Kruimelpad
CO 1372 van 25 juni 2008 - Programmawet (1) van 8 juni 2008 en wet houdende diverse bepalingen (I) van 8 juni 2008
Tekst
De programmawet van 8 juni 2008 die een jaarlijkse leeftijdsbijslag invoert en de wet houdende diverse bepalingen (I) van 8 juni 2008 tot bepaling van de aansluiting van instellingen zoals het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (IFAPME) of het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) die tussenkomen als derden die de bezoldiging van werknemers en de daarbij horende sociale bijdragen betalen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2008 (kopie als bijlage).
Hierbij vindt u de nodige informatie voor de toepassing van deze maatregelen
Artikel 44ter uit Kinderbijslagwet werknemers
Artikel 70bis uit Kinderbijslagwet werknemers
1. De jaarlijkse leeftijdsbijslag
1.1. De programmawet en zijn algemene reikwijdte
De toekenning van een jaarlijkse leeftijdsbijslag is een bekende maatregel in de regeling van de werknemers sedert de invoering in 2007 van een artikel 50quinquies in de Kinderbijslagwet1 . Het bijzondere kenmerk van deze bijslag was meer bepaald dat hij werd toegekend voor kinderen van 6 tot 17 jaar. De onderrichtingen betreffende deze maatregel werden gegeven in de CO 1368 van 12 juni 2007, die geldig blijft voor het dienstjaar 2007.
De programmawet van 8 juni 2008 heft artikel 50quinquies, KBW op en bekrachtigt de toekenning van een jaarlijkse leeftijdsbijslag door de invoering van een artikel 44ter in de Kinderbijslagwet. Deze maatregel heeft een grotere reikwijdte dan de vorige, omdat hij op termijn de toekenning bepaalt van een jaarlijkse bijslag voor alle categorieën van rechtgevende kinderen.
1.2. Kenmerken van de jaarlijkse leeftijdsbijslag
Praktisch leidt de nieuwe maatregel niet tot een aanzienlijke wijziging ten opzichte van de toekenning van de jaarlijkse toeslag, tenzij in die zin dat het recht op de bijslag geopend wordt voor nieuwe categorieën van rechtgevende kinderen.
Net zoals voor het dienstjaar 2007 hangt de toekenning van de nieuwe bijslag af van de toekenning van een recht op kinderbijslag. De betaling van de uitkeringen zal echter gelijktijdig gebeuren, en niet langer afzonderlijk.
a. Categorieën van rechtgevende kinderen en bedragen
Er zijn vier categorieën van rechtgevende kinderen aan wie bedragen worden toegekend:
Kinderen van 0 tot 5 jaar maximum in het jaar van betaling2 : | 25,00 EUR in 20093 |
Kinderen van 6 tot 11 jaar maximum in het jaar van betaling4 : | 53,06 EUR |
Kinderen van 12 tot 17 jaar maximum in het jaar van betaling5 : | 74,29 EUR |
Kinderen van 18 tot 25 jaar maximum in het jaar van betaling6 : | 25,00 EUR in 2008 en 20097 |
50,00 EUR in 20108 | |
75,00 EUR in 20119 | |
100,01 EUR in 201210 |
b. Toekenning samen met die van de kinderbijslag voor de maand juli
De jaarlijkse leeftijdsbijslag verhoogt de kinderbijslag voor de maand juli van het jaar van betaling. Hij wordt betaald in augustus tegelijk met de kinderbijslag voor de maand juli.
Hieruit vloeit voort dat als er geen recht op kinderbijslag is voor de maand juli, er logisch gezien ook geen jaarlijkse leeftijdsbijslag zal betaald worden voor het jaar in kwestie.
In dit verband moet bijzondere aandacht geschonken worden aan de toekenning van de jaarlijkse bijslag:
- voor het geboortejaar van een rechtgevend kind: als de geboorte valt vóór 1 juli wordt de jaarlijkse bijslag toegekend, maar als de geboorte na 30 juni valt ontvangt het kind de bijslag niet;
- voor het jaar waarin het kind 25 jaar wordt11 : als het 25 wordt vóór 1 juli, en alle voorwaarden om kinderbijslag te ontvangen vervuld zijn, dan is er geen recht op de jaarlijkse bijslag, maar als het 25 wordt na 30 juni wordt de bijslag toegekend.
c. Jaarlijkse leeftijdsbijslag wanneer kinderbijslag is verschuldigd aan een bijslagtrekkende voor kinderen geplaatst in een instelling en andere niet
In de situaties bedoeld in artikel 70bis, tweede lid, KBW moet de jaarlijkse leeftijdsbijslag beschouwd worden als eigen aan het kind en wordt bijgevolg uitgekeerd aan de bijslagtrekkende(n) die het opvoedt/opvoeden. De bijslag komt dus niet bij de globale hoeveelheid uitkeringen die proportioneel moeten verdeeld worden, net zoals de maandelijkse leeftijdstoeslagen (art. 44 en 44bis, KBW) en de toeslagen voor gehandicapte kinderen (art. 47 KBW).
d. Jaarlijkse leeftijdsbijslag in een internationale context
Aangezien de jaarlijkse leeftijdsbijslag een vorm van kinderbijslag is, valt hij binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van de Europese Verordening 1408/71. Hieruit vloeit voort dat:
- als het Belgisch recht is aangeduid als enig recht of als voorrangsrecht voor de maand juli, dan wordt de jaarlijkse leeftijdsbijslag betaald in België of uitgevoerd;
- als het Belgisch recht maar aanvullend is voor de maand juli, dan moet rekening gehouden worden met het integrale verschuldigde bedrag (kinderbijslag + jaarlijkse leeftijdsbijslag) voor de berekening van de verschilbetaling.
