op de gekende bankrekening . Er wordt betaald op de eerstvolgende betaaldatum na vaststelling van het recht.

    De uitbetaling van het startbedrag geboorte of voorafbetaling gebeurt:

    • Op een bankrekening op naam van één van (of beide) begunstigde(n): voor de geldigheid van de bankrekeninggegevens gebeurt er een Febelfin controle.
      Indien geen Febelfin controle mogelijk (bv. buitenlandse rekeningnummer) moet er een Model W ingevuld worden.
      OF
    • via een circulaire cheque op naam van de begunstigde9  indien geen (geldige) bankrekeninggegevens.

    De Febelfin controle is in orde10 :

    • We betalen het startbedrag geboorte uit aan de begunstigde/zwangere persoon.

    De Febelfin controle is niet in orde:

    • Model W moet ingevuld worden door de bank.

    4. Bijzondere situaties

    4.1. Wat bij levenloos kind?

    Ook voor een levenloos kind kan er een startbedrag geboorte toegekend worden als:

    • het kind doodgeboren is: melding van geboorte levenloos kind.
    • indien dit attest niet kan worden voorgelegd en het gezin verklaart dat de zwangerschap meer dan 180 dagen heeft geduurd (bevestiging via doktersattest) moet het dossier voor verder gevolg doorgestuurd worden naar de dienst Preventieve Zorg van Kind & Gezin.​​​​​​​

    4.2. Toekenning van het startbedrag wanneer de zwangere persoon verhuist na de voorafbetaling van het kraamgeld of startbedrag, maar voor de geboorte van het kind

    Principe: het recht op startbedrag wordt vastgesteld op datum van de geboorte van het kind.  Een voorafbetaling voor de geboorte geldt als provisionele betaling en moet bijgevolg na de geboorte geregulariseerd worden.

    Deze regeling geldt eveneens wat betreft de voorafbetalingen uitgevoerd in het 4e kwartaal van 2018.

    Wettelijke woonplaats of feitelijke verblijfplaats van de zwangere persoon bij de voorafbetaling

    Wettelijke woonplaats of feitelijke verblijfplaats van kind op datum geboorte

    Vlaanderen

    Andere deelentiteit in België

    De betaling van het vooraf betaald startbedrag dient verrekend te worden met de uitbetalingsactor in de bevoegde deelentiteit:

    • is er in de andere deelentiteit slechts recht op een lager bedrag, dan dient men te vragen om het saldo in te houden op latere betalingen, is een inhouding niet mogelijk, dan dient men het saldo terug te vorderen van de begunstigde;
    • is er in de andere deelentiteit recht op een hoger bedrag, dan wordt na de verrekening de bijpassing door de uitbetalingsactor in de andere deelentiteit uitgevoerd.
     

    Andere deelentiteit in België

    Vlaanderen

    De betaling van het vooraf betaald startbedrag dient verrekend te worden met de uitbetalingsactor in de andere deelentiteit:

    • is er in de andere deelentiteit een hoger bedrag vooraf betaald, dan dient men het saldo in te houden op latere betalingen voor zover het om betalingen aan dezelfde begunstigden gaat11 ;
    • is er in de andere deelentiteit een lager bedrag vooraf betaald, dan wordt na de verrekening de bijpassing uitgevoerd.

    4.3. Betaling op een buitenlandse rekening

    Wanneer de begunstigden met woonplaats in België vragen om het startbedrag op een buitenlandse rekening te storten, is dit op zich geen indicatie van mogelijke domiciliefraude.

    De richtlijnen in de CO 1408 worden bevestigd. Er is geen automatische controle aan huis voorzien.

    Dit neemt niet weg dat de consulent een controle aan huis kan aanvragen als het dossier daarnaast andere aanwijzingen bevat dat het gezin buiten België woont. 

    4.4. Het kind wordt na de geboorte onmiddellijk geplaatst in een pleeggezin of in een instelling

    In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat het kind na de geboorte onmiddellijk geplaatst wordt en nooit bij de moeder heeft gewoond. Daarbij zijn de volgende situaties mogelijk:

    1. Het startbedrag is al vooraf betaald aan de zwangere persoon.
       
    2. Er gebeurde geen voorafbetaling.

    Wanneer nog geen voorafbetaling aan de moeder is uitgevoerd, moet het startbedrag aan de moeder uitbetaald worden. 

    4.5. Toekenning startbedrag - overgang van AKBW naar Groeipakket op 1 januari 2019

    De mogelijke situaties vanaf 1 oktober 2018 worden hierna in de tabel toegelicht.  Onderstaande tabel vormt een aanvulling op de CO 1421 van 13 september 2018.

    Situatie bij aanvraag voorafbetaling

    Bedrag voorafbetaling12

    Regularisatie n.a.v. de geboorte12

    Geboorte voorzien
    < 1/1/2019 en eerste geboorte of meerling

    Bedrag AKBW: € 1.272,52

    Geboorte < 1/1/2019: betaald bedrag OK.

    Geboorte ≥ 1/1/2019 geen recht op startbedrag. Op de voorafbetaling van het kraamgeld komen we niet terug.

    Geboorte voorzien
    < 1/1/2019 en tweede of volgende geboorte

    Bedrag AKBW: € 957,42

    Geboorte <1/1/2019: betaald bedrag OK.

