Kruimelpad
Toelichtingsnota 7 - Bijlage 1 van 15 mei 2019 - Overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n)
Tekst
Toelichtingsnota 7 - Bijlage 1 van 15 mei 2019
Overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n)
Inhoudstafel
2. Van bijslagtrekkende(kern) naar begunstigde(n)kern
3.1. Wijziging in de opvoedingssituatie door de komst van een nieuw kind in het gezin
3.2. Wijziging in de opvoedingssituatie door een plaatsing in instelling of pleeggezin
3.2.2. Wijziging in het ouderlijk gezag
3.2.3. Enkele specifieke situaties
4.1. Wijziging op schriftelijk verzoek van bijslagtrekkende
1. Situering
Art. 225, § 1 van het Groeipakketdecreet stelt dat de bijslagtrekkende voor een rechtgevend kind op 31.12.2018 de bijslagtrekkende blijft voor dat kind.
Bij de transitie op 1 januari 2019 is de bijslagtrekkende op 31.12.2018 de enige begunstigde. Wij spreken in deze dossiers van een bijslagtrekkendekern1 .
De andere ouder zal in het dossier gedefinieerd staan als bijkomende actor/inkomstenkern.
2. Van bijslagtrekkende(kern) naar begunstigde(n)kern
Iedere wijziging van bijslagtrekkende naar begunstigde(n) in de loop van de maand, heeft uitwerking vanaf de daarop volgende maand; ook wanneer de wijziging zich op de 1e dag van de maand voordoet.
Er is een overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigden als er één van onderstaande situatie zich voordoen:
- Er is een wijziging in het ouderlijk gezag2
;
- Er is een wijziging in de opvoedingssituatie van het kind, waaronder:
- Er komt een nieuw kind in het gezin. Onder een nieuw kind dat in het gezin komt, verstaan we zowel een nieuw geboren kind, een kind dat instroomt of een kind met een bestaand recht3
in het Groeipakket (nieuwe maatregel en overgangsmaatregel). Dit is niet noodzakelijk een eigen kind van de begunstigde(n).
Deze wijziging heeft impact in het gezin waar het kind komt, alsook in het gezin dat het kind verlaat.- In het gezin waarin het kind komt: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de nieuwe begunstigden voor het kind dat in het gezin komt en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden.
- In het gezin dat het kind verlaat als de bijslagtrekkende de ouder is van het kind: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de ouders van het kind dat het gezin verlaat.
- In het gezin dat het kind verlaat als de bijslagtrekkende niet de ouder is van het kind: overschakeling voor de kinderen die de bijslagtrekkende gezamenlijk opvoedt4
met de partner met wie zij/hij samenwoont.
- of een wijziging door aanvang plaatsing of einde plaatsing van een kind in een instelling of pleeggezin.
- Bij aanvang van plaatsing in instelling en de bijslagtrekkende is de ouder van het kind dat geplaatst wordt: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de ouders van het kind dat geplaatst wordt.
- Bij aanvang van plaatsing in een instelling en de bijslagtrekkende is niet de ouder van het kind dat geplaatst wordt: overschakeling voor de kinderen die de bijslagtrekkende gezamenlijk opvoedt5 met de partner met wie zij/hij samenwoont.
- Bij einde van een plaatsing in instelling: voor de gemeenschappelijke kinderen van de nieuwe begunstigden en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden van het kind dat bij einde plaatsing in het gezin komt.
- Bij aanvang van plaatsing in pleeggezin en de bijslagtrekkende is de ouder van het kind dat geplaatst wordt: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de ouders van het kind dat geplaatst wordt. In het pleeggezin overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de pleegzorgers of de pleegzorger en de bijkomende begunstigde en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden.
- Bij aanvang van plaatsing in een pleeggezin en de bijslagtrekkende is niet de ouder van het kind: overschakeling voor de kinderen die de bijslagtrekkende gezamenlijk opvoedt6 met de partner met wie zij/hij samenwoont. In het pleeggezin overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de pleegzorgers of de pleegzorger en de bijkomende begunstigde en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden.
- Bij einde plaatsing in een pleeggezin: voor de kinderen van de nieuwe begunstigden en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden voor het pleegkind dat het pleeggezin heeft verlaten en in het gezin komt. In het pleeggezin voor de gemeenschappelijke kinderen van de bijslagtrekkende pleegzorger en zijn huwelijkspartner als deze nog samenwonen of voor de kinderen die de bijslagtrekkende pleegzorger gezamenlijk opvoedt met een andere persoon die ook begunstigde wordt voor deze kinderen.
- of een kind (zowel minderjarig als meerderjarig) dat verhuist van de ene ouder naar de andere: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van beide ouders7
en/of de kinderen die zij gezamenlijk opvoeden.
- Er komt een nieuw kind in het gezin. Onder een nieuw kind dat in het gezin komt, verstaan we zowel een nieuw geboren kind, een kind dat instroomt of een kind met een bestaand recht3
in het Groeipakket (nieuwe maatregel en overgangsmaatregel). Dit is niet noodzakelijk een eigen kind van de begunstigde(n).
Deze wijzigingen zorgen voor een overschakeling van een bijslagtrekkende naar begunstigde(n). Het bestaan van de bijslagtrekkendekern eindigt, en een nieuw gezinsdossier rond de begunstigdenkern wordt aangemaakt. Bij de vaststelling van de begunstigdenkern primeert steeds het ouderpaar. Wanneer het kind in co-ouderschap8 wordt opgevoed, maar in ongelijkmatig verdeelde huisvesting, blijven zowel de vader als de moeder deel van de begunstigdenkern.
Ook de situatie waarin een kind alleen gaat wonen of verhuist van Vlaanderen naar een ander gezin in een andere deelentiteit in België of in het buitenland hoort hierbij. En brengt mogelijk een overschakeling met zich mee in het gezin dat het verlaat.
- In het gezin dat het kind verlaat als de bijslagtrekkende de ouder is van het kind: overschakeling voor de gemeenschappelijke kinderen van de ouders van het kind dat het gezin verlaat.
- In het gezin dat het kind verlaat als de bijslagtrekkende niet de ouder is van het kind: overschakeling voor de kinderen die de bijslagtrekkende gezamenlijk opvoedt9
met de partner met wie zij/hij samenwoont.
2.1. Algemeen principe
Kinderen opgevoed in het gezin van (een van) de ouders
De wijziging in de opvoedingssituatie van een kind brengt met zich mee dat er dient te worden overgegaan naar de regels en toepassingen van begunstigde(n), zoals beschreven in de artikelen 64 en 65 van het Groeipakketdecreet. Deze wijziging geldt eveneens voor het dossier van andere gemeenschappelijke kinderen die afstammen van de betrokken ouders en/of die zij gezamenlijk opvoeden voor wie (één van hen) bijslagtrekkende/begunstigde is.
Wanneer de begunstigden gescheiden zijn10 , gaan we uit van het principe dat de kinderen door beide ouders in gelijk verdeelde huisvesting worden opgevoed. De begunstigden krijgen een informatieve brief waarin dit wordt meegedeeld en waarin wordt gevraagd de uitbetalingsactor in te lichten als dit niet het geval is. In dit geval dienen de begunstigden de uitbetalingsactor een vonnis te bezorgen waaruit blijkt dat er inderdaad geen sprake is van gelijk verdeelde huisvesting (verblijfsregeling of exclusief ouderlijk gezag). De uitspraak van het vonnis wordt toegepast vanaf de maand na ontvangst van kennisgeving van het vonnis11 .
Als de ouders scheiden in 2019 en één van de ouders verhuist en gaat alleen wonen, dan wordt dit niet beschouwd als een verandering in de opvoedingssituatie. Er verandert dan niets aan het dossier op vlak van bijslagtrekkende/begunstigde(n)12 . Ook niet als een kind meeverhuist met de ouder en/of een kind bij de andere ouder blijft.
Feitelijke scheiding (vanaf 2019)
Hoe kan de ouder die niet de bijslagtrekkende is de betaling van de gezinsbijslag verkrijgen indien hij de kinderen opvoedt?
- Ofwel is er geen sprake van co-ouderschap met gelijk verdeelde huisvesting. In dat geval dient de niet-bijslagtrekkende ouder dit te bewijzen aan de hand van een vonnis. Zolang er geen vonnis is dat het exclusief ouderlijk gezag aan de niet-bijslagtrekkende ouder bevestigt, blijft het dossier ongewijzigd. In dat geval kan de niet-bijslagtrekkende ouder, overeenkomstig artikel 225 vanaf 1 januari 2020 schriftelijk verzoeken begunstigde te worden.
