Dit artikel werd gewijzigd door decreet van 21 mei 2021 tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021)
§1. Als twee personen als begunstigden van de gezinsbijslagen, vermeld in deel 1 van boek 2, worden aangewezen, bepalen die begunstigden samen welke uitbetalingsactor de toelagen uitbetaalt.
De begunstigden bepalen ook samen aan wie van hen de toelagen, vermeld in het eerste lid, worden uitbetaald door de gekozen uitbetalingsactor. De toelagen kunnen worden uitbetaald aan hen samen of aan een van hen. Ze geven daarvoor een bankrekening op.
De keuze van de begunstigden, vermeld in het eerste en tweede lid, geldt voor alle toelagen in het kader van het gezinsbeleid die aan hen worden uitbetaald, en voor alle kinderen waarvoor ze samen begunstigden zijn.
§2. De begunstigden kunnen samen met een schriftelijk verzoek de uitbetalingsactor of de bankrekening wijzigen.
Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor is alleen ontvankelijk als er een minimale aansluiting van één jaar is bij de actieve uitbetalingsactor. De wijziging van uitbetalingsactor gaat in vanaf het eerste kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een ontvankelijk wijzigingsverzoek is ingediend.
De wijziging van bankrekening gaat ten laatste in vanaf de maand die volgt op de maand waarin de wijziging schriftelijk is doorgegeven.
§3. Elk van de begunstigden kan met een schriftelijk verzoek zijn toestemming voor de gekozen uitbetalingsactor of de gekozen bankrekening intrekken.
§4. Een wijziging van uitbetalingsactor heeft geen gevolgen voor een openstaande schuld bij de actieve uitbetalingsactor. De openstaande schuld volgt de wijziging van uitbetalingsactor. Bij verschillende schulden primeert de oudste schuld.
§5. Als de begunstigden geen uitbetalingsactor aanwijzen, vóór de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de gebeurtenis die aanleiding geeft tot het openen van het recht zich voordoet, neemt het agentschap de betaling van de betrokken toelagen vanaf die maand op. De begunstigden worden door het agentschap op de hoogte gebracht dat zij gedurende een termijn van drie maanden na de maand waarin de betrokken gebeurtenis zich voordeed, de keuze kunnen kenbaar maken om aan te sluiten bij een uitbetalingsactor. Deze uitbetalingsactor neemt de betalingen over van het agentschap de maand nadat de begunstigden hun keuze hebben gemaakt. Indien het agentschap binnen die termijn als uitbetalingsactor wordt gekozen, zet zij de betalingen verder.
Indien de begunstigden niet binnen de in het eerste lid vermelde periode een keuze voor een uitbetalingsactor hebben gemaakt, worden de begunstigden van rechtswege aangesloten bij het agentschap. De aansluiting van rechtswege heeft dezelfde gevolgen als vermeld in paragraaf 2, tweede lid.
Als beide begunstigden niet bepalen op welke bankrekening de toelagen, vermeld in paragraaf 1, aan hen moeten worden uitbetaald vóór de eerste van de maand die volgt op de maand waarin het recht is ontstaan, of als een van beide begunstigden zijn toestemming intrekt, worden de toelagen uitbetaald aan de jongste onder hen. De begunstigde kan een uitbetalingsactor van zijn keuze aanduiden, onder voorbehoud van het bepaalde inzake de minimale aansluiting van één jaar in paragraaf 2, tweede lid, van dit artikel. De begunstigde kan daarentegen wel degelijk een nieuw bankrekeningnummer kiezen onder toepassing van paragraaf 2, derde lid.
In afwijking daarvan en met behoud van de toepassing van artikel 67 wordt, als een van de werkelijke opvoeders een pleegzorger is als vermeld in artikel 59, §2, de toelage, vermeld in paragraaf 1, altijd uitbetaald aan de pleegzorger.
§6. De Vlaamse Regering legt de uitvoeringsregels vast voor de eerste uitbetalingen en de keuze van de bankrekening en bepaalt de voorwaarden voor de keuze van uitbetalingsactor, de mogelijke aansluiting van rechtswege en voor de overdracht tussen uitbetalingsactoren.
§7. Een afwijking van paragraaf 1, 2 en 5 is mogelijk als de bevoegde rechtbank daarover een uitspraak in het belang van het kind heeft gedaan. De bevoegde rechtbank kan in het belang van het kind oordelen dat de gehele gezinsbijslag of een deel ervan wordt uitbetaald op een rekeningnummer dat op naam van het rechtgevende kind staat. De meest gerede partij bezorgt de gerechtelijke uitspraak aan de uitbetalingsactor.