Voorbeeld: Een moeder werkt in Frankrijk en woont er met het rechtgevend kind. De vader werkt in België. België voert kinderbijslag uit naar rato van he t verschil tussen het bedrag verschuldigd in België en het bedrag toegekend door Frankrijk. In juli zal het bedrag van de kinderbijslag in België hoger zijn wegens de toekenning van de jaarlijkse leeftijdsbijslag, terwijl het bedrag van de kinderbijslag in Frankrijk ongewijzigd blijft. Het door België betaald verschil zal voor de maand juli dus hoger zijn. Wanneer Frankrijk in september de "prime de rentrée scolaire" betaalt, moet hiermee enkel rekening gehouden worden voor de berekening van de eventuele verschilbetaling voor de maand september.
e. Motivering
Voor de betaling van de jaarlijkse leeftijdsbijslag moet geen bijzondere kennisgeving gericht worden aan de sociaal verzekerde.
1.3. Inwerkingtreding
De uiteengezette maatregel treedt in werking op de dag van verschijning in het Belgisch Staatsblad. Voor het jaar 2008 betreft de betaling van de jaarlijkse leeftijdsbijslag enkel de kinderen van 6 tot 25 jaar.
1.4. Praktische maatregelen
1.4.1. Boeking en opname in de financiële aangifte
Voor de boeking van de jaarlijkse bijslag bedoeld in artikel 44 ter KBW worden de volgende twee rekeningen aan het boekhoudplan van de vrije kinderbijslagfondsen toegevoegd:
Fr
46052 Supplément d'âge annuel - art. 44 ter
46352 Supplément d'âge annuel - art. 44 ter
Nl
46052 Jaarlijkse leeftijdsbijslag - art. 44 ter
46352 Jaarlijkse leeftijdsbijslag - art. 44 ter
1.4.2 Statistische aangifte
Vanaf het tweede semester 2008 zijn er 3 categorieën van jaarlijkse leeftijdsbijslag voorzien:
- 6-11 jaar: 53,06 EUR;
- 12-17 jaar: 74,29 EUR;
- 18-24 jaar: 25 EUR in 2008 en 2009, 50 EUR in 2010, 75 EUR in 2011 en 100,01 EUR in 2012.
Vanaf het eerste semester 2009 is er een bijkomende categorie van jaarlijkse leeftijdsbijslag:
- 0-5 jaar: 25 EUR;
De statistische tabellen zullen worden aangevuld met deze bijkomende leeftijdsgroepen.
Artikel 15 uit Kinderbijslagwet werknemers
2. Aansluiting van instellingen die tussenkomen in de hoedanigheid van betalende derde ten opzichte van de socialezekerheidsverplichtingen
De wet houdende diverse bepalingen (I) van 8 juni 2008 vult de Kinderbijslagwet aan met een organisatorische maatregel op basis waarvan openbare instellingen zoals het IFAPME of het VIZO, die de bezoldiging van het personeel tewerkgesteld in sommige opleidingscentra integraal betalen, zich kunnen aansluiten bij een kinderbijslagfonds in de plaats van de betrokken centra.
Aangezien de inwerkingtreding van deze bepaling niet uitdrukkelijk is voorzien, wordt ze effectief op de tiende dag na de verschijning van de tekst in het Belgisch Staatsblad.
- 1Te noteren valt dat voor de kinderen van 6 tot 17 jaar een verhoging van de leeftijdstoeslagen werd toegepast voor het jaar 2006. Deze maatregel werd niet genomen in de vorm van een aanpassing van de wetgeving, maar via het koninklijk besluit van 20 juli 2006 tot verhoging van de leeftijdstoeslagen bedoeld in de artikelen 44 en 44bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag, BS., 27 juli 2006.
- 2Komt overeen met de wettelijke categorie van kinderen die nog geen 5 jaar zijn op 31 december van het kalenderjaar vóór dat waarin de toeslag verschuldigd is.
- 3Dit bedrag zal geïndexeerd worden op het moment van de betaling.
- 4Komt overeen met de wettelijke categorie van kinderen van ten minste 5 jaar op 31 december van het kalenderjaar vóór dat waarin de toeslag verschuldigd is en die op die datum nog geen 11 jaar zijn.
- 5Komt overeen met de wettelijke categorie van kinderen van ten minste 11 jaar op 31 december van het kalenderjaar vóór dat waarin de toeslag verschuldigd is en die op die datum nog geen 17 jaar zijn.
- 6Komt overeen met de wettelijke categorie van kinderen rechtgevend op basis van artikel 62 of artikel 63 zoals opgesteld sedert de wijziging door de wet van 27 februari 1987, ten minste 17 jaar op 31 december van het kalenderjaar vóór dat waarin de toeslag verschuldigd is.
- 7Dit bedrag zal geïndexeerd worden op het moment van de betaling.
- 8Idem.
- 9Idem.
- 10Idem.
- 11Het recht van de rechtgevende eindigt als hij 25 wordt. De kinderbijslag voor de maand waarin de 25ste verjaardag valt is verschuldigd op basis van art. 4.