Een selectieve participatietoeslag lager onderwijs kan worden toegekend aan een rechthebbende leerling als vermeld in artikel 24, die is ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon lager onderwijs, als de leerling gerechtigd is dat onderwijs te volgen overeenkomstig het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
§1. Aan een rechthebbende leerling als vermeld in artikel 24, wordt geen selectieve participatietoeslag lager onderwijs toegekend in een van de volgende gevallen:
1° in het schooljaar in kwestie is hij niet ingeschreven in een onderwijsinstelling als vermeld in artikel 29;
2° hij is ongewettigd afwezig geweest of niet voldoende aanwezig geweest;
3° tijdens het schooljaar uiterlijk 21 kalenderdagen na de datum van uitschrijving in het lager onderwijs is hij niet opnieuw in het lager onderwijs ingeschreven.
§ 2. Een leerling wordt tijdens een schooljaar geacht niet voldoende aanwezig te zijn als de leerling gedurende het schooljaar in kwestie 30 al dan niet gespreide halve schooldagen ongewettigd afwezig is geweest en het daaraan voorafgaande schooljaar hetzij eveneens 30 al dan niet gespreide halve schooldagen ongewettigd afwezig is geweest, hetzij minder dan 250 halve schooldagen aanwezig is geweest indien de leerling toen nog niet onderworpen was aan de leerplicht maar wel ingeschreven was in een kleuterschool.
§ 3. Een leerling in het lager onderwijs wordt geacht aanwezig te zijn als hij niet als ongewettigd afwezig is geregistreerd in het aanwezigheidsregister van de school.
Een leerling is ongewettigd afwezig wanneer deze problematisch afwezig is, zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van de leerlingen in het basisonderwijs.
§ 4. In afwijking van paragraaf 2 bepaalt de Vlaamse Regering het aantal halve schooldagen dat een leerling maximaal per schooljaar ongewettigd afwezig mag zijn, wanneer de erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon basisonderwijs, overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, over een afwijkende uurregeling beschikt.
§1. Om het recht op een selectieve participatietoeslag lager onderwijs vast te stellen, meldt het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming aan het agentschap Opgroeien regie:
1° welke leerlingen op de laatste schooldag van juni in een onderwijsinstelling als vermeld in artikel 29, zijn ingeschreven;
2° welke leerlingen in het lager onderwijs ongewettigd afwezig zijn geweest of niet voldoende aanwezig zijn geweest als vermeld in artikel 30, § 2 tot en met § 4;
3° welke leerlingen uiterlijk vijftien kalenderdagen na de datum van uitschrijving in het lager onderwijs niet opnieuw zijn ingeschreven in het lager onderwijs.
§2. Het agentschap Opgroeien regie meldt aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming het aantal kinderen dat selectieve participatietoeslagen lager onderwijs ontvangt.
§3. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de gegevens, vermeld in paragraaf 1 en 2, moeten worden meegedeeld.