Kruimelpad
30 mei 2018 - Samenwerkingsakkoord houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009, van de Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 en van de Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 (B.S. 18.06.2018)
Tekst
Aanhef
Gelet op artikel 23 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 94, § 1bis, ingevoegd door artikel 44 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen van de Duitstalige Gemeenschap, artikel 60sexies, ingevoegd door artikel 37 van de wet van 19 april 2014 tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen van de Duitstalige Gemeenschap;
Gelet op de wet van 4 april 2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Algemene kinderbijslagwet);
Gelet op het bijzondere decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Gelet op het overleg gehouden op 6 juli 2016 en 6 februari 2018 in het Beheerscomité van FAMIFED;
Gelet op het eensluidend akkoord van 28 maart 2018 in het Overlegcomité;
Overwegende dat de Richtlijn 2009/50 ertoe strekt het tekort aan hooggekwalificeerde arbeidskrachten op te vangen door de toegang en de mobiliteit van onderdanen uit derde landen te bevorderen voor een verblijf van meer dan drie maanden teneinde het concurrentievermogen en de economische groei van de Europese Gemeenschap te verstevigen;
Overwegende dat de Richtlijn 2014/66 van haar kant ertoe strekt maatregelen in te voeren om leidinggevenden, specialisten en stagiair-werknemers van derde landen gemakkelijker toegang te verlenen tot de Unie in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming;
Overwegende dat de Richtlijn 2016/801 er onder andere toe strekt de Europese Unie te promoten als aantrekkelijke locatie voor onderzoek en innovatie, als wereldcentrum voor onderwijs en beroepsopleiding, en om de doelstellingen van het Europese vrijwilligerswerk te ondersteunen;
Overwegende de verplichting die op België rust inzake de omzetting van de Europese Richtlijnen;
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de minister-president en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de minister-president en de minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging;
De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door de minister-president en de minister van Familie, Gezondheid en Sociale Zaken;
De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Verenigd College en de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring;
Zijn het volgende overeengekomen:
Bepalingen
HOOFDSTUK 1. Wetswijzigingen
Artikel 1
Dit hoofdstuk beoogt de omzetting in de regelgeving betreffende de kinderbijslag van de Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, van de Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming en van de Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten.
Artikel 2
Artikel 56sexies, § 1, tweede lid, van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW), laatst gewijzigd bij de wet van 4 april 2014 en het samenwerkingsakkoord van 17 juni 2016 wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, 8° en 9°, luidende:
"7° die werknemer is van een derde land, bedoeld in artikel 3 van de Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, toegelaten tot het grondgebied van een lidstaat om er een hooggekwalificeerde baan uit te oefenen;
8° die werknemer is van een derde land, bedoeld in de Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming, die tijdelijk gedetacheerd is voor beroeps- of opleidingsdoeleinden, en die, in die hoedanigheid, houder is van een vergunning met het acroniem ICT met een duur van minstens negen maanden;
9° die onderdaan is van een derde land en toegelaten is tot een lidstaat overeenkomstig de Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten, op voorwaarde dat hij:
a) onderzoeker is en overeenkomstig artikel 22, § 2, punt b) van voornoemde Richtlijn meer dan zes maanden in België mag verblijven;
b) indien hij stagiair, vrijwilliger of au-pair is, wanneer hij geacht wordt in de betrokken lidstaat een arbeidsverhouding te zijn aangegaan, of indien hij student is, hij, overeenkomstig artikel 12, § 2, punt b) van de in hiervoor 6° bedoelde Richtlijn 2011/98 tewerkgesteld is of gedurende minstens zes maanden tewerkgesteld was en als werkzoekende is ingeschreven en hij geen deel uitmaakt van een van de categorieën derdelanders bedoeld in het voornoemde tweede lid van artikel 12, paragraaf 2, punt b)."
Artikel 3
Artikel 1, zevende lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, wordt aangevuld met de bepalingen onder 7°, 8° en 9°, luidende:
"7° die werknemer is van een derde land, bedoeld in artikel 3 van de Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, toegelaten tot het grondgebied van een lidstaat om er een hooggekwalificeerde baan uit te oefenen;
8° die werknemer is van een derde land, bedoeld in de Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming, die tijdelijk gedetacheerd is voor beroeps- of opleidingsdoeleinden, en die, in die hoedanigheid, houder is van een vergunning met het acroniem ICT met een duur van minstens negen maanden;
9° die onderdaan is van een derde land en toegelaten is tot een lidstaat overeenkomstig de Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten, op voorwaarde dat hij:
a) onderzoeker is en overeenkomstig artikel 22, § 2, punt b) van voornoemde Richtlijn meer dan zes maanden in België mag verblijven;
b) indien hij stagiair, vrijwilliger of au-pair is, wanneer hij geacht wordt in de betrokken lidstaat een arbeidsverhouding te zijn aangegaan, of indien hij student is, hij, overeenkomstig artikel 12, § 2, punt b) van de in hiervoor 6° bedoelde Richtlijn 2011/98 tewerkgesteld is of gedurende minstens zes maanden tewerkgesteld was en als werkzoekende is ingeschreven en hij geen deel uitmaakt van een van de categorieën derdelanders bedoeld in het voornoemde tweede lid van artikel 12, paragraaf 2, punt b)."
HOOFDSTUK 2. Inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord
Artikel 4
De artikelen 1, 2 en 3 hebben uitwerking na het verschijnen in het Belgisch Staatsblad van de laatste instemmingsakte van dit samenwerkingsakkoord door de respectieve bevoegde wetgevers:
wanneer ze een 7° invoeren, op 19 juni 2009;
wanneer ze een 8° invoeren, op 28 mei 2014;
wanneer ze een 9° invoeren, op 22 mei 2016.
Referenties
Officiële publicatie
Decreten en ordonnantie houdende instemming
Vlaamse Gemeenschap
Waalse Gewest
Decreet van 8 november 2018 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, van de Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming en van de Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (B.S.29.11.2018) - Franse versie
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Ordonnantie van 21 december 2018 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, van de richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming en van de richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en van de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (B.S. 22.01.2019) - Franse versie