Kruimelpad
21 maart 2019 - Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED (B.S. 01.04.2019)
Tekst
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd beoogt de verdeling van de bezittingen van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag aan de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de overname van het beheer en van de betaling van de kinderbijslag door de voornoemde deelentiteiten.
Enerzijds regelt het besluit, in de artikelen 1 tot 4, de verdeling van de onroerende goederen van FAMIFED onder de vier deelentiteiten.
De verdeling gebeurt op basis van de geografische ligging van de goederen in kwestie.
De gebouwen in het Nederlands taalgebied zijn toegekend aan de Vlaamse Gemeenschap, die in het Duits taalgebied aan de Duitstalige Gemeenschap, die in het Frans taalgebied aan het Waals Gewest.
De gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden enkel toegekend aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap. Met het oog op financiële billijkheid bij de verdeling, en na bespreking en gezamenlijk akkoord tussen de deelentiteiten, bepaalt artikel 4 echter een financiële compensatie ten laste van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de drie andere entiteiten als tegenprestatie voor het gebouw in de Trierstraat 70, 1000 Brussel, dat volledig als exclusief eigendom aan haar wordt afgestaan. De betaling ten laste van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werd berekend rekening houdend met een rekenkundig gemiddelde van de verdeelsleutel op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in elke deelentiteit op 1 januari 2018 en de verdeelsleutel overeenkomstig het overgehevelde personeel.
Er is bepaald dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest gefaseerd betaalt in vier jaarlijkse termijnbetalingen, terwijl de Duitstalige Gemeenschap in een eenmalige betaling wordt vergoed. Die manier van werken verzekert de deelentiteiten van een neutrale aanpak van de ontvangsten en uitgaven op het niveau van het ESR (Europees stelsel van nationale en regionale rekeningen).
De datum van de effectieve overdracht van het eigendom van de gebouwen werd afzonderlijk per deelentiteit vastgelegd. De aldus gekozen datum valt samen met de datum waarop elke deelentiteit effectief het beheer en de betaling van de kinderbijslag voor haar rekening overneemt.
Voor wat betreft het gebouw in onverdeeldheid gelegen in Brussel, komen de partijen overeen dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie dat gebouw in exclusieve eigendom kan verwerven. De verkoop wordt gesloten onder ontbindende voorwaarde. Er is in verwijlintresten voorzien bij niet betaling van een jaarlijkse termijnbetaling op de vervaldatum bepaald in de tekst.
Het besluit behoedt de federale staat voor eventuele beroepen aangetekend door de deelentiteiten door te preciseren dat de goederen worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden met de lasten en verplichtingen verbonden aan hun eigendom.
Het besluit waarborgt overigens een onmiddellijke tegenstelbaarheid tegen derden van de verrichte overdrachten en dit zonder enige andere formaliteit.
Het besluit (artikel 6) waarborgt het behoud van de lopende huurcontracten en de overdracht van de daaraan verbonden rechten en verplichtingen aan de deelentiteit die FAMIFED opvolgt in de hoedanigheid van nieuwe huurder. FAMIFED zal hiertoe te gepasten tijde, maar uiterlijk op 31 december 2018, de eventuele huurwaarborgen die hij in dat kader heeft samengesteld overdragen aan het Waalse Gewest.
Voor wat betreft het financieel vermogen van FAMIFED bepaalt het besluit (artikel 7) de verdeling van de reserves opgebouwd in de loop van de jaren 2015 tot 2018.
In artikel 68quinquies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 en artikel 60sexies van de wet van 31 december 1983 is de berekening van de enveloppe voor de betaal- en beheerskosten vastgelegd. De verdeling van deze enveloppe over de deelentiteiten gebeurt op basis van de 0-18 jarigen op 1 januari van het betrokken begrotingsjaar.
Rekening houdend met artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de federale staat en de deelentiteiten worden de begrotingsuitgaven en -ontvangsten met betrekking tot de betaal- en beheerskosten eveneens verdeeld op basis van de 0-18-jarigen op 1 januari van het betrokken jaar. Dit artikel haalt eveneens aan dat het niet-aangewende deel opgenomen wordt in een reserve per deelentiteit.
Het besluit bepaalt (artikel 8) de verdeling van het werkkapitaal tussen de deelentiteiten op het einde van de overgangsperiode.
Zoals vermeld in het artikel werd dit kapitaal opgebouwd krachtens artikel 7 van het verticaal protocol.