- Ofwel is er sprake van co-ouderschap met gelijk verdeelde huisvesting (vermoeden of bewezen met een vonnis). Overeenkomstig artikel 225 kan de niet-bijslagtrekkende ouder in dat geval vanaf 1 januari 2020 met een schriftelijk verzoek vragen om de bepalingen over de aanwijzing van begunstigden en de daaraan verbonden uitvoeringsregels voor de uitbetaling in het dossier toe te passen.
- Ofwel wordt de niet-bijslagtrekkende ouder door de rechtbank aangeduid als ontvanger van de betalingen of als enige begunstigde. Meer uitleg hierover is terug te vinden in bijlage 2 bij toelichtingsnota 7.
Voorbeeld
De kinderen, Lisa en Joren, wonen bij hun vader. De vader heeft de gezinsbijslag opgeëist en is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor beide kinderen. Hij blijft bijslagtrekkende op 01.01.2019. Op 04.03.2019 ontvangt de uitbetalingsactor een vonnis van de moeder waarin blijkt dat zij exclusief ouderlijk gezag heeft. Naar aanleiding van dit vonnis wordt vanaf 01.04.2019 de moeder de enige begunstigde voor de kinderen en ontvangt zij de volledige gezinsbijslag met inbegrip van de sociale toeslag (ook al is het domicilie van de kinderen op 1 april 2019 nog niet aangepast). Het dossier met de vader als bijslagtrekkende wordt afgesloten en er wordt een nieuw dossier aangemaakt met de moeder als enige begunstigde.
Enkel aan de hand van een nieuw vonnis kan de vader opnieuw begunstigde worden.13
Kinderen die buiten het gezin van (een van) de ouders wonen
Indien het kind dat een wijziging met zich meebrengt niet hoofdzakelijk in het gezin van (één van) de ouders wordt opgevoed, vermoeden we in toepassing van art. 59 van het Groeipakketdecreet dat het kind wordt opgevoed door de personen bij wie het kind ingeschreven staat (adres anders dan dit van de ouders). Het kind wordt in deze situaties dus niet opgevoed door een/de ouder(s). De werkelijke opvoeder(s) vormen dan de begunstigdenkern.
Als er in het gezin 2 mogelijke opvoeders zijn, dan gaan we er in de praktijk van uit dat deze personen het kind samen opvoeden. Het dossier wordt in die zin ook in orde gebracht, met deze 2 personen, de vermoedelijke opvoeders, als begunstigden. Echter, het vermoeden van gezamenlijke opvoeding kan door deze personen aan de hand van een verklaring op eer weerlegd worden.
Praktische toepassing
De personen bij wie het kind komt wonen, worden als begunstigden aangewezen en daarover per brief geïnformeerd. Zij worden ingelicht over de gevolgen in het dossier, de mogelijkheid van weerlegging op basis van een verklaring op eer en de termijn waarin zij dit kunnen doen. Deze personen (de vermoedelijke begunstigden) krijgen 21 kalenderdagen de tijd om het vermoeden van gezamenlijk opvoeden te weerleggen. Na het verloop van deze termijn gaan we er van uit dat de begunstigden het kind inderdaad gezamenlijk opvoeden.
Indien (één van) die personen het opvoeden weerlegt, wordt het dossier opnieuw aangepast. Het opgemaakte dossier met de nieuwe begunstigde(n) wordt afgesloten en een nieuw dossier met de werkelijke opvoeder als begunstigde wordt aangemaakt. In het commentaarveld noteert de consulent eventueel de reden van afsluiting van het dossier.
Als er in het gezin van het kind meer dan 2 mogelijk opvoeders zijn, verwijzen we voor de bepaling van de opvoeders naar punt 4.2. van de toelichtingsnota 7 – Aanduiding begunstigden, betaalmodaliteit en inkomstenkern.
Als de op die manier vastgestelde begunstigden samen nog gemeenschappelijke kinderen hebben, voor wie (één van) beiden bijslagtrekkende/begunstigde (is) zijn, dient ook voor deze kinderen overgeschakeld te worden van bijslagtrekkende naar begunstigdenkern.
2.2. Keuze uitbetalingsactor
Art. 227, § 3 van het Groeipakketdecreet biedt de keuzemogelijkheid aan de begunstigde(n) om een nieuwe uitbetalingsactor te kiezen14 . Indien de begunstigden bij overgang van bijslagtrekkende naar begunstigdenkern deze keuze maken, is deze keuze geldig.
De nieuwe keuze van uitbetalingsactor gaat ofwel in met de aanvraag van een startbedrag geboorte (met alle noodzakelijke stukken), of met de geboorte van een eerste kind, of het eerstvolgende kalenderkwartaal.
Daarnaast moet(en) de begunstigde(n) de bankrekeninggegevens doorgeven waarop de gezinsbijslagen met inbegrip van de sociale toeslagen (indien gemeenschappelijk) mogen betaald worden.
Indien de vroegere bijslagtrekkende deel uitmaakt van de begunstigdenkern, worden de gezinsbijslagen met inbegrip van de sociale toeslag verder betaald op de reeds gekende rekening15
. De beide begunstigden worden hierover ingelicht. In die brief wordt uitgelegd dat ervan uitgegaan wordt dat de voortzetting van de betaling op de gekende bankrekening16
tegemoetkomt aan hun keuze. In de brief moet verder worden vermeld dat, mocht dat niet zo zijn, zij met een schriftelijk verzoek samen kunnen vragen om de gezinsbijslagen op een andere rekening te storten. Er dient te worden aan toegevoegd dat, mocht slechts één van beiden zijn toestemming voor de betaling op de gekende rekening intrekken, de gezinsbijslagen zullen betaald worden aan de jongste van hen volgens zijn keuze.
Nieuwe bankrekening
In de praktijk moeten beide begunstigden de opgegeven betaalmethode gemeenschappelijk onderschrijven. Gebeurt dat niet, namelijk, indien slechts één van beide ze onderschrijft of de onderschrijving is voor één van beide niet correct, dan wordt aan de jongste betaald. In GPA wordt dit aangemerkt als een dossier zonder eensgezindheid17 .
Als de uitbetalingsactor een van de wijzigingen opgesomd in rubriek 2 in zijn dossier merkt (via taak), dan past hij de regels toe vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de wijziging zich heeft voorgedaan18 en informeert hij de betrokken begunstigde(n) over de verandering in het dossier: mogelijke keuze uitbetaler, samenstelling van dossier, keuze van uitbetaling aan de begunstigde(n), gegevens rekeningnummer, invloed op de toekenning van de sociale toeslag, etc.
Bij elke verandering van een bijslagtrekkendekern naar een begunstigdenkern wordt het dossier met de bijslagtrekkende afgesloten en wordt er een nieuw dossier met de begunstigde(n) gecreëerd. De consulent dient het dossiernummer van het oud dossier te noteren in het commentaarveld van het nieuw dossier, en omgekeerd. Het Kadaster kan steeds gebruikt worden als back-up.
Indien de wijziging een pro forma wijziging is (van bijslagtrekkende naar begunstigdenkern met de begunstigde die voorheen de bijslagtrekkende was) worden de schulden overgedragen. Deze blijven opgevolgd in het oude dossier en ingehouden in het nieuwe.
2.4. Bepaling gezinsgrootte
Bij de overschakeling van de bijslagtrekkende naar de begunstigdenkern dient ook de gezinsgrootte te worden bepaald met het oog op het onderzoek naar en de betaling van de sociale toeslag.
De aandacht wordt erop gevestigd dat deze gezinsgrootte enkel een mogelijke impact heeft op het recht op sociale toeslag (toepasselijke inkomensgrenzen en te betalen bedragen), wanneer minstens één van de kinderen recht heeft op de nieuwe bedragen van boek 2 (163,20 euro basisbijslag). Wanneer alle kinderen onder de overgangsmaatregelen vallen, heeft de gezinsgrootte geen impact op het recht op sociale toeslag. |
Voor het bepalen van de gezinsgrootte (welke kinderen tellen mee?) gelden de volgende principes:
- Het kind voor wie de persoon waarvoor de gezinsgrootte moet bepaald worden de bijslagtrekkende/begunstigde is. In geval van begunstigde moet het kind voor minstens de helft van de tijd verblijven bij deze persoon.
