Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1991/6: - Toepassing van CO 1233 van 3 augustus 1990 met betrekking tot het academisch en wetenschappelijk personeel.

    Volgend geval is door een kinderbijslagfonds voorgelegd.

    De heer X is professor aan de Faculté Saint Louis te Brussel. Daarnaast oefent hij het beroep van advocaat uit.
    Volgens de verklaring van de universiteit is betrokkene werkzaam à 150 uur per academiejaar. Zelf verklaart betrokkene dat zijn zelfstandig beroep als advocaat wekelijks 40 à 70 uur beslaat.
    Daarom moet zijn ambt als professor aangemerkt worden als een bijberoep.
    Conform CO 1233, punt D, 1, b, belopen zijn prestaties 150 : 9 = 16 uur.
    Geldt hier het forfaitair bedrag van de hoofdelijke bijdrage op grond van art. 78 G.W. en, zo niet, welk bedrag of aantal dagen moet in aanmerking genomen worden?

    Antwoord van de directie Controle. Ref.: D03904/11/4/SB

    Rekening houdend met art. 78 G.W. wordt de forfaitaire maandelijkse bijdrage, in vervanging van de dagelijkse bijdrage gevraagd, wanneer een bij art. 77 G.W. beoogd persoon, tenminste 15 werkelijk gepresteerde (of gelijkgestelde) dagen of 80 werkelijk gepresteerde (of gelijkgestelde) uren in de loop van de maand kende.

    Wanneer aldus op grond van art. 2, al. 2 van KB van 10 juli 1990 dagelijkse bijdragen verschuldigd zijn, moet niettemin de dagelijkse bijdrage vervangen worden door een forfaitaire, wanneer het aantal (gelijkgestelde) arbeidsdagen of arbeidsuren de norm van art. 78 G.W. bereikt.
    Een ander standpunt innemen zou kunnen betekenen dat er in sommige gevallen zelfs meer dan de forfaitaire bijdrage moet worden gevraagd, hetgeen ons inziens de bedoeling niet is.

    Top