In 2018 vertegenwoordigt dat kapitaal een bedrag van 4.595.109 EUR voor het Waalse Gewest, 7.421.964 EUR voor de Vlaamse Gemeenschap, 73.980 EUR voor de Duitstalige Gemeenschap en 1.588.122 EUR voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Begin 2019 zal het werkkapitaal nog gebruikt worden voor de betaling van januari (rechten december) en de facturen betreffende 2018. Het overschot wordt terugbetaald aan de deelentiteiten als FAMIFED geen betalingen meer moet verrichten voor rekening van de deelentiteiten en het werkkapitaal bijgevolg niet meer nodig is.
Het besluit bepaalt (artikel 9) dat een eindafrekening van de aan FAMIFED verleende voorschotten op de kinderbijslag wordt opgesteld per deelentiteit en geregeld met elke deelentiteit ten laatste tegen 30 juni van het jaar waarin ze effectief het beheer en de betaling van de kinderbijslag voor hun rekening overnemen.
Die afrekening wordt opgemaakt krachtens artikel 15 van het verticaal protocol dat de verschillende elementen preciseert waarmee rekening moet worden gehouden, namelijk:
- de definitieve uitgaven en de teruggevorderde gezinsbijslag van FAMIFED en DIBISS;
- de verschuldigde en onverschuldigde gezinsbijslag van de kinderbijslagfondsen, zoals opgenomen in de financiële aangiften. De onverschuldigde, nog niet teruggevorderde gezinsbijslag wordt gedekt door het reservefonds van de kinderbijslagfondsen (zie artikel 91 AKBW);
- de elementen tot stijving van het reservefonds gezinsbijslag van de kinderbijslagfondsen: de betaling van 1,5 % van de teruggevorderde gezinsbijslag en de oninvorderbare gezinsbijslag van de kinderbijslagfondsen die worden teruggestort door FAMIFED;
- de uitgaven en teruggevorderde gezinsbijslag door de socialeverzekeringsfondsen.
Artikel 16 van het vermelde protocol regelt de goedkeuring en het overmaken naar de FOD Financiën (om ten laste te leggen van de dotaties van de respectievelijke deelentiteiten). Indien de FOD geen mandaat meer heeft om de afrekening te verrekenen met de dotaties, zal de financiële afrekening tussen FAMIFED en de deelentiteiten moeten gebeuren.
Het besluit bepaalt de verdeling van de roerende goederen (artikel 10) volgens dezelfde logica als de verdeling van de onroerende goederen.
De verdeling gebeurt bijgevolg op basis van de geografische ligging van de goederen in kwestie.
Er is echter voorzien in de mogelijkheid voor het Waalse Gewest om, onder voorbehoud van het akkoord van de andere deelentiteiten, op verzoek de roerende goederen van zijn keuze toegewezen te krijgen die zich in de Brusselse gebouwen bevinden.
Het besluit bepaalt (artikel 11) dat de regularisaties van de hoofdelijke bijdragen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar.
De regularisaties van hoofdelijke bijdragen zijn toegewezen aan de deelentiteiten ten gevolge van de zesde staatshervorming waarbij de hoofdelijke bijdragen werden afgeschaft en de geldmiddelen geregionaliseerd.
Trimestrieel zullen de geregulariseerde bedragen door het interregionaal orgaan afgerekend worden met de deelentiteiten.
Het besluit verduidelijkt (artikel 12) dat de bedragen die gerecupereerd worden ten voordele van het voormalige Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD) toekomen aan de deelentiteiten ten gevolge van de zesde staatshervorming waarbij het FCUD werd opgeheven en de geldmiddelen geregionaliseerd werden.
Deze worden gestort op het bankrekeningnummer BE92 6790 7392 6023. In 2019 zal dit bankrekeningnummer nog op naam van FAMIFED staan. Vanaf 2020 wordt deze rekening overgedragen aan het interregionaal orgaan (indien mogelijk). Trimestrieel zullen geïnde geldmiddelen doorgestort worden aan de deelentiteiten volgens de vermelde verdeelsleutel.
Het besluit regelt (artikel 13) de bevoegdheid van de deelentiteiten op het vlak van rechtsvordering of klachten ingediend tegen huidige of voormalige personeelsleden van FAMIFED.
Zo is voor het personeel dat nog altijd verbonden is met FAMIFED op het moment van de overdracht bepaald dat de deelentiteit waarheen het wordt overgedragen bevoegd wordt, terwijl voor het personeel dat niet meer is verbonden met FAMIFED op het moment van de overdracht de deelentiteit op het grondgebied waar de personeelsleden wonen als enige bevoegd wordt.