    Geboorte ≥ 1/1/2019 te weinig betaald:  € 164,58 bijbetalen.

    Geboorte voorzien
    ≥ 1/1/2019 en eerste geboorte of meerling

    Bedrag Groeipakket:
    € 1.122

    Geboorte ≥ 1/1/2019: betaald bedrag OK.

    Geboorte < 1/1/2019: te weinig betaald: € 150,52 bijbetalen.

    Geboorte voorzien
    ≥ 1/1/2019 en tweede of volgende geboorte

    Bedrag AKBW: € 957,42

    Geboorte ≥ 1/1/2019: te weinig betaald: € 164,58 bijbetalen.

    Geboorte < 1/1/2019: betaald bedrag OK.

    Opmerking

    Stel dat een uitbetalingsactor, in strijd met de richtlijnen gegeven met de CO 1421 van 13 september 2018, in het 4e kwartaal 2018 voor een tweede of volgende geboren kind waarvan de geboorte voorzien is vóór 1 januari 2019 toch 1.122 euro kraamgeld vooraf betaald heeft en het kind ook effectief vóór 1 januari 2019 geboren is:  in die omstandigheid dient de betaling wel geregulariseerd te worden. Er dient dus 164,52 euro tegen geboekt te worden.  Aangezien het gaat om een fout waarvan de begunstigde zich normaal geen rekenschap kon geven, kan dit onterecht betaald bedrag niet teruggevorderd worden van de begunstigde (cfr. artikel 92 van het decreet van 27 april 2018).

    Volgende stap?

    Wanneer het kind in het dossier is gecreëerd en het startbedrag terecht werd uitbetaald, zal het recht op het basisbedrag vervolgens toegevoegd kunnen worden in het dossier.  

    Typebrieven

    Voor het onderzoek naar- en de toekenning van het startbedrag geboorte worden de volgende typebrieven voorzien:

    1. Weigering (geen recht, andere entiteit bevoegd) = algemene weigeringsbrief, of andere actor bevoegd.
    2. Aanvraag vanaf de 6° maand, maar kan nog niet worden betaald.
    3. Opvragen bankrekening.
    4. Effectieve uitvoering voorafbetaling.
    5. Betaling na de geboorte.
    6. Opvolging:  geen flux geboorte binnen 3 maanden => informatie opvragen.

    De brieven 2 en 6 dienen nog inhoudelijk ontwikkeld te worden.

    Daarnaast zijn er een aantal ad hoc bevragingen (bijzondere situaties, bv levenloos geboren kind,…). Daarvoor zijn op vandaag geen typebrieven voorzien.

     

    • 1Match van het Vlaams Kadaster met het Rijksregister van de natuurlijke personen (RNP) met als doel de kinderen die in Vlaanderen wonen en voor wie nog geen recht Groeipakket werd toegekend, op te sporen. Dit zal op regelmatigde basis gebeuren. Deze procedure voor het onderzoek van het recht voor deze “gemiste kinderen” zal in een aparte nota worden toegelicht.
    • 2Als geen bankrekening opgegeven wordt, wordt met een circulaire cheque betaald.
    • 3Alle nodige fluxen zijn beschikbaar in de GPA. De nodige gegevens worden uitsluitend opgezocht in de GPA. Er is geen alternatieve applicatie waarin opzoekingen kunnen of moeten gebeuren.
    • 4Indien het kind niet in de registers is ingeschreven, maar toch recht heeft op startbedrag dient een KSZ-nummer te worden aangemaakt om het vooronderzoek (verder) te kunnen uitvoeren.
    • 5Bij gebrek aan domicilie in België kan de feitelijke verblijfplaats in Vlaanderen met andere bewijzen aangetoond worden. Dit wordt uitgelegd in de toelichtingsnota 3 over “vaststelling bevoegde deelentiteit”. Daarbij kan ook het speciaal geboortebewijs om het kraamgeld te verkrijgen in aanmerking worden genomen.
    • 6In het gestructureerd Kadaster zijn alle gezinsbijslagdossiers van de andere deelentiteiten in België opgenomen met vermelding van de uitgevoerde betalingen.
    • 7Mocht de ontvangst van de flux van de geboorte vertraging oplopen, kan het speciaal geboortebewijs om het kraamgeld te verkrijgen, eveneens als basis in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het recht op gezinsbijslag. Er dient dan een bis-nummer te worden aangemaakt.
    • 8We herinneren eraan mocht de ontvangst van de flux van de geboorte vertraging oplopen, het speciaal geboortebewijs om het kraamgeld te verkrijgen, eveneens als basis in aanmerking kan worden genomen voor de vaststelling van het recht op gezinsbijslag. Er dient dan een bis-nummer te worden aangemaakt.
    • 9Aan de jongste begunstigde bij tweede gezamenlijk kind.
    • 10Voor deze eerste betaling is eveneens een betaling op eigen risico van de uitbetalingsactor mogelijk.
    • 11In de bijlage 1 bij de toelichtingsnota nr. 3 wordt uitgelegd onder welke voorwaarden inhoudingen op latere betalingen kunnen worden toegepast om een debet bij een uitbetalingsactor in een andere deelentiteit aan te zuiveren.
    • 12Deze bedragen zijn al geïndexeerd.
    Datum van afkondiging
    Top