Een kleutertoeslag wordt toegekend aan de leerling die aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1° de leerling heeft de Belgische nationaliteit, of de leerling van wie het bewijs niet geleverd wordt dat hij de Belgische nationaliteit bezit, toegelaten of gemachtigd is om in het Rijk te verblijven of er zich te vestigen overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
2° de leerling is ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon kleuteronderwijs, als de leerling gerechtigd is dat onderwijs te volgen overeenkomstig het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
De Vlaamse Regering kan algemene vrijstellingen van het eerste lid, 1°, bepalen.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere voorwaarden waaronder de kleutertoeslagen worden toegekend, inclusief het uitbetalingstijdstip, en bepaalt de nadere regels met betrekking tot deze toeslagen.