Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 595 van 13 juli 2006 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de verzekeringsinstellingen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor kinderen met een handicap, van rechtgevenden die in een bepaalde mate voldoen aan de medisch-sociale voorwaarden en van de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag

    Als bijlage vindt U een verklaring en een eenmalige verklaring die de verklaringen opgenomen in de omzendbrief nr. 587 d.d. 28 oktober 2004 vervangen.

    A. VERKLARING

    Aan de hand van de verklaring kunnen de verzekeringsinstellingen het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, de forfaitaire tegemoetkoming voor chronisch zieken en de sociale maximumfactuur vaststellen.
    De verklaring laat eveneens toe om de betrokkene in te schrijven als minder-valide of wees of om hem deze hoedanigheid te laten behouden.

    De verklaring dient zoals voorheen jaarlijks gedurende de eerste helft van november1 bezorgd te worden en bestrijkt telkens de periode vanaf 1 november van het vorige jaar tot 31 oktober van het lopende jaar.

    Om gerechtigd te zijn op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming dient het kind de medische voorwaarden van lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 % te vervullen die toelaten het recht te openen op bijkomende kinderbijslag overeenkomstig artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslagen voor loonarbeiders of artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen2 .
    In de nieuwe regeling komt de ongeschiktheid van minstens 66 % overeen met minstens 4 punten in de eerste pijler.
    Het is hierbij niet vereist dat er effectief kinderbijslag wordt uitbetaald. Het gaat om gevallen waarbij men niet tot de uitbetaling van de bijkomende kinderbijslag kan overgaan omdat bijvoorbeeld de jongere met een handicap een niet toegelaten activiteit uitoefent of omdat er geen rechthebbende aanwezig is. De leeftijdsgrens van 21 jaar blijft vanzelfsprekend behouden.

    Ten aanzien van de overgangsmaatregel van de maximumfactuur in functie van de sociale categorie van de rechthebbende (sociale MAF), geldt dat, wat de kinderbijslagregeling betreft, cumulatief moet voldaan zijn aan twee voorwaarden:

     a) op 4 juli 2002 geniet het kind bijkomende kinderbijslag uit hoofde van zijn handicap;
     b) het kalenderjaar waarin de maximumfactuur wordt toegekend omvat een periode tijdens welke een beslissing tot toekenning van bijkomende kinderbijslag uitwerking heeft.

    Wat de voorwaarden betreft om gerechtigd te zijn op de forfaitaire tegemoetkoming voor chronisch zieken wordt verwezen naar de toelichting hierover bij de éénmalige verklaring.

    Op de verklaring wordt via de voetnoten verduidelijkt welke gegevens dienen vermeld te worden in de kolommen (door aankruising, vermelding van periode of vermelding van datum).

    Naast de globale verklaring waarvan hoger sprake, zullen de nieuwe gevallen van kinderen die in de verklaring dienen te worden opgenomen3 zoals voorheen gesignaleerd worden door middel van dezelfde verklaring, dadelijk over te maken aan de betrokken families.

    B. EENMALIGE VERKLARING

    Het koninklijk besluit van 3 oktober 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 heeft een wijziging aangebracht aan de voorwaarden van het statuut van chronisch zieke. Op grond van dit statuut wordt een forfaitaire tegemoetkoming voor chronisch zieken toegekend.

    Een persoon wordt voortaan voor een bepaald kalenderjaar als een rechthebbende met een chronische ziekte beschouwd als:
    a) het totaal van de persoonlijke aandelen die door hem daadwerkelijk ten laste zijn genomen voor verstrekkingen die tijdens het betrokken kalenderjaar en tijdens het kalenderjaar daarvoor zijn uitgevoerd een bepaald bedrag per jaar bereikt;
    b) en hij zich in de loop van het betrokken kalenderjaar in een bepaalde situatie bevindt waaronder 'voldoen aan de voorwaarden om recht te geven op de verhoogde kinderbijslag overeenkomstig artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders of overeenkomstig artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslagen ten voordele van de zelfstandigen'. Bijgevolg kan het statuut van chronisch zieke voortaan worden toegekend aan kinderen die minstens 66 % ongeschiktheid, minstens 4 punten in de eerste pijler of minstens 6 punten over de drie pijlers heen scoren, ongeacht of er effectief kinderbijslag wordt uitbetaald.

    De versoepeling van de voorwaarden om gerechtigd te zijn op de forfaitaire tegemoetkoming voor chronisch zieken heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2003.

    Daarom dienen de gezinnen zo spoedig mogelijk in het bezit te worden gesteld van deze eenmalige verklaring.
    Op deze verklaring dient de informatie te worden vermeld die voorheen niet vermeld werd op de verklaring zoals opgenomen in de ministeriële omzendbrief nr. 587 dd. 28 oktober 2004 en omwille van de voormelde versoepeling van de voorwaarden vanaf 1 mei 2003 nu wel dient vermeld te worden. Op de éénmalige verklaring volstaat het bijgevolg ten aanzien van de oude regeling alleen de kinderen te vermelden die in de loop van de periode vanaf 1 mei 2003 tot 31 oktober 2005 voldeden aan de voorwaarde van 66 % lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid maar geen bijkomende kinderbijslag genoten.
    Deze verklaring is bijgevolg éénmalig, daar de betreffende informatie in de toekomst voor de periode vanaf 1 november 2005 dient verstrekt te worden in de laatste kolom van de globale jaarlijkse verklaring.

    Op de eenmalige verklaring wordt via de voetnoten verduidelijkt welke gegevens dienen vermeld te worden in de kolommen (aankruisen voor de drie vermelde periodes).
    Men kan vaststellen dat de drie periodes niet altijd dezelfde begin- en einddatum hebben, alhoewel reglementair telkens een kalenderjaar als referentieperiode geldt.
    Dit heeft te maken met enerzijds het feit dat de wijziging uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2003 en anderzijds het feit dat vanaf november 2006 de mededeling van deze gegevens via de globale verklaringen in de loop van de maand november dient te gebeuren.

    IN 'T KORT :
    • Samenwerking met de verzekeringsinstellingen
    • Aanpassing van de modellen van verklaring
    • Wijziging van de voorwaarden voor het statuut van chronisch zieke
    • 1De eerste maal in de eerste helft van november 2006.
    • 2Artikel 37, § 19, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994:
      ''5° de kinderen, ingeschreven als gerechtigden, die, op grond van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 %, de medische voorwaarden vervullen om het recht te openen op kinderbijslag waarvan het bedrag is verhoogd overeenkomstig artikel 47 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslagen voor loonarbeiders of krachtens artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, en hun personen ten laste, alsmede de kinderen, ingeschreven ten laste van de in artikel 32 en 33 bedoelde gerechtigden, die op grond van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % de medische voorwaarden vervullen om het recht te openen op bovenbedoelde kinderbijslagen.''
    • 3Het gaat om rechtgevenden op bijkomende kinderbijslag, kinderen die in een bepaalde mate voldoen aan de medisch-sociale voorwaarden om bijkomende kinderbijslag te kunnen genieten en kinderen die wees worden van vader en moeder.
    Top