- Het niet onder 1 bedoelde kind voor wie de toeslagpartner19 van de persoon bedoeld in 1 bijslagtrekkende/begunstigde is. In geval van begunstigde moet het kind voor minstens de helft van de tijd verblijven bij deze persoon.
Deze principes zullen verduidelijkt worden aan de hand van concrete situaties in bijlage 1 bij toelichtingsnota 8 “Bepalen van de gezinsgrootte”.
Hieronder worden een aantal situaties uiteengezet waarin de hierboven algemene principes worden toegepast. In de voorbeelden waar is er sprake is van scheiding, gaan we telkens uit van het principe gelijk verdeelde huisvesting.
3.1. Wijziging in de opvoedingssituatie door de komst van een nieuw kind in het gezin
--> Er wordt een nieuw kind geboren in het gezin van de bijslagtrekkende
Voorbeeld 1
Ouders zijn gehuwd en hebben 2 kinderen (Tuur en Fin). De moeder Saskia is bijslagtrekkende op 31.12.2018 en vormt op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern voor beide kinderen. De vader Jonas is gekend als bijkomende actor in het dossier.
Op 04.03.201920 wordt er een nieuw kindje, Guus, geboren. De aanvraag om startbedrag dateert van 10.01.2019.
Door de komst van het kind eindigt het bestaan van de bijslagtrekkendekern. Er wordt een nieuw gezinsdossier met een begunstigdenkern aangemaakt. Beide ouders zijn daarin de begunstigde. Hebben ze samen nog andere gemeenschappelijke kinderen, dan worden die eveneens opgenomen in de begunstigdenkern.
|
Situatie op 01.01.2019 voor Tuur en Fin |
Situatie vanaf 01.04.2019 voor Tuur, Fin en Guus |
|
Kern |
Bijslagtrekkende: Saskia |
Begunstigdenkern Saskia en Jonas |
|
Betaling basisbedrag aan |
Saskia |
Betaling begunstigdenkern21 |
|
Inkomstenkern |
Saskia en Jonas |
Saskia en Jonas |
|
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
3 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Saskia |
Idem als voor het basisbedrag |
Over de maand maart is de situatie als volgt:
|
Tuur en Fin |
Guus |
|
Kern |
Bijslagtrekkende: Saskia
|
Begunstigdenkern Saskia en Jonas
|
|
Betaling basisbedrag aan |
Saskia |
Betaling begunstigdenkern |
|
Inkomstenkern |
Saskia en Jonas |
Saskia en Jonas |
|
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
3 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Saskia Guus = meetellend kind |
Idem als voor het basisbedrag Tuur en Fin = meetellende kinderen |
Stel dat Saskia en Jonas uit elkaar gaan op 15.02.2019:
|
Situatie tot 31.03.2019 (Tuur en Fin) |
Situatie voor maart 2019 (Guus) |
|
Kern |
Bijslagtrekkende: Saskia |
Begunstigdenkern Saskia en Jonas |
|
Betaling basisbedrag aan |
Saskia |
Betaling begunstigdenkern22 |
|
Inkomstenkern |
Saskia en Jonas tot 15.02.2019 Saskia vanaf 16.02.2019 |
2 inkomstenkernen:
|
|
Gezinsgrootte |
2 kinderen (tot en met februari 2019) 3 kinderen vanaf maart 2019 |
3 kinderen voor Saskia 1 kind voor Jonas |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Saskia |
50% aan Saskia 50% aan Jonas |
Vanaf de maand april 2019 is de situatie als volgt:
|
Tuur, Fin en Guus |
Kern |
Begunstigdenkern Saskia en Jonas
|
Betaling basisbedrag aan |
Betaling begunstigdenkern23 |
Inkomstenkern |
2 inkomstenkernen:
|
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
50% aan Saskia 50% aan Jonas |
Voorbeeld 2
Ouders zijn gescheiden en hebben 3 kinderen (Ann, Bart en Caro). De moeder, Marie, is bijslagtrekkende op 31.12.2018 en vormt op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern voor haar 3 kinderen. De vader, Robert, is gekend als bijkomende actor in het dossier.
Op 05.05.2019 wordt er nieuw kind, Aaron, geboren van de moeder Marie en haar nieuwe partner Jurgen.
Enkel voor Aaron ontstaat er een nieuwe begunstigdenkern vanaf 01.05.2019:
Kern voor Aaron |
Begunstigden beide ouders, Marie en Jurgen |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Beide ouders, Marie en Jurgen |
Gezinsgrootte |
4 kinderen (Marie blijft bijslagtrekkende voor de 3 oudste kinderen) |
Betaling sociale toeslag |
Idem als voor betaling basisbedrag |
Als Marie en Jurgen nog gemeenschappelijke kinderen hebben, voor wie (één van) beiden bijslagtrekkende/begunstigde (is) zijn, dan worden deze eveneens opgenomen in de begunstigdenkern die gecreëerd werd voor Aaron. Het bijslagtrekkende dossier voor deze kinderen wordt dan afgesloten.
Impact op het dossier van de kinderen Ann, Bart en Caro met moeder Marie als bijslagtrekkende:
De komst van het nieuw geboren kind van Marie en Jurgen heeft geen enkele invloed op de aanwijzing van de bijslagtrekkende/begunstigde voor de andere kinderen die zij hebben uit (een) vorige relatie(s). Voor de kinderen Ann, Bart en Caro verandert er niets in het dossier op het vlak van bijslagtrekkende/begunstigden24 .
--> Er wordt een nieuw kind geboren in het gezin van de andere ouder
Ook als er een kind wordt geboren in het gezin van de andere ouder, die geen bijslagtrekkende is in de bijslagtrekkendekern, gebeurt de wijziging naar begunstigdenkern enkel voor de gemeenschappelijke kinderen van deze ouder en zijn nieuwe partner.
Voorbeeld
Ouders zijn gescheiden en hebben 2 kinderen (Thomas en Jeroen). De moeder, Merel, is bijslagtrekkende op 31.12.2018 en vormt op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern voor Thomas en Jeroen. De vader, Karel, is gekend als bijkomende actor in het dossier.
Op 05.05.2019 wordt er nieuw kind, Maarten, geboren in het gezin van de vader Karel en zijn nieuwe partner Anne.
Er ontstaat een nieuwe begunstigdenkern voor Maarten vanaf 01.05.2019.
Kern voor Maarten |
Begunstigden beide ouders, Anne en Karel |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Beide ouders, Anne en Karel |
Gezinsgrootte |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
Idem als voor basisbedrag |
Als Anne en Karel nog gemeenschappelijke kinderen hebben, waarvoor (één van) beiden bijslagtrekkende/begunstigde (is)zijn, dan worden deze opgenomen in de begunstigdenkern die gecreëerd werd voor Maarten. Het bijslagtrekkende dossier voor deze kinderen wordt dan afgesloten.
Impact op het dossier van de kinderen Thomas en Jeroen met moeder Merel als bijslagtrekkende:
De komst van het nieuw geboren kind van Anne en Karel heeft geen enkele invloed op andere kinderen die zij hebben uit (een) vorige relatie(s). Voor de kinderen Thomas en Jeroen verandert er niets in het dossier op vlak van bijslagtrekkende/begunstigde.
--> Er komt een (niet-verwant) kind in het gezin van de bijslagtrekkende
Voorbeeld
Carine is alleenstaande moeder en heeft 1 kind, Bart. De vader is niet gekend. Carine is bijslagtrekkende op 31.12.2018 en vormt op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern voor Bart.
Op 05.05.2019 komt er een nichtje van Carine, Paula, in haar gezin wonen.
De komst van het nichtje Paula heeft invloed op het dossier en de bijslagtrekkendekern van Carine met haar kind.
De bijslagtrekkendekern wordt afgesloten en er wordt voor beide kinderen nieuw dossier met een begunstigdenkern aangemaakt vanaf 01.06.2019.25
Kern voor Bart en Paula |
Begunstigde Carine |
Betaling basisbedrag aan |
Carine |
Inkomstenkern |
Carine |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
Carine |
Ondanks het feit dat de samenstelling van het dossier dezelfde blijft, dient het bijslagtrekkendedossier afgesloten te worden en moet er een nieuw begunstigdendossier te worden aangemaakt.
