Kruimelpad
Informatienota 1990/15: - Toepassing van art. 63, 2de lid G.W. - Rustpensioen dat niet hoger is dan het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Tekst
Bij toepassing van art. 63, 2e lid G.W. betreffende de kinderbijslag voor werknemers mag het in art. 63, 1e lid, 2° G.W. bedoelde arbeidsongeschikt kind, o.m. geen rustpensioen genieten dat hoger is dan het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, behalve indien dit pensioen voortvloeit uit een tewerkstelling of een toestand bedoeld in art. 63, eerste lid, 2°, onder b tot g.
Een kinderbijslagfonds stelt de vraag welke het grensbedrag is van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden dat bedoeld wordt in art. 63 G.W. aangezien er verschillende bedragen zijn, naargelang de gezinstoestand en het al dan niet bestaan van een handicap van minstens 65% bij één van of bij beide echtgenoten.
Uit inlichtingen ingewonnen bij de Rijksdienst voor Pensioenen (kenmerk: RVP/692/341/322/RMJ/5307/166) blijkt dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden samen met de eventuele andere pensioenvoordelen wordt uitgekeerd door middel van een enkele assignatie. Op de titel wordt geen vermelding aangebracht of er al dan niet een gewaarborgd inkomen is begrepen.
Aangezien het bedrag van het gewaarborgd inkomen wordt verminderd met een bedrag gelijk aan 90% van de toegekende pensioenen is de som van de toegekende pensioenbedragen en het gedeeltelijk gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoger dan het basisbedrag gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Het zijn dan ook de pensioendiensten in concreto die zullen moeten meedelen of de gehandicapte al dan niet een rustpensioen geniet dat hoger is dan het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
In geval van twijfel,is het dan ook aangeraden de pensioendiensten te raadplegen.