Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 527 van 7 juni 1993 (cf. MO 415 van 4 mei 1983) - Eerste addendum van 20 februari 1997; samengevoegd (uittreksel)

    Artikel 51 uit Kinderbijslagwet werknemers

    Ik heb de eer U mede te delen dat ik, op grond van artikel 51, vierde en vijfde lid1 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, ingevoegd door artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 122 van 30 december 19822 , na het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers te hebben ingewonnen, besloten heb dat de werknemer recht heeft op kinderbijslag voor de in zijn gezin geplaatste kinderen, welke niet zijn bedoeld in artikel 51, tweede lid 8°3 , van de reeds vermelde geordende wetten indien dit kind in zijn gezin is geplaatst:

    1° hetzij door bemiddeling van een erkende of betoelaagde dienst voor gezinsplaatsing;

    2° betzij door bemiddeling van een betoelaagd adoptiewerk, en op voorwaarde dat deze plaatsing in het gezin wordt bevestigd in een behoorlijk getekende en gedateerde verklaring vanwege de betrokken dienst of het betrokken werk.

    "In de Franse Gemeenschap verstaat men onder:

    1. Dienst voor plaatsing in gezinnen, de dienst erkend bij toepassing van het decreet van 14 mei 1987 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan de personen en diensten belast met de begeleiding van maatregelen voor de jeugdbescherming en het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 7 december 1987 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan de personen en diensten belast met begeleidingsmaatregelen voor de jeugdbescherming.

    2. Erkende adoptie-instelling, de instelling erkend bij toepassing van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd en van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1991 betreffende de erkenning van de adoptie-instellingen, gewijzigd bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 juni 1992 en 27 oktober 1992.

    In de Vlaamse Gemeenschap verstaat men onder :

    1. Dienst voor plaatsing in gezinnen, de dienst erkend bij toepassing van de decreten betreffende de bijzondere jeugdbijstand gecoördineerd bij het besluit van de Vlaamse Executieve van 4 april 1990, en het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

    2. Adoptiedienst, de dienst erkend bij toepassing van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten en bet besluit van de Vlaamse Executieve van 31 januari 1990 tot ultvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten."

    Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft:

    1. (...) verstaat men onder dienst voor plaatsing in gezinnen, de dienst erkend bij toepassing van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 houdende oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap alsmede voor de bijzondere sociale bijstandsverlening.

    2. Onder een betoelaagde dienst voor gezinsplaatsing wordt verstaan een dienst voor gezinsplaatsing die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij het ministeriëel besluit van 15 mei 1973 tot vaststelling van de vereisten waaraan de diensten voor plaatsing in gezinnen behoren te voldoen om aanspraak te kunnen maken op de toelagen overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen. (B.S. van 15 juni 1973).

    3. Onder erkende dienst voor gezinsplaatsing dient te worden verstaan de dienst die erkend is overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten. (B.S. van 30 januari 1971 en 6 april 1971).

    4. Onder betoelaagd adoptiewerk dient te worden verstaan het adoptiewerk betoelaagd overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 september 1958 tot regeling van het verlenen van toelagen aan adoptiewerken (B.S. van 9 oktober 1958) zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 maart 1960 (B.S. van 9 mei 1960).

    Artikel 51 uit Kinderbijslagwet werknemers

    De ministeriële omzendbrief nr. 527 van 7 juni 1993, aangevuld door een eerste addendum van 20 februari 1997, kent een algemene afwijking toe voor het recht op kinderbijslag voor kinderen die geplaatst zijn door bemiddeling van een dienst voor plaatsing in gezinnen of door bemiddeling van een adoptiedienst of -instelling. Dit is een aanpassing van de ministeriële omzendbrief nr. 415 ten gevolge van de overdracht van de bevoegdheden aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.

    Dit tweede addendum actualiseert de ministeriële omzendbrief met betrekking tot de wettelijke basis voor de erkende diensten voor plaatsing in gezinnen bij de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap en voor de erkende adoptiediensten of -instellingen bij de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap:

    Wat de Franse Gemeenschap betreft, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    - In punt 1., worden de woorden "het decreet van 14 mei 1987 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan de personen en diensten belast met de begeleiding van maatregelen voor de jeugdbescherming en het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 7 december 1987 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan de personen en diensten belastt met begeleidingsmaatregelen voor de jeugdbescherming." Vervangen door de woorden: " het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de specifieke voorwaarden van de erkenning en toekenning van toelagen aan de gezinsplaatsingsdiensten.".

    - In punt 2., worden de woorden "het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1991 betreffende de erkenning van de adoptie-instellingen, gewijzigd bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 juni 1992 en 27 oktober 1992." Vervangen door de woorden " het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 1999 betreffende de erkenning van de adoptieinstellingen.".

    Bij de Vlaamse Gemeenschap worden in punt 2., de woorden "en het besluit van de Vlaamse Executieve van 31 januari 1990 tot uitvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten." Vervangen door de woorden: ", het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1990 tot uitvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten, het besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1994 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1990 tot uitvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten, het decreet van 15 juli 1997 inzake interlandelijke adoptie en het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 inzake interlandelijke adoptie.".

    Het punt betreffende de Duitstalige Gemeenschap, wordt vervangen als volgt:

    - Onder dienst voor plaatsing in gezinnen wordt verstaan, de dienst erkend bij toepassing van het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand.
    - Er bestaat geen adoptiedienst of -instelling, erkend door de regering van de Duitstalige Gemeenschap. De in de andere Gemeenschappen erkende adoptiediensten of - instelling voor de bemiddeling inzake adoptie, kunnen hun activiteiten ook uitoefenen in het Duitse taalgebied.

    IN 'T KORT
    Actualisering van de wettelijke basis voor de erkende diensten voor plaatsing in gezinnen bij de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap en voor de erkende adoptiediensten of -instellingen bij de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.

    • 1Lezen artikel 51, § 4.
    • 2Inwerkingtreding vanaf de respectievelijke data van inwerkingtreding van de vermelde reglementaire beschikkingen, behalve wat betreft de Duitstalige Gemeenschap, punten 2, 3 en 4, die in werking treden op 1 april 1983.
    • 3Lezen artikel 51, § 3, 7°.
    Top