Variant 1
Stel dat de moeder Carine samenwoont met Louis, de vader van Bart, dan wordt vermoed dat Louis eveneens begunstigde is voor beide kinderen
|
Situatie op 01.01.2019 Voor Bart |
Situatie vanaf 01.06.2019 voor Bart en Paula |
Kern |
Bijslagtrekkende: Carine |
Begunstigdenkern: Carine en Louis |
Betaling basisbedrag aan |
Carine |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Carine en Louis |
Carine en Louis |
Gezinsgrootte |
1 kind |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Carine |
Idem als voor basisbedrag |
Als Louis echter het nichtje Paula niet mee opvoedt, dan blijft het dossier van Bart zoals het is met bijslagtrekkende Carine en ontstaat er een apart dossier voor het kind Paula met Carine als begunstigde.
Variant 2
In het geval dat Carine gescheiden is van Louis, de vader van Bart, en Carine voedt het nichtje Paula alleen op, dan wordt er een begunstigdenkern gevormd voor Paula. Aangezien Carine de enige begunstigde is voor Paula, heeft dit geen invloed op het dossier van Bart op vlak van begunstigde/bijslagtrekkende.
Variant 3
Als Carine haar nichtje Paula opvoedt met een nieuwe partner Koen:
- Er ontstaat een begunstigdenkern voor het nichtje zoals hierboven beschreven, met Koen als tweede begunstigde (vermoeden van gezamenlijke opvoeding).
- Er verandert niets aan het dossier van Carine en haar eigen kind Bart.
Indien Carine gemeenschappelijke kinderen heeft met Koen, voor wie of Carine of Koen bijslagtrekkende is, dan worden deze gemeenschappelijke kinderen opgenomen in de begunstigdenkern die gecreëerd werd voor het kind Paula. Het bijslagtrekkende dossier voor deze kinderen wordt dan afgesloten.
De komst van het nieuw kind Paula in het gezin van Carine heeft ook tot gevolg dat het oorspronkelijk dossier van de begunstigde/bijslagtrekkende van het nichtje eveneens zal moeten worden aangepast aan de nieuwe situatie met een overschakeling naar begunstigdenkern.
Voorbeeld 1 (vervolg)
De moeder van Paula, Magda, heeft 2 kinderen (Paula en Maarten) met vader Luc van wie zij gescheiden is. Vader Luc woont samen met partner Ingrid. Daarnaast heeft moeder Magda nog 2 andere kinderen met haar nieuwe partner Christiaan met wie ze samenwoont. Alle kinderen wonen bij haar. Omdat het kind Paula bij haar tante Carine gaat wonen ontstaat er een begunstigdenkern voor Maarten bestaande uit Magda met de vader Luc.
|
Situatie op 01.01.2019 voor Maarten en Paula |
Situatie vanaf 01.06.2019 voor Maarten |
Kern |
Bijslagtrekkende: moeder Magda |
Begunstigden: moeder Magda en vader Luc |
Betaling basisbedrag aan |
Moeder |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Magda + partner Christiaan |
Magda + partner Christiaan |
Luc + partner Ingrid |
||
Gezinsgrootte |
4 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan moeder |
50% aan Magda |
50% aan Luc |
In het dossier van de kinderen die Magda heeft met Christiaan verandert er niets op vlak van begunstigde/bijslagtrekkende.
Voorbeeld 2
Ouders, Ben en Truus, zijn gehuwd en hebben samen 3 kinderen (Lois, Lore en Thomas). De kinderen Lore en Thomas wonen bij de ouders. Truus is bijslagtrekkende.
Het kind Lois woont bij de grootouders. De grootmoeder, Marianne, is bijslagtrekkende voor dit kind.
In april 2019 gaat het kind Thomas ook bij de grootouders wonen.
Deze verhuis heeft invloed op beide dossiers.
Het dossier met moeder als bijslagtrekkende:
|
Situatie op 01.01.2019 voor Lore en Thomas |
Situatie vanaf 01.05.2019 voor Lore |
Kern |
Bijslagtrekkende: Truus |
Begunstigdenkern moeder Truus en vader Ben |
Betaling basisbedrag aan |
Moeder Truus |
Keuze of bij gebrek aan keuze de jongste |
Inkomstenkern |
Moeder Truus en vader Ben |
Moeder Truus en vader Ben |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan moeder Truus |
Idem als voor het basisbedrag |
Het dossier van de grootmoeder:
|
Situatie op 01.01.2019 voor Lois |
Situatie vanaf 01.05.2019 voor Lois en Thomas |
Kern |
Bijslagtrekkende: grootmoeder Marianne |
Begunstigdenkern grootmoeder Marianne en grootvader26 |
Betaling basisbedrag aan |
Grootmoeder Marianne |
Keuze of bij gebrek aan keuze de jongste |
Inkomstenkern |
Grootmoeder Marianne en grootvader |
Grootmoeder Marianne en grootvader |
Gezinsgrootte |
1 kind |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan grootmoeder Marianne |
Idem als voor het basisbedrag |
--> Er komt een (niet-verwant) kind in het gezin van de andere ouder
Ook als er een (niet-verwant) kind in het gezin komt van de ouder die geen bijslagtrekkende is in de bijslagtrekkendekern gebeurt er een wijziging naar begunstigdenkern voor de gemeenschappelijke kinderen van deze ouder en zijn nieuwe partner met wie hij samenwoont in het gezin waar het kind komt.
Voorbeeld
Marijke en Sam zijn gescheiden en hebben samen een kind, Mathijs. Sam is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor Mathijs27 en vormt bijgevolg op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. Marijke is in het dossier gekend als bijkomende actor. Zij woont alleen.
Op 05.05.2019 neemt Marijke een niet-verwant kind, James, op in haar gezin.
Er ontstaat een nieuwe begunstigdenkern voor het kind James vanaf 01.06.2019:
Kern voor James |
Begunstigde Marijke |
Betaling basisbedrag aan |
Marijke |
Inkomstenkern |
Marijke |
Gezinsgrootte |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
Marijke |
In het dossier van het kind Mathijs verandert er op vlak van begunstigde/bijslagtrekkende niets. Vader Sam blijft bijslagtrekkende.
Variant 1
Indien Marijke samenwoont met een nieuwe partner Tom met wie zij 3 gemeenschappelijke kinderen heeft, dan gaan we uit van het vermoeden dat zij beiden het kind James opvoeden en wordt Tom eveneens begunstigde voor James vanaf 01.06.2019.
Kern |
Marijke en Tom |
Kinderen |
James en de 3 gemeenschappelijke kinderen van Marijke en Tom |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek aan keuze: de jongste |
Inkomstenkern |
Marijke en Tom |
Gezinsgrootte |
4 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
Idem als voor basisbedrag |
Ook hier, in het dossier van het kind Mathijs verandert er op vlak van begunstigde/bijslagtrekkende niets. Vader Sam blijft bijslagtrekkende.
Variant 2
Als Marijke het kind James samen opvoedt met Tom en Tom heeft ook nog kinderen uit (een) vorige relatie(s), dan heeft de komst van het kind James geen enkel invloed in het dossier van deze kinderen op vlak van begunstigde/bijslagtrekkende.
Zowel Marijke als Tom kunnen weerleggen dat zij het kind samen opvoeden. Enkel de werkelijke opvoeder zal dan begunstigde zijn in het dossier.
3.2. Wijziging in de opvoedingssituatie door een plaatsing in instelling of pleeggezin
--> Er wordt een kind geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde
Ouders zijn gescheiden en hebben samen 2 kinderen, Simon en Marieke. De moeder Ellen is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor beide kinderen en vormt bijgevolg op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. Zij woont samen met haar nieuwe partner Tim. De vader Tuur is gekend in het dossier als bijkomende actor.
Op 06.07.2019 wordt Marieke geplaatst in een instelling. Het 1/3de is te betalen aan de begunstigdenkern28 .
De vader Tuur woont samen met Carol die zelf 1 kind heeft uit een vorige relatie voor wie zij bijslagtrekkende is.
De plaatsing van Marieke is een wijziging in de opvoedingssituatie en zorgt voor een wijziging van bijslagtrekkendekern naar begunstigdenkern met toevoeging van de vader Tuur in het dossier van de kinderen Simon en Marieke:
Kern voor Simon en Marieke |
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Ellen |
Begunstigden: Ellen en Tuur |
Betaling basisbedrag aan |
Ellen |
Voor Simon: keuze of bij gebrek de jongste. Voor Marieke: 1/3de aan begunstigdenkern (volgens keuze of bij gebrek de jongste) |
Inkomstenkern |
Ellen + Tim |
Ellen + Tim |
Tuur + Carol |
||
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Ellen |
Voor Simon: 50% aan Ellen Voor Marieke: 1/3de van de 50% aan Ellen |
Voor Simon: 50% aan Tuur Voor Marieke: 1/3de van de 50% aan Tuur |
De plaatsing van Marieke heeft geen enkele invloed in het dossier van Carol en haar kind op vlak van bijslagtrekkende/begunstigde. Wel wijzigt vanaf 01.08.2019 de gezinsgrootte in het dossier van Carol. Voorheen was de gezinsgrootte 1 kind, vanaf 01.08.2019 worden de beide kinderen van haar toeslagpartner Tuur meegeteld à gezinsgrootte 3 kinderen.
