Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

9 april 1965 - Koninklijk besluit betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij (BS 19.5.1965)

    Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

    1° de Minister: de Minister tot wiens bevoegdheid de tewerkstelling behoort;

    2° de Pool: de Pool van de zeelieden ter koopvaardij opgericht bij artikel 1 van de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de zeelieden ter koopvaardij;

    3° het beheerscomité: het beheerscomité van de Pool;

    4° de directeur: de directeur van de Pool;

    5° de zeelieden: zij die, ingevolge hun inschrijving in de Pool, deel kunnen uitmaken van staf of bemanning van schepen van de Belgische koopvaardij;

    6° de shoregangers: de werknemers die aan boord van de schepen van de Belgische koopvaardij worden tewerkgesteld gedurende de aanwezigheid van deze schepen in een Belgische haven;

    7° de reders: de werkgevers die zeelieden en shoregangers tewerkstellen.

    Art. 2. De Pool, met zetel te Antwerpen, heeft tot taak:

    1° a) de lijst op te maken van hen die kunnen worden aangeworven als lid van het varend personeel op Belgische koopvaardijschepen of om werk aan boord van die schepen te verrichten gedurende de aanwezigheid in een Belgische haven (shoregangers);

    b) de lijst op te maken van de werknemers bedoeld in artikel 3bis van de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij voor de duur van hun arbeidsovereenkomst met één van de vennootschappen die bedrijvig zijn in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie;

    2° de toekenning te verzekeren van wachtgelden aan de zeelieden en shoregangers die van werk zijn verstoken om van hun wil onafhankelijke redenen of die cursussen voor beroepsopleiding, beroepsvervolmaking, omscholing of herscholing volgen voor zover deze betrekking hebben op de koopvaardij;

    3° het toezicht te verzekeren op de werking van de bureaus voor arbeidsbemiddeling voor zeelieden die ingericht zijn of zouden worden bij toepassing van artikel 11 van de wet van 5 juni 1928 houdende regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst.

    Art. 3. De inkomsten van de Pool bestaan inzonderheid uit:

    1° het aandeel in de opbrengst van de werkgevers- en werknemersbijdragen dat aan hem wordt gestort ter uitvoering van artikel 4 van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid der zeelieden ter koopvaardij, gewijzigd bij de wet van 27 maart 1951;

    2° (opgeheven)

    3° de sommen gestort door de vreemde reders die zeelieden ter koopvaardij hebben aangeworven van wie de inschrijving in de Pool werd geschorst om hen een reis te laten maken waarbij geen inhoudingen voor sociale zekerheid moeten worden gedaan voor de betaling van de wachtgelden.

    Art. 3bis. Elk jaar, bij het afsluiten van de rekeningen van het voorbije dienstjaar van de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, zal het eventuele batig saldo overgedragen worden naar de reserve zonder bepaalde aanwending. Het maximumbedrag van deze reserve mag niet hoger zijn dan het bedrag van de uitgaven gedaan tijdens de laatste vier maanden van het voorbije dienstjaar. De bedragen die het maximumbedrag van deze reserve overtreffen worden aan de Thesaurie gestort.
    (...)

    Art. 77. De particuliere uitbetalingsinstellingen, opgericht door representatieve organisaties der zeelieden en erkend door de Koning, alsmede de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen waarvan de werking en de inrichting voorzien zijn bij koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid hebben de volgende opdrachten:

    1° op grond van de aanduidingen geschreven op de kaart houdende machtiging tot betaling, voorzien bij artikel 74, § 1, die hun door de belanghebbende wordt overgemaakt en met inachtneming van de wets- en reglementsbepalingen, het aan de zeelieden en de shoregangers toekomende wachtgeld uitbetalen;

    2° aan de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, en uiterlijk vóór de twintigste dag van de maand volgende op die tijdens welke het wachtgeld werd uitbetaald, een lijst overmaken die voor ieder der betrokkenen omvat de vermelding van de naam, de voornamen en de geboortedatum alsmede het aantal en de datum van de vergoede dagen.

    (...)

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top