De bevoegdheden van de toezichthouders en de uitoefening van het toezicht worden geregeld door het decreet van 19 januari 2018 houdende het overheidstoezicht in het kader van het welzijns- en gezondheidsbeleid.
In afwijking van het eerste lid, zijn de bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 3, artikel 13, 14 en 16, van het voormelde decreet, niet van toepassing op de gezinsinspecteurs.