--> Er is sprake van een einde plaatsing met betaling 1/3de aan de begunstigde
Mo en Sara wonen samen en hebben samen 3 kinderen waarvan het kind Senne op 31.12.2018 geplaatst is in een instelling. Het 1/3de van de gezinsbijslag wordt betaald aan Sara. Op 31.12.2018 is Sara bijslagtrekkende voor alle kinderen en op 01.01.2019 vormt zij een bijslagtrekkendekern. De vader Mo is in het dossier gekend als bijkomende actor.
Op 06.07.2019 eindigt de plaatsing van Senne.
Deze einde plaatsing zorgt ervoor dat de bijslagtrekkendekern wordt afgesloten en een nieuw dossier met een begunstigdenkern bestaande uit Mo en Sara wordt aangemaakt voor alle kinderen.
Voor de 3 kinderen |
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Sara |
Begunstigden: Sara en Mo |
Betaling basisbedrag aan |
Sara29 |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Sara + Mo |
Beide ouders, Sara en Mo |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Sara30 |
Keuze of bij gebrek de jongste. |
Bij het einde van de plaatsing vervalt de proportionele verdeling en worden de bedragen voor de 3 kinderen bepaald volgens de situatie op 31.12.2018. Voor meer informatie verwijzen we naar toelichtingsnota 1 “Omkering rangen”.
Variant
Indien Mo en Sara gescheiden zijn, wordt er uitgegaan van gelijk verdeelde huisvesting en wordt de sociale toeslag verdeeld onder beide ouders, tenzij er een vonnis is waaruit een andere regeling (zwaartepunt van het verblijf bij één van de ouders) blijkt. Stel dat Sara samenwoont met een nieuwe partner Etienne. Mo woont alleen.
Indien Mo en Sara gescheiden zijn, komen we tot volgend resultaat:
Voor de 3 kinderen |
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Sara |
Begunstigden: Sara en Mo |
Betaling basisbedrag aan |
Sara |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Sara + partner Etienne |
Sara + partner Etienne |
Mo |
||
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Sara |
50%: Sara |
50%: Mo |
Indien er een vonnis is waaruit blijkt dat voor 1 kind het zwaartepunt van verblijf bij Mo is:
Voor de 3 kinderen |
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Sara |
Begunstigden: Sara en Mo |
Betaling basisbedrag aan |
Sara |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Sara + partner Etienne |
Sara + partner Etienne |
Mo |
||
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Sara |
50%: Sara voor 2 kinderen |
50%: Mo voor 2 kinderen en 100% voor het kind met zwaartepunt verblijf bij Mo |
--> Er wordt een kind geplaatst in een instelling met betaling 1/3de spaarrekening
Ouders zijn gescheiden (gelijk verdeelde huisvesting) en hebben samen 2 kinderen, Luc en Tijs. De moeder Simonne is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor beide kinderen en vormt bijgevolg op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. Zij woont samen met haar nieuwe partner Kurt. De vader van de kinderen, Filip, is gekend in het dossier als bijkomende actor.
Op 06.07.2019 wordt Tijs geplaatst in een instelling. Het 1/3de is te betalen op een spaarrekening.
De vader Filip woont samen met Nathalie die zelf 2 kinderen heeft uit een vorige relatie voor wie zij bijslagtrekkende is.
De plaatsing van Tijs is een wijziging in de opvoedingssituatie en zorgt voor een wijziging van bijslagtrekkendekern naar begunstigdenkern met toevoeging van de vader Filip voor het kind Luc.
Voor Tijs ontstaat een eigen begunstigdenkern omdat het een plaatsing 1/3de spaarrekening betreft.
|
Situatie op 01.01.2019 voor Luc en Tijs |
Situatie vanaf 01.08.2019 voor Luc |
Kern |
Bijslagtrekkende: Simonne |
Begunstigden: Simonne en Filip |
Betaling basisbedrag aan |
Simonne |
Voor Luc: keuze of bij gebrek de jongste. |
Inkomstenkern |
Simonne + Kurt |
Simonne + Kurt |
Filip + Nathalie |
||
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Simonne |
50% aan Simonne |
50% aan Filip |
Begunstigdenkern voor Tijs vanaf 01.08.2019:
Kern |
Tijs is begunstigde voor zichzelf |
Betaling basisbedrag aan |
1/3de op spaarrekening en 2/3den aan Jongerenwelzijn of instelling |
Inkomstenkern |
Tijs |
Gezinsgrootte |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
Idem als voor het basisbedrag |
De plaatsing van Tijs heeft geen enkele invloed in het dossier van Nathalie en haar kinderen op vlak van bijslagtrekkende/begunstigde.
--> Er is sprake van een einde plaatsing in een instelling met betaling 1/3de spaarrekening
Jan en Heidi zijn gescheiden en hebben samen 3 kinderen waarvan het kind Tommy op 31.12.2018 geplaatst is in een instelling. Het 1/3de van de gezinsbijslag wordt betaald op een spaarrekening. Op 31.12.2018 is Heidi bijslagtrekkende en op 01.01.2019 vormt zij een bijslagtrekkendekern voor de 2 niet-geplaatste kinderen.
Vanaf 01.01.2019 vormt Tommy zijn eigen begunstigdenkern.
Zij woont samen met haar nieuwe partner Richard. De vader Jan is in het dossier gekend als bijkomende actor. Hij woont samen met zijn nieuwe partner Els.
Op 06.07.2019 eindigt de plaatsing van Tommy en gaat hij terug bij zijn moeder Heidi wonen.
Deze einde plaatsing zorgt ervoor dat de bijslagtrekkendekern wijzigt in een begunstigdenkern met toevoeging van de vader Jan in het dossier:
|
Situatie op 01.01.2019 voor de 2 niet-geplaatste kinderen |
Situatie vanaf 01.08.2019 voor alle 3 de kinderen |
Kern |
Bijslagtrekkende: Heidi |
Begunstigden: Heidi en Jan |
Betaling basisbedrag aan |
Heidi |
Keuze of bij gebrek de jongste. |
Inkomstenkern |
Heidi + partner Richard |
Heidi + partner Richard |
Jan + partner Els |
||
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Heidi |
50% aan Heidi |
50% aan Jan |
De begunstigdenkern met Tommy als begunstigde voor zichzelf wordt bij einde plaatsing afgesloten.
In toepassing van artikel 210, §, 5, laatste lid van het Groeipakketdecreet ontvangt Tommy bij het einde van de plaatsing de bedragen gezinsbijslag binnen de nieuwe regeling van het Groeipakket zoals bepaald in Boek 2 van het Groeipakketdecreet. Dus voor Tommy worden vanaf dan zowel voor het basisbedrag als voor de sociale toeslag de nieuwe bedragen van boek 2 uitbetaald.
--> Er wordt een kind geplaatst in een pleeggezin
Ouders zijn gescheiden en hebben samen 2 kinderen, Oscar en Stijn. De moeder Emma is op 31.12.2018 bijslagtrekkende en vormt bijgevolg op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. De moeder woont samen met haar nieuwe partner Geert. De vader, Thomas, is in het dossier gekend als bijkomende actor. Hij woont samen met zijn nieuwe partner Mieke.
Op 06.07.2019 wordt Oscar geplaatst (niet-perspectief biedend) in het pleeggezin van mevrouw Peeters. Mevrouw Peeters vormt een bijslagtrekkendekern voor haar kind Timo. De vader van Timo is niet gekend. Zij woont alleen.
De plaatsing van Oscar brengt een wijziging met zich mee in de bijslagtrekkendekern van Emma, alsook in de kern van het pleeggezin:
Invloed op de bijslagtrekkendekern van Emma:
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Emma |
Begunstigden: Emma en Thomas |
Betaling basisbedrag aan |
Emma |
Voor Stijn: keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Emma + partner Geert |
Voor Stijn: Emma + Geert |
Voor Stijn: Thomas + Mieke |
||
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Emma |
50% aan Emma |
50% aan Thomas |
De pleegzorgtoeslag voor Oscar wordt toegekend aan Emma, die als forfaitaire begunstigde aangeduid wordt in de GPA in het dossier van het kind Oscar, met de pleegzorger(s) als begunstigde(n)kern. Het is de uitbetalingsactor van het pleeggezin die de pleegzorgtoeslag betaalt.