Hiermee wordt bijvoorbeeld een rechtsvordering beoogd die in 2019 wordt ingeleid voor de arbeidsrechtbank door een contractuele medewerker, die wordt ontslagen wegens ernstige tekortkoming eind 2018, en die zijn ontslag zou betwisten en een schadevergoeding zou eisen. In dat geval is het de deelentiteit op het grondgebied waarop de ex-medewerker gedomicilieerd is die bevoegd is. Hetzelfde geldt voor een gepensioneerde medewerker die per definitie niet meer verbonden is aan FAMIFED op het moment van de overdracht. De bevoegde deelentiteit wordt dan op basis van zijn domicilie bepaald.
Het koninklijk besluit duidt tot slot aan (artikel 14) wie belast wordt met de vereffening van FAMIFED. De acties voor de vereffening starten uiterlijk op het moment dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het beheer en de betaling van de kinderbijslag voor haar rekening neemt.
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
In zijn advies van 29 november 2018 (nr. 64.589) is de Raad van State van oordeel dat de goederen, rechten en plichten van Famifed betreffende het Waalse Gewest eerst moeten worden overgedragen aan de Franse Gemeenschap. Deze draagt ze vervolgens terug over aan het Waalse Gewest.
De aandacht dient te worden gevestigd op het feit dat, ten gevolge van de akkoorden van de Heilige Emilie, de uitoefening van de bevoegdheid inzake kinderbijslag overgedragen werd van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest door het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014.
Het Waalse Gewest heeft beslist om het administratieve beheer en de betaling van de kinderbijslag over te nemen vanaf 1 januari 2019 (opdrachten die tot deze datum bij wijze van overgangsmaatregel worden uitgeoefend door het federaal betalingscircuit).
De overdracht van de goederen, rechten en plichten van FAMIFED is onlosmakelijk verbonden met de uitoefening van de bevoegdheden betreffende de gezinsbijslag. Rekening houdend met het feit dat het personeel van FAMIFED op 1 januari 2019 zal overgedragen worden naar de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap en dat het vanaf deze datum moet kunnen operationeel zijn, moeten de goederen, rechten en plichten van FAMIFED voor 1 januari 2019 worden overgedragen.
Bijgevolg, ten einde het Waalse Gewest toe te laten om effectief en tijdig (vanaf 1 januari 2019 !) het administratief beheer en de betaling van de kinderbijslag over te nemen, is het noodzakelijk dat de overdracht van de goederen, rechten en plichten van FAMIFED die dit Gewest betreffen, onverwijld wordt gerealiseerd, wat rechtvaardigt dat deze overdracht rechtstreeks gebeurt naar het Waalse Gewest.
Overigens dient er op gewezen te worden dat de Raad van State een ruime interpretatie heeft van artikel 12 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 door te verwijzen naar deze bepaling voor wat betreft de overdracht van de goederen van FAMIFED.
Behoudens deze bepalingen, worden de roerende en onroerende goederen van de Staat, zowel van het openbaar als van het privaat domein, die onmisbaar zijn voor de uitoefening van de bevoegdheden van de Gewesten en de Gemeenschappen, aan deze zonder schadeloosstelling overgedragen.
De goederen van FAMIFED kunnen echter niet beschouwd worden als goederen van de Staat aangezien het vermogen van het Agentschap geen deel uitmaakt van de eigendom van de Staat, maar wel van een publiekrechtelijke rechtspersoon die autonoom kan beschikken inzake beheer en aankoop.
Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn,
Sire,
Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Sociale Zaken,
M. DE BLOCK
Koninklijk besluit van 21 maart 2019 tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 2 en 23, 6°, van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, IV, ingevoegd door de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 60sexies, ingevoegd door de wet van 19 april 2014;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten, de artikelen 35nonies, 47/4 tot 47/9, 68quinquies en 77, § 3;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;
Gelet op het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen;
Gelet op de wet, gecoördineerd op 13 maart 1991, betreffende de afschaffing of de herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, artikel 26octies, ingevoegd bij de wet van 30 september 2017;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van FAMIFED, gegeven op 2 oktober 2018;
Gelet op het advies van de regering van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 14 december 2018;
Gelet op het advies van de regering van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 9 november 2018;
Gelet op het advies van de regering van het Waalse Gewest, gegeven op 16 november 2018;
Gelet op het advies van de regering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 8 november 2018;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 oktober 2018;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 2018;
Gelet op het advies nr.64.589 van de Raad van State, gegeven op 29 november 2018, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;
Op voorstel van de Minister van Sociale Zaken en op advies van de in raad vergaderde ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - ONROERENDE GOEDEREN
