Informatienota 1987/12: - De CO 1154 van 25 november 1985 en de toepassing van de art. 48 en art. 62, §4 G.W.

Wat in de CO 1154 dd. 25 november 1985 wordt uiteengezet in verband met werkzoekende rechtgevende kinderen, geldt evenzeer voor de andere categorieën van rechtgevende kinderen.

In het voorbeeld van een kind dat vanaf 16 september 1985 studies hervat, terwijl het gedurende de eerste helft van die maand nog minstens 80 uren heeft gewerkt, is er met toepassing van art. 12 van KB van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt en art. 48 G.W., geen recht op kinderbijslag voor de maand september 1985.

De toekenning van kinderbijslag voor die maand zou immers resulteren in een miskenning van voormelde artikelen.

Als men aanneemt dat met toepassing van art. 48 G.W. het recht op kinderbijslag als student een aanvang neemt op 1 september 1985, dient men consequent ook aan te nemen dat de beletselen tot toekenning van de kinderbijslag ten behoeve van een student - hier schorsing van het recht ten gevolge van een winstgevende activiteit van minstens 80 uren per maand - ook gelden vanaf 1 september 1985.

Bron: Brief Juridische Studiën. Ref.: E6384/K33 dd. 6 november 1986.