Invloed op de bijslagtrekkendekern van mevrouw Peeters voor het kind Timo en het pleegkind Oscar:
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.08.2019 voor Timo en Oscar |
Kern |
Bijslagtrekkende: mevrouw Peeters |
Begunstigden: mevrouw Peeters |
Betaling basisbedrag aan |
Mevrouw Peeters |
Mevrouw Peeters |
Inkomstenkern |
Mevrouw Peeters |
Mevrouw Peeters |
Gezinsgrootte |
1 kind |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Mevrouw Peeters |
100% aan Mevrouw Peeters |
In dit dossier zal er een forfaitaire begunstigdenkern met de moeder Emma aanwezig zijn voor het kind Oscar waaruit blijkt dat er nog een pleegzorgtoeslag aan haar wordt betaald. Deze toeslag kan vanaf 01.08.2019 aan Emma worden uitbetaald.
Als de vader van Timo wel gekend is en mevrouw Peeters met hem samenwoont, dan wordt ook hij begunstigde voor Oscar31 .
Dezelfde regels worden ook toegepast bij einde van een plaatsing in een pleeggezin. De invloeden in het dossier van zowel het pleeggezin als dat van het oorspronkelijk gezin moeten worden onderzocht en de nodige aanpassingen dienen worden uitgevoerd.
Voorbeeld
Het kind Ann is geplaatst in het pleeggezin van mevrouw Bramen. Mevrouw Bramen is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor Ann en bijgevolg ook op 01.01.2019.
Mevrouw Bramen heeft nog 2 kinderen (Jo en Nick) voor wie zij ook bijslagtrekkende is. Mevrouw Bramen is gehuwd en woont samen met de vader van Jo en Nick.
Op 06.08.2019 eindigt de plaatsing van Ann en gaat zij terug bij haar moeder wonen. In het gezin van de moeder woont Maarten, de broer van Ann, waarvoor haar moeder bijslagtrekkende is.
Impact in het dossier van Jo en Nick:
Aangezien mevrouw Bramen de opvoeder was van Ann als pleegzorger en zij nog gehuwd en samenwoont met de vader van Jo en Nick, vermoeden we dat de vader ook instond voor de opvoeding van Ann.
Er ontstaat een begunstigdenkern voor Jo en Nick vanaf 01.09.2019.
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.09.2019 voor Jo en Nick |
Kern |
Bijslagtrekkende: mevrouw Bramen |
Begunstigden: mevrouw Bramen en de vader van Jo en Nick |
Betaling basisbedrag aan |
Mevrouw Bramen |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Mevrouw Bramen + vader van Jo en Nick |
Mevrouw Bramen + de vader van Jo en Nick |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Mevrouw Bramen |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Als mevrouw Bramen niet samenwoont met de vader van Jo en Nick, dan verandert er niets in het dossier van Jo en Nick op vlak van bijslagtrekkende.
Als mevrouw Bramen samenwoont met een nieuwe partner die niet de vader is van Jo en Nick dan verandert er ook niets voor Jo en Nick op vlak van bijslagtrekkende. Als mevrouw Bramen gemeenschappelijke kinderen heeft met haar nieuwe partner, dan ontstaat er voor die kinderen een begunstigdenkern.
Impact in het dossier van de moeder van Ann:
Door de komst van Ann in haar gezin ontstaat er een begunstigdenkern voor Ann met de ouders als begunstigden. Aangezien de nieuwe begunstigden, namelijk de ouders, nog een gemeenschappelijk kind hebben is er ook voor Maarten een overschakeling naar een begunstigdenkern.
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.09.2019 voor Maarten en Ann |
Kern |
Bijslagtrekkende: moeder |
Begunstigden: moeder + vader |
Betaling basisbedrag aan |
moeder |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Moeder (+ partner) |
Moeder + vader of bij scheiding beiden apart met hun partner |
Gezinsgrootte |
1 kind |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan moeder |
Keuze of bij gebrek de jongste of bij scheiding 50% moeder en 50% vader. |
Als de moeder nog kinderen heeft met een andere partner dan de vader Ann en Maarten, dan verandert er voor die kinderen niet op het vlak van bijslagtrekkende.
Hierover zal verdere uitleg komen in een toelichtingsnota over plaatsingen in een pleeggezin.
3.2.1. Verhuis van een kind van de ene ouder naar de andere ouder met voor en na de verhuis gelijk verdeelde huisvesting
Johan en Els zijn gescheiden en hebben samen 2 kinderen (Karen en Jos). Els woont alleen met beide kinderen. Op 31.12.2018 is Els bijslagtrekkende voor beide kinderen en vormt zij op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. Johan is in het dossier gekend als bijkomende actor.
Johan woont ondertussen samen met zijn nieuwe partner, Sara, met wie hij reeds 2 kinderen heeft. Sara is bijslagtrekkende voor deze kinderen.
Op 16.05.2019 beslist het kind Karen om bij haar vader te gaan wonen.
De verhuis van Karen naar de vader Johan brengt een wijziging van bijslagtrekkendekern naar begunstigdenkern met zich mee:
Invloed op de bijslagtrekkendekern van Els voor de kinderen Karen en Jos
Voor Karen en Jos |
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.06.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Els |
Begunstigden: Els en Johan |
Betaling basisbedrag aan |
Els |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Els |
Els |
Johan + Sara |
||
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Els |
50% aan Els |
50% aan Johan |
De wijziging voor Karen heeft geen invloed op de bijslagtrekkendekern van Sara voor de gemeenschappelijke kinderen die zij heeft met Johan.
3.2.2. Wijziging in het ouderlijk gezag
De ouders, Hans en Petra scheiden op 19.04.2019. De 2 kinderen verblijven bij de vader Hans en zijn nieuwe partner Maaike. De moeder Petra is bijslagtrekkende op 31.12.2018 en blijft bijslagtrekkende op 01.01.2019. Zij vormt een bijslagtrekkendekern voor haar kinderen. Zij woont alleen.
Op 16.09.2019 ontvangt de uitbetalingsactor een vonnis waaruit blijkt dat de vader exclusief ouderlijk gezag heeft over de kinderen.
Deze verandering in het ouderlijk gezag brengt een wijziging op vlak van begunstigde met zich mee:
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.10.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Petra |
Begunstigde: Hans |
Betaling basisbedrag aan |
Petra |
Hans |
Inkomstenkern |
Petra + Hans tot aan de scheiding op 19.04.2019 |
Hans + partner Maaike |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Petra |
100% aan Hans |
3.2.3. Enkele specifieke situaties
--> Kind gaat alleen wonen
Het kind Gigi woont samen met haar moeder en haar 2 zussen. De ouders zijn gescheiden. Op 04.04.2019 gaat Gigi alleen wonen in Vlaanderen.
De moeder is bijslagtrekkende voor de 3 kinderen.
Impact in het dossier voor Gigi:
Aangezien Gigi alleen gaat wonen, wordt zij begunstigde voor zichzelf en vormt zij haar eigen begunstigdenkern.
Impact in het dossier van de moeder als bijslagtrekkende:
Door de verhuis van Gigi, ontstaat er een begunstigdenkern voor de gemeenschappelijke kinderen van de ouders van Gigi. Bijgevolg is er voor de 2 zussen een overschakeling naar begunstigde met de beide ouders als begunstigde.
--> Kind, begunstigde voor zichzelf en eigen kind, in het gezin van de ouders en er doet zich een wijziging voor in het gezin van de ouders
Pol en Inge zijn ouders van 3 kinderen. Inge is op 31.12.2018 bijslagtrekkende voor de 2 jongste kinderen en vormt op 01.01.2019 een bijslagtrekkendekern. Pol is in het dossier gekend als bijkomende actor.
Hun oudste kind, Elsie, heeft een eigen kind en ontvangt zelf de gezinsbijslagen voor zichzelf en haar kind. Zij vormt een afzonderlijke bijslagtrekkendekern voor zichzelf en haar kind. De vader van het kind is niet gekend. Elsie woont in bij haar ouders.
