Kruimelpad
Het ontvoerd kind
Tekst
Wat is een ontvoerd kind?
Een ontvoerd kind is een kind dat met een handeling wederrechtelijk onttrokken wordt aan het gezag van:
- één ouder
- beide ouders
- vader of moeder
- de persoon die de begunstigde was onmiddellijk voor die handeling
- de instelling waar het kind door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst was
Die handeling moet het voorwerp uitmaken van een klacht of van een aangifte bij de politie, het parket of de Belgische overheden die bevoegd zijn inzake ontvoering van kinderen.
Het moet gaan om een minderjarig kind.
Welke zijn de Belgische overheden die bevoegd zijn inzake de ontvoering van kinderen?
- Het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie
- De Directie-generaal Consulaire Zaken van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Begin en einde recht
Het ontvoerd kind heeft vanaf de datum van de ontvoering, en dit zolang het nog minderjarig is:
- een recht op het basisbedrag
- een (eventueel) recht op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte (tot zolang de beslissing loopt)
- een (eventueel) recht op de sociale toeslagen (het ontvoerde kind telt mee voor de gezinsgrootte)
- een (eventueel) recht op de wezentoeslag
Dit is een residuair recht: er mag geen ander recht bestaan bij toepassing van andere Belgische of buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.
De ontvoering neemt een einde zodra het kind is teruggekeerd naar de personen of de instelling die het gezag hadden over het kind vóór de ontvoering of als die personen of de instelling ermee instemmen dat het kind bij een derde verblijft.
De ontvoering neemt eveneens een einde indien er een uitspraak is op basis van artikel 13, eerste lid en artikel 20 van het verdrag betreffende burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen ('s Gravenhage 25/10/1980) en artikel 11 van verordening nr. 2201/2003 van de Raad van 27/11/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000, zijnde:
- indien aangetoond wordt dat de persoon of de instelling die de zorg had voor het kind, het gezag niet daadwerkelijk uitoefende op het moment van de ontvoering of later had toegestemd of erin berust dat het kind niet terugkeerde
- indien aangetoond wordt dat er een ernstig risico bestaat dat het kind door zijn terugkeer wordt blootgesteld aan een lichamelijk of geestelijk gevaar of op enige andere wijze in een ondraaglijke toestand wordt gebracht
- indien het kind zich verzet tegen zijn terugkeer en een leeftijd en mate van rijpheid heeft bereikt die rechtvaardigt dat met zijn mening rekening wordt gehouden
- indien de terugkeer van het kind op basis van de fundamentele beginselen betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet zou zijn toegestaan
Art. 3 BVR Rechtgevend kind
Art. 4 BVR Rechtgevend kind
Art. 7 BVR Rechtgevend kind
Art. 8 BVR Rechtgevend kind
Wie is de begunstigde?
De gezinsbijslagen worden verder toegekend aan de personen die vlak voor de ontvoering de begunstigden voor het ontvoerde kind waren, zolang zij niet rechtstreeks of onrechtstreeks hebben deelgenomen aan de ontvoering (dit blijkt uit de klacht of aangifte bij de politie, het parket of de Belgische overheden die bevoegd zijn inzake ontvoering van kinderen).
Bij het overlijden van de begunstigde kan diegene die het ouderlijk gezag verkrijgt bij vonnis, als begunstigde worden aangewezen.
Kinderen die begunstigde waren voor zichzelf, hebben geen recht op gezinsbijslagen tijdens de periode van ontvoering.
Voorbeeld
Gusta behoudt het recht op gezinsbijslag voor Leo vanaf de datum van de ontvoering totdat het kind bij haar terugkeert.