Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 522 van 27 april 1993 - Beroep op de toegankelijke informatiegegevens van het Rijksregister - Vrijstelling van mededeling van de wijzigingen die invloed hebben op het recht op kinderbijslag

     

    I. Verplicht beroep op de toegankelijke informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen

    1. Wettelijke bepalingen

    Het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van bepalingen van de wet van 4 april 1991 tot regeling van het gebruik van de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen door ministeriële diensten en door de instellingen van sociale zekerheid die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 1993. Overeenkomstig artikel 1, §2 van dit besluit treden de artikelen 5 tot 8 van voormelde wet in werking op 1 juli 1993.

    Artikel 5 van voormelde wet van 4 april 1991 voegt in de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders het artikel 173 quater in dat bepaalt dat:

    "De kinderbijslaginstellingen en de ministeriële diensten die belast zijn met de uitvoering van deze wetten, zijn gehouden zich tot het Rijksregister van de natuurlijke personen te richten om de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, te bekomen of wanneer ze de juistheid van deze informatiegegevens nagaan.

    Het beroep doen op een andere bron is slechts toegestaan in de mate dat de nodige informatiegegevens niet bij het Rijksregister kunnen bekomen worden".

    2. Toegankelijke informatiegegevens bij het Rijksregister

    De informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen zijn de volgende:
    1° de naam en voornamen;
    2° de plaats en datum van geboorte;
    3° het geslacht;
    4° de nationaliteit;
    5° de hoofdverblijfplaats;
    6° de plaats en datum van overlijden;
    7° het beroep;
    8° de burgerlijke staat;
    9° de samenstelling van het gezin,

    en de opeenvolgende wijzigingen die aan deze informatiegegevens worden aangebracht met de datum waarop zij uitwerking hebben.

    Deze informatiegegevens zijn te bekomen voor elke effectieve of mogelijke rechthebbende, bijslagtrekkende of rechtgevende op kinderbijslag die in het Rijksregister ingeschreven is.

    3. Verplichtingen van de kinderbijslaginstellingen

    3.1. Instellingen die toegang hebben tot het Rijksregister en deelnemen aan het communicatienetwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

    Overeenkomstig artikel 173 quater, eerste lid van voormelde samengeordende wetten, zijn de instellingen die de toelating hebben om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister er vanaf 1 juli 1993 toe gehouden zich te richten tot het Rijksregister om informatiegegevens te bekomen die opgenomen zijn onder punt 2 en noodzakelijk zijn voor de toepassing van de wetgeving inzake kinderbijslag of wanneer ze de juistheid van deze informatiegegevens nagaan. Zij dienen er zich van te onthouden aan de sociaal verzekerden en de gemeentebesturen informatiegegevens te vragen die opgenomen zijn onder punt 2.

    Deze verplichting geldt echter niet in de gevallen dat deze informatiegegevens niet kunnen bekomen worden bij het Rijksregister.

    Het bekomen van deze informatiegegevens bij het Rijksregister, zal door bemiddeling van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid geschieden en worden ondersteund door de oprichting van een primair en secundair netwerk zoals hierna beschreven.

    3.1.1. Organisatie van het primair netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

    De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers en de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten beschikken over een rechtstreekse verbinding met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, die de betrekkingen tussen deze instellingen en het Rijksregister coördineert.

    De uitwisseling van de gegevens tussen deze primaire instellingen en het Rijksregister gebeurt door bemiddeling van het Verwijzingsrepertorium van de Kruispuntbank; dit Repertorium duidt ondermeer aan welke primaire instelling beschikt over sociale gegevens van persoonlijke aard aangaande een rechthebbende, een bijslagtrekkende of een rechtgevend kind.

    3.1.2. Organisatie van het secundair netwerk van de Kruispuntbank voor de sector van de kinderbijslag voor werknemers

    Als lid van het primair netwerk van de Kruispuntbank is de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers de beheersinstelling van het secundair netwerk dat samengesteld is uit de erkende vrije kinderbijslagfondsen, de bijzondere kinderbijslagfondsen en de werkgevers bedoeld in artikel 18bis van de samengeordende wetten.
    De Kruispuntbank verspreidt door bemiddeling van de Rijksdienst aan deze fondsen en werkgevers de informatiegegevens die opgenomen zijn onder punt 2.

    Het sectorieel repertorium, namelijk het Nationaal Repertorium van de kinderbijslag van de Rijksdienst, duidt aan welke instelling een dossier bezit over welke persoon.

    3.2. Instellingen die toegang hebben tot het Rijksregister doch nog NIET deelnemen aan het communicatienetwerk van de Kruispuntbank.

    De instellingen die gemachtigd zijn toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en nog niet deelnemen aan het communicatienetwerk van de Kruispuntbank zijn ertoe gehouden zich rechtstreeks te richten tot het Rijksregister voor wat betreft de informatiegegevens opgenomen onder punt 2 die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of het onderzoek van de rechten inzake kinderbijslag of wanneer ze de juistheid van deze informatiegegevens nagaan.

    Zij dienen zich voor de toepassing van de wetgeving inzake kinderbijslag ervan te onthouden zich tot de sociaal verzekerden en de gemeentebesturen te richten, behalve in de gevallen dat deze informatiegegevens niet bij het Rijksregister kunnen worden bekomen.