Op 03.06.2019 komt er een neefje in het gezin van Pol en Inge wonen die zij beiden opvoeden.
De komst van dit neefje brengt een wijziging met zich mee in het dossier van Inge voor de 2 jongste kinderen en het neefje:
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.07.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Inge |
Begunstigden: Inge en Pol |
Betaling basisbedrag aan |
Inge |
Keuze of bij gebrek aan jongste |
Inkomstenkern |
Inge en Pol |
Inge en Pol |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Inge |
Keuze of bij gebrek aan jongste |
De komst van het neefje in het gezin van Pol en Inge heeft echter geen enkele invloed in het dossier van Elsie op vlak van begunstigd/bijslagtrekkende voor haarzelf en haar kind.
Voor de bijslagtrekkendekern voor Elsie en haar kind blijft de gezinsgrootte 2.
Als er een kind dat begunstigde is voor zichzelf en voor haar eigen kind in het gezin van haar moeder komt wonen, dan is er geen sprake van een overschakeling aangezien het kind haar eigen begunstigde is en blijft en de moeder geen begunstigde wordt voor het kind dat bij haar komt wonen.
-> Kind geplaatst en een nieuwe geboorte van en kind in het gezin
Jo en Karo zijn de ouders van Sep en Senne. Sep is geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de moeder Karo (= bijslagtrekkendekern).
Op 17.08.2019 wordt er een nieuw kindje Jaap geboren.
De geboorte van Jaap brengt een wijziging met zich mee:
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.09.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Karo |
Begunstigden: Karo en Jo |
Betaling basisbedrag aan |
Karo |
Voor Senne en Jaap: keuze of bij gebrek de jongste Voor Sep: 1/3de aan de begunstigdenkern |
Inkomstenkern |
Karo en Jo |
Karo en Jo |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Karo |
Keuze of bij gebrek de jongste |
De proportionele verdeling vervalt door de geboorte van Jaap. Het bedrag wordt bepaald volgens de situatie op 31.12.2018. De verdeelsleutel 1/3de - 2/3den blijft van toepassing op het vastgeklikt bedrag.
Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichtingsnota 1 "Omkering rangen".
--> 2 verwante personen tot en met de 3de graad die op hetzelfde adres wonen
In dat geval heeft de wijziging in de opvoedingssituatie of het ouderlijk gezag enkel betrekking op de bijslagtrekkendekern waarin de wijziging zich voordoet. Er wordt onderzocht of de betrokken begunstigde(n) nog (andere) gemeenschappelijke kinderen hebben en de wijziging wordt doorgetrokken naar het dossier van deze kinderen.
Als er slechts 1 bijslagtrekkendekern is worden de kinderen allemaal door dezelfde bijslagtrekkende opgevoed. Op het moment dat er zich een wijziging voordoet die een overgang naar de regels en toepassing van begunstigden met zich meebrengt, dan dient men te kijken wie begunstigde(n) wordt en of deze begunstigde(n) nog gemeenschappelijke kinderen hebben.
Voorbeeld
2 samenwonende zussen kunnen, naast hun eigen kinderen, ook samen een kind opvoeden. Er dient dan te worden nagegaan wie van hen het kind effectief opvoedt. Indien het kind enkel door één van de zussen wordt opgevoed, heeft de wijziging naar begunstigdenkern enkel invloed op de dossier(s) van kinderen die van die éne zus en de mogelijke bijkomende begunstigde afstammen.
Als de zussen samen het kind opvoeden, zijn zij beiden begunstigden voor het kind en vormen zij als begunstigden ook samen de inkomstenkern. Hun inkomsten worden dan samengeteld. Zij moeten duidelijk geïnformeerd worden over de gevolgen van die keuze.
--> Kind wordt opgevoed door persoon andere dan de ouder en een ouder komt in het gezin wonen
In deze situaties gebeurt er een overschakeling van bijslagtrekkendekern naar begunstigdenkern waarbij de ouders begunstigden worden.
Bertje woont in bij zijn grootmoeder en wordt door haar opgevoed. De grootmoeder is op 01.01.2019 bijslagtrekkende voor Bertje.
Op 20.04.2019 komt de vader in het gezin van Bertje en de grootmoeder wonen.
Door de komst van een ouder in het gezin dient het bijslagtrekkendedossier te worden afgesloten vanaf 30.04.2019. Vanaf 01.05.2019 wordt een nieuw dossier aangemaakt met een begunstigdenkern bestaande uit beide ouders.
--> Ouders scheiden in 2019
Feitelijke scheidingen in 2019 hebben geen enkele impact op de overschakeling (met uitzondering van vonnis exclusief ouderlijk gezag). Dit betekent dat de volgende situaties ook geen overschakeling met zich mee brengen:
- Bijslagtrekkende ouder verhuist en het kind blijft bij de andere ouder
- De andere ouder verhuist en het kind blijft bij de bijslagtrekkende ouder
- De bijslagtrekkende ouder verhuist met het kind en de ander ouder blijft (met een ander kind) waar deze woont
- De andere ouder verhuist met het kind en de bijslagtrekkende ouder blijft (met een ander kind) waar deze woont
- De andere ouder komt terug bij de bijslagtrekkende en het kind wonen.
- De bijslagtrekkende ouder komt terug bij de andere ouder en het kind wonen
Enkel wanneer er één van de kinderen verhuist van de ene ouder naar de andere ouder32 is er sprake van een overschakeling, dus ook als:
- De bijslagtrekkende ouder samen met het kind bij de andere ouder en een ander kind wonen
- De andere ouder samen met het kind opnieuw bij de bijslagtrekkende en een ander kind komt wonen
Voor meer informatie zie bijlage 2 bij toelichtingsnota 7 over feitelijke scheidingen en (echtscheidings)vonnissen.
4. Bijzondere situaties
4.1. Wijziging op schriftelijk verzoek van bijslagtrekkende
In principe kan een bijslagtrekkende of een mogelijke begunstigde pas vanaf 01.01.2020 een schriftelijk verzoek indienen om de bepalingen inzake begunstigden toe te passen; het kan vroeger als de bijslagtrekkende of de persoon die mogelijk als begunstigde kan worden aangeduid33 , samenwoont met een persoon die in aanmerking komt voor de toeslag voor langdurig zieken en arbeidsongeschikten en voor personen met een handicap34 .
In dit geval kan de verandering al schriftelijk aangevraagd worden vóór 01.01.2020.
Deze aanvraag heeft uitwerking vanaf de maand volgend op het ontvangst van de aanvraag.
Voorbeeld 1 - Aanvraag vóór 01.01.2020
Gezin met 2 kinderen. De ouders zijn gescheiden, gelijk verdeelde huisvesting, en de kinderen staan gedomicilieerd bij de vader. De moeder is de bijslagtrekkende omdat de vader de gezinsbijslag niet heeft opgeëist. Op 01.01.2019 bestaat het dossier uit de bijslagtrekkendekern met enkel bijslagtrekkende, de moeder. De vader is niet opgenomen in de bijslagtrekkendekern.
Op 20.05.2019 gaat de moeder samenwonen met een nieuwe partner Dennis die langdurig ziek is. Dennis kan op basis van zijn ziekte een verhoogde sociale toeslag genereren voor de kinderen van de vader vanaf 01.05.2019.
De vader woont samen met een nieuwe partner Isabelle.
Op 04.09.2019 verzoekt de moeder schriftelijk om de begunstigdenregeling toe te passen.
Vanaf 01.10.2019 overgang naar begunstigdenkern met vader en moeder, en uitbetaling aan begunstigde naar keuze of bij gebrek de jongste.
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.10.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: moeder |
Begunstigden: beide ouders |
Betaling aan |
Moeder |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Moeder 100% sociale35 toeslag |
Beide ouders (+ partner) vormen aparte inkomstenkernen. |
Gezinsgrootte | 2 kinderen |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan de moeder |
50% aan de vader |
Voorbeeld 2 - Aanvraag voor 01.01.2020:
Gezin met 2 kinderen. De ouders zijn gescheiden, gelijk verdeelde huisvesting, en de kinderen staan gedomicilieerd bij de vader. De moeder is de bijslagtrekkende omdat de vader de gezinsbijslag niet heeft opgeëist. Op 01.01.2019 bestaat het dossier uit de bijslagtrekkendekern met enkel bijslagtrekkende, de moeder. De vader is niet opgenomen in de kern.
Op 20.05.2019 gaat de vader samenwonen met zijn nieuwe partner die langdurig ziek is. zij kan op basis van haar ziekte een verhoogde sociale toeslag genereren voor de kinderen van de vader.
