Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

996/99 van 5 augustus 2011 - Trimestrialisering van de sociale toeslagen

    Dit document biedt antwoorden op verschillende vragen gericht aan onze dienst Administratief Toezicht en onze dienst Bemiddeling. Het bevat verduidelijkingen bij het praktisch beheer van de dossiers en concretiseert de theoretische principes uiteengezet in de diverse omzendbrieven (van de Rijksdienst of ministeriële). Het vormt ook het vierde luik van de informatie over de sociale toeslagen verspreid aan de kinderbijslaginstellingen via e-mail op 1 maart 2011.
    Als bijlage bij dit document vindt u ook de eerste drie luiken, zodat alle antwoorden op vragen over sociale toeslagen van de betaalinstellingen in een enkel document gegroepeerd zijn.

    I. Aandachtspunten

    • Een recht kan maar getrimestrialiseerd zijn als dit recht bestaat.

    Als een werknemer die geen recht op kinderbijslag opent voor ten minste een kind in februari zijn arbeidsovereenkomst beëindigt en geen ander statuut heeft, zal geen trimestrialisering mogelijk zijn. Als er op 15 maart een kind komt in het gezin van X, kan bijgevolg geen kinderbijslag worden toegekend uit hoofde van X. Als een werknemer echter een recht op kinderbijslag opent voor ten minste een kind, zijn arbeidsovereenkomst beëindigt in februari en vervolgens geen ander statuut heeft, kan het recht op kinderbijslag worden getrimestrialiseerd tot en met de maand juni. Als er dan op 15 maart een kind komt in het gezin van X, kan er kinderbijslag voor dit kind worden toegekend uit hoofde van X.

    • Om een recht te kunnen openen voor een kind uit hoofde van een rechthebbende moeten de socioprofessionele voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van de rechthebbende gedurende de referentiemaand, maar er moet ook een band zijn met het kind op basis van artikel 51 §3 KBW (zie punt II, situaties 1 en 2).
    • De trimestrialisering van het basisrecht en van de toeslag hangt af van de voorwaarden vervuld door de rechthebbende en niet door het kind. Het recht van het kind kan bijgevolg nooit doorlopen na het einde van het recht van de rechthebbende. Als er kinderbijslag kan toegekend worden voor een kind dat in het gezin komt van een rechthebbende wiens recht in juni ten einde loopt (geen enkel statuut meer vanaf 15 februari), dan kan er dus enkel kinderbijslag voor dit kind worden toegekend tot eind juni uit hoofde van deze rechthebbende.
    • De referentiemaanden voor het bepalen van het vertrekpunt van de trimestrialisering worden bepaald naar gelang de trimestrialisering betrekking heeft op een nieuw of een voortgezet recht:

    De referentiemaand van het nieuw recht is de maand waarin de gebeurtenis valt.

    De referentiemaanden van het voortgezet recht zijn februari, mei, augustus en november.

    De trimestrialisering heeft betrekking op het lopende en het volgende kwartaal.

    Men moet rekening houden met de meest voordelige situatie in de referentiemaand.
    Als de rechthebbende of de bijslagtrekkende op een bepaald moment tijdens de referentiemaand de voorwaarden vervult om recht te hebben op sociale toeslagen (hoedanigheid van rechthebbende met persoon ten laste of voorwaarden voor de eenoudertoeslag) kan het recht getrimestrialiseerd worden tot het einde van het volgende kwartaal. Dit betreft zowel de kinderen die al deel uitmaken van het gezin als die aanwezig in het gezin gedurende de hele periode gedekt door de trimestrialisering of enkel een deel ervan.

    De trimestrialisering van de eenoudertoeslag kan enkel gebeuren voor dezelfde bijslagtrekkende. Bij een verandering van bijslagtrekkende (met onmiddellijke uitwerking als de verandering valt op de eerste dag van een maand, uitwerking uitgesteld tot volgende maand als de verandering valt op een andere dag van de maand) hangt het eventuele behoud van de nieuwe toeslag af van de situatie van de nieuwe bijslagtrekkende.

    • De overeenstemming tussen de trimestrialisering van de basisschaal en die van de toeslag is totaal, d.w.z. dat dezelfde regels voor de trimestrialisering van de basisschaal worden toegepast voor de trimestrialisering van de toeslagen zonder afbreuk te doen aan de regels van toepassing op situaties voor de eenoudertoeslag.

    Opmerkingen: De volgende aandachtspunten gelden zonder afbreuk te doen aan de voorrangsregels.

    II. Tabel met de verschillende vragen en de oplossingen.

    Sommige vragen werden gesteld met verwijzing naar de toepassing van de MO 599. Deze vraag moet niet meer gesteld worden: als de trimestrialisering van het basisrecht en van het recht op de toeslag strikt geregeld zijn, vloeit de toepassing van de MO 599 er vanzelf uit voort.

    Zie tabel

    Top