Kruimelpad
Informatienota 1993/11: - Toepassing van art. 70 G.W. - Openbare overheid.
Tekst
De CO 1025 van 23 juni 1976 preciseerde wat onder openbare overheid moet worden verstaan.
Onder gepersonaliseerde diensten, opgericht, gefinancierd en beheerd, hetzij door het Rijk, hetzij door de provinciën, hetzij door de gemeenten, om uitsluitend of hoofdzakelijk een opdracht van openbare onderstand en/of sociale bescherming van de jeugd te vervullen hoort inzonderheid het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, opgericht bij het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. (KB nr. 81 van 10 november 1967)
Dit fonds komt tussenbeide in de kosten van huisvesting, onderhoud en opvoeding, van gehandicapten opgenomen in erkende inrichtingen, tehuizen of diensten. (cf. CO 1025)
Rekening houdend met de overdracht van bepaalde materies aan de Gemeenschappen, worden deze doelstellingen thans op verschillende wijze door de Gemeenschappen gerealiseerd.
Voor de Franse Gemeenschap, regelt het Besluit van de Executieve van 9 februari 1987 de uitvoering van het voormeld KB nr. 81.
Vragen:
I. De Vlaamse Gemeenschap heeft met het decreet van 27 juni 1990 een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap opgericht.
Het Besluit van de Vlaamse Executieve van 24 juli 1991 regelt de bepalingen inzake de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale integratie van personen met een handicap.
De vraag is of dit Fonds onder punt I, a) 4° van de CO 1025 kan worden erkend, en dus moet beschouwd worden als een openbare overheid in de zin van art. 70 G.W.?
II. Het RIZIV is een parastatale van het sociaal zekerheidsstelsel. Als dusdanig werd het nooit als een openbare overheid in de zin van art. 70 G.W. erkend.
Het RIZIV blijkt echter in bepaalde gevallen op eenzelfde wijze de kosten van huisvesting, onderhoud en opvoeding van gehandicapten in erkende inrichtingen, tehuizen of diensten te dragen.
Men kent twee inrichtingen die van dergelijke maatregel genieten, nl. het Centre Arthur REGNIERS en La Ferme du Soleil. De tussenkomst van het RIZIV is gelijk aan of hoger dan de tussenkomst voorzien in het Fonds 81.
In een dergelijk geval komt het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten niet meer tussen op grond van art. 48 van het Besluit van de Executieve van 9 februari 1987.
Het RIZIV eist momenteel een tussenkomst in de kosten van 97fr. per dag.
Aangezien het RIZIV hier de opdracht overneemt van bovenvermeld Fonds is de vraag of het als een openbare overheid moet beschouwd worden en bijgevolg de bepalingen van art. 70 G.W. moeten toegepast worden?
Antwoord van de Directie Juridische Studiën van 21 mei 1992. Ref.: E2187/Contr./FN/PA (Uittreksel)
In verband met de eerste vraag met betrekking tot het VLAAMS FONDS VOOR DE SOCIALE INTEGRATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP, beperken we ons tot de vaststelling dat het Besluit van de Vlaamse Executieve van 17 juli 1991 stelt dat dit alle opdrachten, rechten en verplichtingen ontvangt die door het K.B. nr. 81 van 10 november 1967 toevertrouwd waren aan het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, voorzover die onder de bevoegdheid vielen van de Vlaamse gemeenschap.
Wanneer de nieuwe instelling handelt in het raam van de opdrachten die vroeger waren toevertrouwd aan het Fonds 81 moet ze beschouwd worden als een openbare overheid in de zin van art. 70 G.W. (cf. CO 1025).
In verband met uw tweede vraag: na contact met het Centre Arthur REGNIERS blijkt dat deze instelling inderdaad geen enkele tussenkomst van het Fonds 81 geniet, ten minste wat betreft de sectie met de gehandicapte patiënten geboren na 1 juli 1966 (nieuw art. 63 G.W.).
Op basis van de reeds vermelde CO 1025, lijkt het ons niet mogelijk om het RIZIV te beschouwen als een openbare overheid zoals bedoeld in art. 70 G.W.
Deze omzendbrief, die met name het Fonds 81 vermeldt, betreft de al dan niet gepersonaliseerde diensten, opgericht, gefinancierd en beheerd, hetzij door het Rijk, hetzij door de provincies, hetzij door de gemeenten, om uitsluitend of hoofdzakelijk een opdracht van openbare onderstand en/of sociale bescherming van de jeugd te vervullen.
Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, opgericht op staatsinitiatief, lijkt ons geenszins een dergelijke opdracht te vervullen.
Enerzijds berustte de oprichting ervan duidelijk op bezorgdheid om het goede beheer van een sector van de sociale zekerheid die verband houdt met het verzekeringsstelsel en anderzijds valt het toepassingsveld van de wetgeving inzake het ziekte- en invaliditeitsrisico, vanuit het standpunt van de bedoelde personen, duidelijk buiten het raam van de jeugd.
Daarnaast is de vraag gesteld of het bepaalde in het KB nr. 81 van 10 november 1967 tot oprichting van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg, nog -van toepassing was voor de Duitstalige Gemeenschap.
Antwoord v70/1004/RNB/FDC/VMan Sociale Voorzorg dd. 9 maart 1993. Ref.: 5705/93/M.1.2./DC/3058 (Uittreksel)
Ik heb de eer u te laten weten dat het KB nr. 81 van 10 november 1967 tot oprichting van een fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten opgeheven is voor de Duitstalige gemeenschap door art. 40, 2° van het decreet van 19 juni 1990 tot oprichting van een Dienststelle der Deutschprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap alsmede voor de bijzondere sociale bijstandsverlening).
Deze dienst, die voor alle personen met een handicap die hun woonplaats hebben in het Duitse taalgebied een taak vervult die vergelijkbaar is met die van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg, lijkt mij te kunnen worden aangemerkt als een openbare overheid als bedoeld in art. 70 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.