Op 04.06.2019 verzoekt de vader schriftelijk om de begunstigdenregeling toe te passen.
Vanaf 01.07.2019 geschiedt de overgang naar begunstigdenkern met vader en moeder met uitbetaling aan begunstigde naar keuze of bij gebrek de jongste.
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.07.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: moeder |
Begunstigden: beide ouders |
Betaalmodaliteit |
Moeder |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Moeder + partner (100% sociale toeslag) |
Beide ouders (+ partner) vormen aparte inkomstenkernen. Elk 50% van de sociale toeslag. |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
|
Sociale toeslag |
100% aan de moeder |
50% aan de vader 50% aan de moeder |
Voorbeeld 3 - Aanvraag vanaf 2020
Gezin met 3 kinderen. Op 01.01.2019 bestaat het dossier uit de bijslagtrekkendekern met enkel de bijslagtrekkende, de moeder. De ouders zijn gescheiden en er is sprake van gelijk verdeelde huisvesting. De vader is niet opgenomen in de bijslagtrekkendekern. Op 02.02.2020 verzoekt de vader de uitbetalingsactor schriftelijk om begunstigde te zijn voor zijn kinderen.
Vanaf 01.03.2020 is er een overgang naar begunstigdenkern met vader en moeder, en uitbetaling aan begunstigde naar keuze of bij gebrek aan keuze aan de jongste.
|
Situatie op 01.01.2019 |
Situatie vanaf 01.03.2019 |
Kern |
Bijslagtrekkende: Moeder |
Begunstigden: beide ouders |
Betaling aan |
Moeder |
Keuze of bij gebrek aan keuze de jongste |
Inkomstenkern |
Moeder + partner (100% sociale toeslag) |
Beide ouders (+ partner) vormen aparte inkomstenkernen. Elk 50% van de sociale toeslag. |
Gezinsgrootte | 3 kinderen |
|
Sociale toeslag | 100% aan de moeder |
4.2. Bijslagtrekkende forfaitaire pleegzorgbijslag
De bijslagtrekkende die op 31.12.2018 de forfaitaire pleegzorgbijslag ontving, blijft deze ontvangen tot er zich een wijziging in de plaatsing in het pleeggezin voordoet of tot de toekenning van de forfaitaire pleegzorgbijslag wordt herroepen.
Hierover zal verdere uitleg komen in een toelichtingsnota over plaatsingen in een pleeggezin.
4.3. Overlijden
Indien een ouder overlijdt en er een recht op wezentoeslag ontstaat zoals bepaald in art. 14 van het Groeipakketdecreet is er voor de (half)wees overgang van bijslagtrekkendekern naar een begunstigdenkern. Daarnaast worden vanaf het overlijden de bedragen zoals bepaald in boek 2 van het Groeipakket toegekend aan de (half)wees.
Carolien is op 01.01.2019 bijslagtrekkende voor haar zoon Sam. De vader van Sam is gekend als bijkomende actor.
Op 14.09.2019 komt Carolien te overlijden.
Bij het overlijden van Carolien zal er een onderzoek komen naar een andere mogelijke begunstigde.
Er wordt dan een nieuwe begunstigdenkern bepaald voor Sam en een nieuw dossier met een begunstigde(n) wordt aangemaakt.
5. Bijlage
In bijlage gaat een bijkomend voorbeeld waarbij de omvorming van bijslagtrekkendekern naar begunstigden schematisch wordt voorgesteld.
- 1In GPA wordt het nog steeds een begunstigdenkern genoemd met aanduiding bijslagtrekkende (BT) naast de begunstigde.
- 2 In principe via gerechtelijke weg, uitzondering hierop is de niet-gerechtelijke procedure van erkenning van een kind.
- 3Onder een bestaand recht wordt ook een geschorst recht begrepen.
- 4Omdat ze ouders zijn of opvoeders van niet-eigen kinderen.
- 5Idem.
- 6Idem.
- 7De verhuis van een ouder met een kind door een scheiding hoort hier niet onder. Het betreft hier enkel situaties waar de ouders al gescheiden zijn voor de verhuis van het kind. Het kind dat opnieuw bij één van zijn ouders gaat wonen valt hier wel onder. Bijvoorbeeld als het kind bij zijn grootmoeder-bijslagtrekkende woonde en verhuist naar het gezin van zijn vader die gescheiden woont van de moeder, dan zullen beide ouders een begunstigdenkern vormen voor al hun gemeenschappelijke kinderen die bij hen verblijven.
- 8Zonder ontzetting uit de ouderlijke macht.
- 9Omdat ze ouders zijn of opvoeders van niet-eigen kinderen.
- 10Dit vermoeden geldt eveneens wanneer de ouders nooit hebben samengewoond.
- 11Er is geen sprake van terugwerkende kracht.
- 12Deze gebeurtenis kan wel een impact hebben op de het dossier voor de bepaling van de sociale toeslagen (bepaling inkomstenkern en de gezinsgrootte).
- 13Een vonnis kan weerlegd worden via de procedure dringende en voorlopige maatregelen (uitspraak mogelijk binnen een week).
- 14De verplichte aansluitingsperiode tot 31.12.2019 van de bijslagtrekkende wordt door de overschakeling naar de begunstigdenregeling zonder voorwerp.
- 15Zijn de ouders gescheiden en is er een 50/50 verdeling voor de sociale toeslag, dan wordt de helft van de sociale toeslag die toekomt aan de ouder andere dan de vroegere bijslagtrekkende niet op de gekende rekening gestort. Hiervoor wachten we op de nieuwe bankrekeninggegevens, blijven die uit dan wordt met een circulaire cheque betaald.
- 16Het nummer van de gekend bankrekening hoeft niet in de brief vermeld te worden.
- 17Dit betekent dat de jongste aangeduid wordt als ontvanger van de toelagen binnen de begunstigdenkern.
- 18Met eventuele toepassing van de betaling te goeder trouw onder de voorwaarden toegelicht in de informatienota 1986/50.
- 19Met de toeslagpartner wordt de persoon bedoeld die samen met de bijslagtrekkende of de begunstigde de inkomstenkern voor het kind vormt.
- 20Bij geboorte op 29.03.2019 is de gebeurtenis de geboorte en doet de verandering zich voor op 01.04.2019, ondanks latere behandeling van het dossier. De lopende maand maart wordt uitbetaald door de bevoegde uitbetalingsactor aan de bijslagtrekkende moeder en de volgende maand door de nieuwe, indien verandering van uitbetalingsactor. Indien door de geboorte van het derde kind recht op sociale toeslag ontstaat, kan die sociale toeslag (hoger bedrag) voor de 3 kinderen vanaf 1 maart 2019 betaald worden.
- 21Bij onenigheid zal er betaald worden aan de jongste binnen de begunstigdenkern.
- 22Idem.
- 23Bij onenigheid zal er betaald worden aan de jongste binnen de begunstigdenkern.
- 24Voor de kinderen Ann, Bart en Caro wordt, voor de bepaling van de sociale toeslag, de gezinsgrootte 4 kinderen.
- 25Als er voor het kind Paula een nieuw recht ontstaat, dan wordt Carine vanaf 01.05.2019 begunstigde voor Paula en dient over de maand mei het principe zoals beschreven in voorbeeld 1 bij punt 3.1.
- 26Vermoeden gezamenlijk opvoeden.
- 27Mathijs is gedomicilieerd bij Sam en Sam heeft de gezinsbijslag opgeëist.
- 28Dit wordt verder verduidelijkt in een toelichtingsnota omtrent plaatsingen in een instelling.
- 29Voor Senne volgens de verdeling 1/3de – 2/3den.
- 30Idem voetnoot 22.
- 31De gezinsbijslag moet altijd betaald worden aan de pleegzorger vermeld op het plaatsingsbericht. In de GPA zal dit mogelijk gebeuren via een sommendelegatie. Er is binnen 1 begunstigdenkern namelijk maar 1 betaalregel mogelijk.
- 32Of één van de andere wijziging beschreven in de definitie in punt 2 van dit document.
- 33Art. 225 § 2, 2de lid en art. 18 BVR Sociale toeslagen.
- 34Zoals vermeld in art. 50ter juncto, art. 56 § 2, art. 56quinquies § 1en art. 57 van de AKBW.
- 35Ingevolge de samenwoont op 20 mei 2019 wordt de inkomstenkern vanaf dan gevormd voor de moeder en Dennis.