Kruimelpad
Informatienota 1992/20: - Echtgenoten vennoten tewerkgesteld in landbouwvennootschappen. - Art. 141 G.W.
Tekst
Een kinderbijslagfonds wordt geconfronteerd met aanvragen om kinderbijslag als werknemer voor personen die onder de juridische vorm van "landbouwvennootschappen" onderworpen zouden zijn aan het volledige stelsel van de sociale zekerheid.
Beide werkende echtgenoten die de vennoten van een landbouwvennootschap uitmaken, zouden als loontrekkende de bijdragen betalen.
Wordt, in dergelijk geval vermoed, dat betrokkenen een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan, zodat een systematische bevraging bij de RSZ inzake de onderworpenheid als loontrekkende, onnodig is.
Antwoord dd. 10 juli 1992, van de RSZ. Ref.: B 288/Inf/47-14/EH/G54 (uittreksel)
In antwoord op uw brief van 18 mei 1992 delen wij U mee dat inzake de onderwerping van echtgenoten-vennoten van een landbouwvennootschap geen algemeen geldend standpunt kan ingenomen worden. Voor de betrokkene bestaat alleszins geen vermoeden dat zij met de vennootschap zouden verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geeft er dan ook de voorkeur aan dat de kinderbijslagfondsen die worden geconfronteerd met aanvragen om kinderbijslag voor personen die als echtgenoten-vennoten tewerkgesteld zijn in een landbouwvennootschap, deze gevallen afzonderlijk aan de Rijksdienst zouden voorleggen.