Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 19 van 26 oktober 2021 - Vaststelling van de regels voor de ambtshalve en gedwongen herziening van een beslissing tot toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid en de Vlabel-procedure

     

    Inhoudstafel

     1. Wettelijk kader

    Artikelen 92 tot en met 94 en artikel 103, decreet 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 31.07.2018).

    Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling van de regels voor de ambtshalve en gedwongen herziening van een beslissing tot toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid B.S. 07.09.2018).

    Ministerieel besluit van 13 maart 2019 tot uitvoering van het BVR van 13 juli 2018 tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling van de regels over de ambtshalve en gedwongen herziening van een beslissing tot toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft meldingen in en motivering van een beslissing over toelagen en de voorwaarden om af te zien van terugvordering (B.S. 07.06.2019).

    2. Rechtzetting van een foutieve beslissing

    Juridische of materiële fout

    Als de uitbetalingsactor vaststelt dat een juridische of materiële fout aan de basis ligt van een beslissing over toelagen in het kader van het gezinsbeleid, dan trekt hij deze beslissing in en neemt een nieuwe beslissing die uitwerking heeft vanaf de datum waarop de ingetrokken beslissing is ingegaan of had moeten ingaan. De bepalingen m.b.t. de verjaring blijven van toepassing.

    Als de fout te wijten is aan de uitbetalingsactor, waarbij de begunstigde dit niet kon weten én het bedrag van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid kleiner is dan het bedrag dat werd toegekend, dan neemt de uitbetalingsactor een nieuwe beslissing die uitwerking heeft op de eerste dag van de maand na de kennisgeving van deze beslissing.

    Bovenstaande voorwaarden en regels blijven van toepassing wanneer er een beroep bij de geschillencommissie is ingesteld tegen een beslissing waarbij een, juridische of materiële, fout aan de basis lag. Zolang de geschillencommissie geen beslissing heeft genomen, kan de uitbetalingsactor zelf een nieuwe beslissing nemen.

    Nieuwe beslissing tijdens beroepstermijn of debatten voor de rechtbank

    De uitbetalingsactor kan zelf een nieuwe beslissing nemen binnen de termijn om een beroep bij de bevoegde rechtbank in te stellen of, indien het beroep al is ingesteld, tot aan de sluiting van de debatten als:

    • op de datum waarop het recht op een toelage in het kader van het gezinsbeleid is ontstaan, het recht door een decretale of reglementaire bepaling is gewijzigd;
    • de uitbetalingsactor kennisneemt van een nieuwe feit of nieuw bewijsmateriaal dat een invloed heeft op de rechten van de begunstigde.

    Wijziging voorwaarden selectieve participatietoeslagen

    Wanneer de situatie van de leerling wijzigt, waardoor hij niet meer voldoet aan de oorspronkelijke nationaliteitsvoorwaarde, pedagogische voorwaarden of financiële voorwaarden, veroorzaakt dit een terugvordering. De begunstigde kan tot zes maanden na de kennisname van de nieuwe feiten, die aan de basis van de terugvordering liggen, aan de uitbetalingsactor vragen om zijn dossier te herzien1 . De vraag tot herziening kan betrekking hebben op het schooljaar waarin de vraag werd gesteld of de vier voorafgaande schooljaren.

    Ook hier blijven de bepalingen m.b.t. de verjaring van toepassing.

    Nieuw verzoek bij de uitbetalingsactor

    Er kan een nieuw verzoek worden ingediend nadat:

    • de uitbetalingsactor een beslissing heeft genomen;
    • de geschillencommissie een beslissing heeft genomen;
    • een rechterlijke beslissing, over een verzoek tot toekenning van een toelage in het kader van het gezinsbeleid, in kracht van gewijsde is gegaan.

    Dit nieuw verzoek moet wel voldoen aan de vormvereisten die ook voor het oorspronkelijk verzoek golden2 .

    Verder kan een nieuw verzoek alleen gegrond worden verklaard:

    • wanneer nieuwe gegevens of stukken, die niet eerder, aan de uitbetalingsactor, geschillencommissie of bevoegde rechtbank, zijn voorgelegd;
    • ten gevolge van een wijziging van een decretale of reglementaire bepaling.

    De nieuwe beslissing geldt alleen naar de toekomst toe en wordt genomen rekening houdende met de regels die voor elke andere beslissing gelden.

     3. Terugvordering onverschuldigde betalingen

     3.1. Uitgangspunt: alle onverschuldigd betaalde toelagen terugvorderen

    Alle onverschuldigd betaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid worden door de uitbetalingsactoren teruggevorderd, behalve in de gevallen die o.b.v. het Groeipakketdecreet zijn uitgesloten3 .