Artikel 1. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
1. Brussel - Trierstraat 9/11 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 441L8 en 441/03D.
2. Brugge - Hertogenstraat 73 - kadastraal gekend als Brugge - afdeling 27, sectie D nr. 459 C10.
3. Gent - Koning Leopold II-laan 27 - kadastraal gekend als Gent - afdeling 8, sectie H nr. 1 G35.
4. Antwerpen - Markgravestraat 10 - kadastraal gekend als Antwerpen - afdeling 2, sectie B nr. 2110 B
5. Hasselt - De Schiervellaan 3 - 5 - kadastraal gekend als Hasselt - afdeling 6, sectie F nr. 380.
Art. 2. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan de Duitstalige Gemeenschap van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn :
• Eupen - Hookstraße 29 - kadastraal gekend als Eupen - afdeling 1, sectie C nr. 74/02F.
Art. 3. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan het Waalse Gewest van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
1. Charleroi - Rue de Charleville 23 - kadastraal gekend als Charleroi - afdeling 1, sectie D nr. 267 T 24 P0000.
2. Jambes - Rue Mazy 173 - kadastraal gekend als Namen - afdeling 3, sectie B nr. 8 C P00042.
3. Libramont - Rue Fleurie 2, boîte 2 - kadastraal gekend als Libramont - afdeling 1,sectie A nr. 115 C 2.
4. Luik - Avenue Rogier 12 - kadastraal gekend als Luik - afdeling 5, sectie B nr. 476Y26.
Art. 4. De staat draagt op 31 december 2019 de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het hierna vermelde gebouw waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
• Brussel - Trierstraat 70 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 417 E3.
De deelentiteiten komen overeen dat de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie op 1 januari 2020 exclusief de volle eigendom van de verschillende aandelen in de aldus gecreëerde onverdeeldheid verwerft tegen een totaalbedrag van 20.126.292,98 euro gespreid over de volgende jaarlijkse termijnbetalingen :
1) 7.082.367,17 euro in 2019, hetzij 2.086.822,55 euro voor de Vlaamse Gemeenschap, 4.869.252,62 euro voor het Waals Gewest en 126.292 euro voor de Duitstalige Gemeenschap;
2) 4.347.975,27 euro in 2020, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
3) 4.347.975,27 euro in 2021, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
4) 4.347.975,27 euro in 2022, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest.
Die jaarlijkse termijnbetalingen moeten uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar worden uitgevoerd.
Voor iedere jaarlijkse termijnbetaling die op de vervaldag niet volledig uitgevoerd is, wordt van rechtswege een rente tegen de wettelijke rentevoet aangerekend.
Zodra enige betalingsachterstand meer dan een jaar bedraagt, wordt de verkoop onmiddellijk ontbonden. De jaarlijkse termijnbetaling(en) of een deel ervan die uitgevoerd is/zijn vóór de ontbinding van de verkoop blijft/blijven eigendom van de deelentiteiten bij wijze van compensatie. De deelentiteiten beslissen dan in onderling akkoord over de bestemming van het goed. Als er geen akkoord wordt bereikt, wordt het goed verkocht waarbij de bedragen uit die verkoop verdeeld worden onder de deelentiteiten in overeenstemming met ieders aandeel in de onverdeeldheid en rekening houdend met de (gedeeltelijke) jaarlijkse termijnbetalingen die reeds werden afgelost door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Art. 5. De onroerende goederen vermeld in de artikelen 1 tot 4 worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden op het moment van de overdracht met inbegrip van de actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten en verplichtingen die aan hun eigendom verbonden zijn, evenals de eventueel toegekende rechten aan derden.
De overdracht gebeurt van rechtswege en is tegenstelbaar aan derden zonder enige andere formaliteit.
Art. 6. Voor de uitoefening van zijn activiteiten neemt het Waalse Gewest vanaf 1 januari 2019 de huurcontracten over van de door FAMIFED gehuurde onroerende goederen gelegen te:
• 7000 Bergen - Avenue des Bassins 64;
• 1300 Waver - rue de Nivelles 14.
Het Waalse Gewest volgt FAMIFED op in zijn rechten en plichten.
HOOFDSTUK II. - ANDERE BEZITTINGEN VAN FAMIFED
Art. 7. De opgebouwde reserves sinds 2015 aan de hand van het niet-aangewende deel van de enveloppes voor de betaal- en beheerskosten bepaald in overeenstemming met artikel 68quinquies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 60sexies van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap blijven bij de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Die bedragen, waarvan het bedrag wordt vastgelegd op 31 december 2018, worden afzonderlijk terugbetaald aan elke deelentiteit uiterlijk zes maanden later. Het bedrag dat op 31 december 2019 nog rest voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, wordt afzonderlijk terugbetaald aan hen uiterlijk zes maanden later.
