De aanvragen om de gevolgen van de aandoening waaruit een specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, te laten vaststellen door een evaluerend arts worden ingediend bij de uitbetalingsactor door de begunstigden. De uitbetalingsactor bezorgt die aanvraag onmiddellijk aan het agentschap Opgroeien regie.
Het agentschap Opgroeien regie bezorgt onmiddellijk na de ontvangst van de aanvraag, vermeld in artikel 11, een inlichtingenformulier aan de begunstigden.
De begunstigden bezorgen het ingevulde inlichtingenformulier aan het agentschap Opgroeien regie. Ze kunnen medische of sociale verslagen bij het inlichtingenformulier voegen.
§ 1. Het agentschap Opgroeien regie verzamelt de nodige medische informatie of sociale en andere verslagen om de gevolgen vast te stellen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit.
Als de begunstigden de informatie en gegevens die het agentschap Opgroeien regie aan hen vraagt, niet bezorgen binnen vijfenveertig dagen nadat het agentschap Opgroeien regie het inlichtingenformulier heeft verzonden, stuurt het agentschap Opgroeien regie een herinnering. Als de begunstigden niet reageren op de voormelde herinnering binnen vijfenzeventig dagen nadat het agentschap Opgroeien regie de herinnering heeft verzonden, sluit het agentschap Opgroeien regie het dossier af. Het agentschap Opgroeien regie deelt de begunstigden en de uitbetalingsactor mee dat het dossier zonder gevolg is afgesloten.
§ 2. De evaluerend arts verricht de vaststelling, vermeld in artikel 10, op grond van de bezorgde informatie.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2 baseert de evaluerend arts zich voor de vaststelling, vermeld in artikel 10, op de bezorgde informatie en een gesprek met het kind en de personen die de toestand van het kind kennen, als de begunstigden zich verzetten tegen de voormelde vaststelling alleen op grond van de bezorgde informatie.
Als de begunstigden zich conform het eerste lid verzetten, stuurt het agentschap Opgroeien regie aan de begunstigden een uitnodiging om de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, te laten vaststellen door een evaluerend arts. Als geen gevolg gegeven wordt aan de voormelde uitnodiging, baseert de evaluerend arts zich voor de vaststelling, vermeld in artikel 10, alleen op de beschikbare informatie en gegevens.
Als het kind zich om medische redenen niet kan verplaatsen, kan het gesprek, vermeld in het eerste lid, ter plaatse worden gehouden.
De begunstigden voor het kind en het kind zelf kunnen zich bij het gesprek, vermeld in het eerste lid, laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, conform de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
§ 4. Als de evaluerend arts niet over voldoende elementen beschikt om een vaststelling vermeld in artikel 10, te kunnen doen, deelt hij dat mee aan het agentschap Opgroeien regie. Op basis van de voormelde mededeling deelt de uitbetalingsactor aan de begunstigden de beslissing mee dat ze geen recht hebben op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.".
Het agentschap Opgroeien regie wijst via een digitale toepassing waarin het agentschap Opgroeien regie voorziet, aan de evaluerend arts een opdracht toe om de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, vast te stellen. De evaluerend arts deelt het resultaat van de vaststelling, vermeld in artikel 6, §5, mee aan het agentschap Opgroeien regie. Het agentschap Opgroeien regie bezorgt dat resultaat aan de uitbetalingsactor.
Op basis van de vaststelling van de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, vermeld in het eerste lid, beslist de uitbetalingsactor of er recht is op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, vermeld in artikel 16, §1, van het Groeipakketdecreet van 2018. Hij begroot die toeslag conform artikel 9 van dit besluit. De uitbetalingsactor deelt de beslissing tot toekenning of weigering van de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, alsook de periode en het bedrag van de toeslag mee aan de begunstigde of begunstigden.
§ 1. In afwijking van artikel 13 evalueert het agentschap Opgroeien regie de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit alleen op grond van de bezorgde informatie als uit die informatie blijkt dat de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, een van de diagnoses betreft die worden vastgesteld, na onderzoek door expert-deskundigen, op voorwaarde dat de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, geen onderdeel vormt van meervoudige aandoeningen die niet op de voormelde lijst met diagnoses voorkomen.
§ 2. De evaluatie, vermeld in paragraaf 1, kan worden toegepast als de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, een van de diagnoses, vermeld in het tweede lid, betreft, op voorwaarde dat die informatie de minimale gegevens bevat die toelaten om de ondersteuningsbehoefte vast te stellen, die zijn opgenomen in bijlage 3 die bij dit besluit is gevoegd.
De diagnoses, vermeld in het eerste lid, zijn:
- autismespectrumstoornis (ASS) of aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD);
- licht mentale retardatie (IQ tussen 55 en 70);
- matig mentale retardatie (IQ tussen 40 en 55);
- ernstig mentale retardatie (IQ lager dan 40);
- diabetes type 1;
- gehoorbeperking ondanks afdoend gebruik van hulpmiddelen;
- totaal gehoorverlies zonder restgehoor (Cophose);
- beperking ondanks afdoend gebruik van hulpmiddelen;
- blindheid.
Het feit dat een rechtgevend kind door weigering van behandeling aanleiding zou kunnen geven tot de toekenning van een, eventueel hogere, zorgtoeslag voor een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte, wordt vastgesteld door de evaluerend arts. Het agentschap Opgroeien regie bezorgt die vaststelling aan de uitbetalingsactor. Op basis van die vaststelling weigert de uitbetalingsactor de zorgtoeslag voor die kinderen.