    Zij zijn ertoe gehouden de nodige maatregelen te treffen teneinde artikel 173 quater, eerste lid, van de samengeordende wetten toe te passen vanaf 1 juli 1993.

    3.3. Instellingen die geen toegang hebben tot het Rijksregister

    Alleen de instellingen die geen toegang hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister zullen gemachtigd zijn, overeenkomstig artikel 173 quater, tweede lid, van de samengeordende wetten, zich tot de gemeentebesturen of de sociaal verzekerden te richten teneinde de informatiegegevens opgenomen onder punt 2 te bekomen of er de juistheid van na te gaan.

    3.4. Beroep op een andere informatiebron dan het Rijksregister

    Het beroep op een andere informatiebron dan het Rijksregister, namelijk de sociaal verzekerde of het gemeentebestuur, is voor de instellingen die toegang hebben tot het Rijksregister slechts toegelaten in de uitzonderlijke gevallen dat de inlichting niet kan worden bekomen bij het Rijksregister.
    Wanneer de informatiegegevens bekomen bij de sociaal verzekerde het nagaan van de juistheid ervan bij de gemeentebesturen noodzakelijk maken, zal aan deze laatsten een schriftelijke vraag worden gericht die dient gemotiveerd te zijn, het bekomen informatiegegeven moet weergeven en de bron ervan dient te vermelden.

    II. Vrijstelling van mededeling van de wijzigingen die invloed hebben op het recht op kinderbijslag

    4. Nieuwe bepalingen

    Artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 december 1992 tot regeling van het gebruik van de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, in het raam van de wetgeving betreffende de kinderbijslag voor werknemers en de gewaarborgde gezinsbijslag (B.S. van 22 januari 1993) vult, met uitwerking op 1 juli 1993, artikel 1 aan, van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot vaststelling van de verplichting om elke wijziging die de toekenning of de betaling van de gezinsbijslag in de kinderbijslagregeling voor werknemers kan beïnvloeden, mede te delen.

    Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 april 1984 bepaalt dat:

    "De rechthebbende en de bijslagtrekkende zijn ertoe gehouden onmiddellijk de bevoegde kinderbijslaginstelling op de hoogte te brengen van elk element, met uitzondering van de inwerkingtreding van een nieuwe wettelijke of reglementaire bepaling die op hen betrekking zou kunnen hebben, dat van aard is een wijziging te brengen in de toekenning of de betaling van de gezinsbijslag.

    Voor zover ze hierover werden ingelicht overeenkomstig het derde lid, zijn de rechthebbende en de bijslagtrekkende er evenwel van vrijgesteld de bevoegde kinderbijslaginstelling onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging van de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en toegankelijk voor deze instelling, voor zover ze deze wijziging hebben medegedeeld aan de bevoegde gemeentelijke administratie.

    De bevoegde kinderbijslaginstelling vermeld in het repertorium bedoeld in artikel 6, tweede lid, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, brengt de rechthebbende en de bijslagtrekkende die in die hoedanigheid in voormeld repertorium zijn opgenomen op de hoogte dat ze genieten van deze vrijstelling".

    5. Mededeling aan de fondsen van de gezinswijzigingen die invloed hebben op het recht op kinderbijslag

    De wijzigingen aangebracht aan één van de negen gegevens opgenomen onder punt 2 betreffende de rechthebbenden, de bijslagtrekkenden of rechtgevenden op kinderbijslag die opgenomen zijn in het Verwijzingsrepertorium van de Kruispuntbank zullen, via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden medegedeeld:
    1° aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten voor zijn rechthebbenden, bijslagtrekkenden en rechtgevende kinderen;
    2° aan de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers en, door bemiddeling van het secundair netwerk, beheerd door deze Rijksdienst, aan de erkende vrije kinderbijslagfondsen, aan de bijzondere kinderbijslagfondsen en aan de werkgevers bedoeld in artikel 18bis van de samengeordende wetten voor hun rechthebbenden, bijslagtrekkenden en rechtgevende kinderen.

    6. Informatie over de vrijstelling

    Elke instelling die aangesloten is op het primair of secundair netwerk zal bij toepassing van artikel 1, derde lid, van voormeld koninklijk besluit van 12 april 1984 zijn rechthebbenden en bijslagtrekkenden bedoeld in punt 5 ervan in kennis stellen dat zij vrijgesteld zijn om haar de wijzigingen aan één van de gegevens van het Rijksregister mede te delen voor zover zij deze wijziging aan hun gemeentebestuur hebben gemeld.

    Deze vrijstelling betreft noch de aanvragen om kinderbijslag noch andere inlichtingen dan deze waarvan het Rijksregister kennis heeft, noch de informatiegegevens die niet toegankelijk zijn.

    III. Uitvoering van de nieuwe bepalingen

    De instellingen die bevoegd zijn inzake kinderbijslag worden gevraagd aan de Dienst kinderbijslag van het departement de moeilijkheden mede te delen die ze zouden kunnen ontmoeten bij de toepassing van de nieuwe bepalingen.

    Top