Art. 8. Elk van de vier deelentiteiten behoudt het restbedrag van zijn aandeel in het werkkapitaal opgebouwd door FAMIFED in overeenstemming met artikel 7 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de budgettering, rapportering en afrekening van de gezinsbijslag en de gerelateerde kosten.
Die bedragen worden aan de deelentiteiten afzonderlijk terugbetaald uiterlijk 6 maanden na de datum waarop ze voor hun rekening het beheer en de betaling van de kinderbijslag overnemen overeenkomstig artikel 94 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art. 9. De eindafrekening van de voorschotten op de kinderbijslag toegekend aan FAMIFED overeenkomstig artikel 4 van het protocol van 17 december 2014 tussen de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de aanrekening van de door de openbare instellingen van sociale zekerheid voor rekening van de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uitgevoerde uitgaven op de middelen die krachtens de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap aan de deelgebieden worden toegekend, wordt per deelentiteit opgesteld en met de deelentiteiten afzonderlijk verrekend uiterlijk op 30 juni van het jaar waarin ze effectief het beheer en de betaling van de kinderbijslag voor hun rekening overnemen overeenkomstig artikel 94 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art. 10. Op 1 januari 2019 krijgt de Vlaamse Gemeenschap het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in de gebouwen bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 1.
Op 1 januari 2019 krijgt de Duitstalige Gemeenschap het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 2.
Op 1 januari 2019 krijgt het Waalse Gewest het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in de gebouwen bevinden waarvan het eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 3. Op dezelfde datum wordt aan het Waalse Gewest ook het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich bevinden in de gebouwen waarvan het de huurovereenkomst overneemt van FAMIFED in overeenstemming met artikel 6.
Op 1 januari 2020 krijgt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 4.
Voor 1 januari 2019 kan het Waalse Gewest, onder voorbehoud van het akkoord van de andere deelentiteiten, als het meedeelt dat het dit wenst, de eigendom van roerende goederen toegewezen krijgen die zich bevinden in de gebouwen te Brussel die worden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Zolang de eigendomsoverdracht waarvan sprake niet heeft plaatsgevonden, blijven de beoogde roerende goederen eigendom van FAMIFED.
HOOFDSTUK III. - ANDERE RECHTEN EN PLICHTEN VAN FAMIFED
Art. 11. De regularisaties van de hoofdelijke bijdragen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten naargelang het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het betreffende jaar overeenkomstig artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de federale staat en de deelentiteiten.
De regularisaties van de bijdragen wat betreft de zelfstandigen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van de ontvangen lijsten van de FOD Sociale Zekerheid.
Art. 12. De bedragen die gerecupereerd worden ten voordele van het voormalige Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD), dat werd afgeschaft in overeenstemming met de artikelen 24 en 25 van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het betreffende jaar overeenkomstig artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat en de deelentiteiten.
Art. 13. Rechtsvorderingen en andere bezwaarschriften ten laste van FAMIFED in verband met of ingediend door naar de deelentiteiten overgehevelde personeelsleden vallen onder de bevoegdheid van de deelentiteit waar het personeelslid naar werd overgeheveld.
Rechtsvorderingen en andere bezwaarschriften ten laste van FAMIFED in verband met of ingediend door niet naar de deelentiteiten overgehevelde personeelsleden vallen onder de bevoegdheid van de deelentiteit op het grondgebied waar het personeelslid in kwestie gedomicilieerd is op het moment dat het de vordering inleidt of het bezwaarschrift indient. Als de rechtsvordering wordt voorafgegaan door een bezwaarschrift, blijft de op basis van dat bezwaarschrift als bevoegd aangewezen deelentiteit ook bevoegd voor de daaropvolgende rechtsvordering.
HOOFDSTUK IV. - VEREFFENING VAN FAMIFED
Art. 14. De instelling ingericht in overeenstemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de oprichting van het Interregionaal orgaan voor de gezinsbijslag wordt belast met de vereffening van FAMIFED.
De inherente kosten aan die vereffening worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het jaar in kwestie in overeenstemming met artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat en de deelentiteiten.
Art. 15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 31 december 2018.
Art. 16. De eerste minister en onze minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, elk binnen hun eigen bevoegdheid, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 maart 2019.
FILIP
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
Ch. MICHEL
De Minister van Sociale Zaken,
M. DE BLOCK