Kruimelpad
Artikel 68 Groeipakketdecreet
Tekst
Dit artikel werd gewijzigd door artikel 12 van het Decreet tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018
§ 1. Als een rechtgevend kind door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling wordt geplaatst, wordt de uitbetaling van de gezinsbijslagen, vermeld in deel 1 van boek 2, met uitzondering van het startbedrag geboorte en het startbedrag adoptie, verdeeld tussen de instelling en de begunstigden.
§ 2. De Vlaamse Regering bepaalt de toekennings- en verdelingsregels, vermeld in paragraaf 1, van de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in paragraaf 1, tussen de instelling en de begunstigden. De Vlaamse Regering kan hiertoe ook de overheid aanduiden aan wie het deel van de toelage bestemd voor de instelling dient te worden toegekend.
§ 3. Iedere belanghebbende, waaronder ook de instelling, de begunstigden en de bijslagtrekkende worden begrepen, die niet akkoord gaat met de bestemmingsregels tot aanwijzing van de begunstigden, kan de bevoegde rechtbank om een afwijking in het belang van het kind verzoeken. De bevoegde rechtbank kan in het belang van het kind oordelen dat de gehele gezinsbijslag die toekomt aan de begunstigde of een deel ervan wordt uitbetaald op een rekeningnummer dat op naam van het rechtgevende kind staat. De meest gerede partij bezorgt de gerechtelijke uitspraak aan de uitbetalingsactor.