De erkende vluchteling/subsidiaire bescherming
Tekst
Voorbeelden
Voorbeeld 1
Een vader komt in België aan met zijn dochter (5 jaar). Hij dient op 25/12/2019 een verzoek in om internationale bescherming voor zichzelf en zijn dochter. Hij ontvangt een attest van immatriculatie dat geldig is van 26/12/2019 tot 26/04/2020. Het AI werd 1 x verlengd tot 26/08/2020. Tijdens de procedure hebben zij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Op 15/08/2020 worden betrokkenen erkend als vluchteling. Op 25/08/2020 wordt de A-kaart geldig tot 15/08/2025 uitgereikt.
Zijn dochtertje voldoet op 31/12/2019 aan de nationaliteits- of verblijfsvoorwaarde voor de selectieve participatietoeslagen voor het schooljaar 2019-2020.
Voorbeeld 2
Een moeder komt in België aan met haar zoon (14 jaar). Zij dienen op 25/12/2019 een verzoek in om internationale bescherming. Zij ontvangen een attest van immatriculatie dat geldig is van 26/12/2019 tot 26/04/2020. Het AI werd 1 x verlengd tot 26/08/2020 .Tijdens de procedure hebben zij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Zij worden niet erkend als vluchteling maar krijgen het statuut van subsidiaire beschermeling op 31/07/2020 en ontvangen een A-kaart die geldig is van 15/09/2020 tot 31/07/2025.
De zoon heeft verblijfsrecht vanaf 31/07/2020 en voldoet op 31/12/2019 niet aan de nationaliteits- of verblijfsvoorwaarde voor de selectieve participatietoeslagen voor het schooljaar 2019-2020. Hij zal wel voldoen voor het schooljaar 2020-2021.
Voorbeeld 3
Een jongeman van 18 diende op 25/12/2019 een verzoek in om internationale bescherming. Hij ontvangt een attest van immatriculatie dat geldig is van 26/12/2019 tot 26/04/2020. Tijdens de procedure heeft hij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Hij wordt niet erkend als vluchteling, noch als subsidiaire beschermeling.
De 18 jarige had nooit verblijfsrecht. Hij voldoet op 31/12/2019 niet aan de nationaliteits- of verblijfsvoorwaarde voor de selectieve participatietoeslagen voor het schooljaar 2019-2020.