     ​3.2. Niet terugvorderen bij overlijden van de persoon aan wie de onverschuldigde betaalde toelage is betaald

    Bij het overlijden van de persoon aan wie de onverschuldigde toelage is betaald, ziet de uitbetalingsactor ambtshalve af van de terugvordering van de onverschuldigd betaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid, op voorwaarde dat deze persoon op het ogenblik van het overlijden nog niet op de hoogte was gebracht van de terugvordering. Wanneer hij de onverschuldigde betaalde toelagen door bedrog of bedrieglijke handelingen heeft verkregen, kan de uitbetalingsactor niet ambtshalve van de terugvordering afzien.

    De uitbetalingsactor kan de toelagen in het kader van het gezinsbeleid terugvorderen, indien op het ogenblik van het overlijden van de begunstigde, de toelagen in het kader van het gezinsbeleid betaalbaar4  waren, maar nog niet aan hem waren uitbetaald of aan één van de volgende personen waren uitbetaald:

    • de echtgenoot met wie de gerechtigde op het ogenblik van zijn overlijden samenleefde;
    • de kinderen met wie de gerechtigde op het ogenblik van zijn overlijden samenleefde;
    • de persoon met wie de gerechtigde op het ogenblik van zijn overlijden samenleefde; 
    • de persoon die tegemoetgekomen is in de ziekenhuiskosten; 
    • de persoon die de begrafeniskosten betaald heeft.

    De terugvordering dient steeds te gebeuren conform de bepalingen van artikel 1410 van het Gerechtelijk Wetboek.

     3.3. Onverschuldigde betalingen: categorieën A t.e.m. E

    Juridische of materiële fouten die aan de basis van een beslissing over toelagen in het kader van het gezinsbeleid liggen, brengen onverschuldigde betalingen met zich mee.

    Onverschuldigde betalingen zijn betalingen waarbij de decretale bepalingen en reglementeringen niet correct zijn toegepast. Elke onverschuldigde betaling wordt ingedeeld in een categorie op basis van zijn oorzaak. Deze indeling is noodzakelijk om te bepalen of een onverschuldigd bedrag al dan niet moet teruggevorderd worden. 

    Onverschuldigde betaling type A5

    Een onverschuldigde betaling kan in deze categorie worden ingedeeld op voorwaarde dat:

    • het onverschuldigd bedrag aan een juridische of materiële fout van een uitbetalingsactor te wijten is

    EN

    • bij de betaling de begunstigde te goeder trouw6  is.

    Onverschuldigde betaling type B7

    Een onverschuldigde betaling kan in deze categorie worden ingedeeld op voorwaarde dat:

    • de onverschuldigde betaling te wijten is aan verzuim of nalatigheid van de begunstigde

    OF

    • de onverschuldigde betaling te wijten is aan een fout van de uitbetalingsactor, maar waarbij de begunstigde niet te goeder trouw heeft gehandeld. Hierbij is het aan de uitbetalingsactoren om het vermoeden van de goede trouw van de begunstigde te weerleggen8 .

    Onverschuldigde betaling type C

    Een onverschuldigde betaling kan in deze categorie worden ingedeeld op voorwaarde dat het onverschuldigd bedrag te wijten is aan een verrekening:

    • tussen uitbetalingsactoren,
    • tussen verschillende entiteiten9 ,
    • met het buitenland.

    In het geval de ene uitbetalingsactor foutieve informatie of de gevraagde informatie niet of laattijdig heeft doorgegeven aan de andere uitbetalingsactor, heeft de ene uitbetalingsactor een fout begaan. Hierdoor ontstaat er bij de andere uitbetalingsactor een schuld die ten laste is van de ene uitbetalingsactor, die de foutieve informatie heeft doorgegeven. Bijgevolg dient de ontstane schuld tussen de uitbetalingsactoren te worden verrekend en als een onverschuldigde betaling type C worden ingeboekt. Het eventuele saldo van het debet moet dan vervolgens als een onverschuldigde betaling type A of B worden ingeboekt, afhankelijk of de fout te wijten was aan de burger of louter aan de uitbetalingsactor.

    Onverschuldigde betaling type D

    Een onverschuldigde betaling kan in deze categorie worden ingedeeld op voorwaarde dat het onverschuldigd bedrag het gevolg is van fraude .

    Onverschuldigde betaling type E

    Een onverschuldigde betaling kan in deze categorie worden ingedeeld op voorwaarde dat het onverschuldigd bedrag voldoet aan alle voorwaarden om door Vlabel te worden teruggevorderd. Wanneer het dossier aan Vlabel wordt doorgestuurd, zet de uitbetalingsactor zelf de onverschuldigde betaling om naar het type E.

     3.4. De oudste schuld eerst

    Onverschuldigde betaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid worden teruggevorderd bij de personen die deze toelagen ontvangen hebben. Deze personen worden als ontvanger gedefinieerd. Wanneer een ontvanger10  meerdere schulden heeft dan wordt de oudste schuld eerst aangezuiverd11 .

     ​3.5. Inhoudingen aan 10% is de norm

    De terugvordering van onverschuldigd betaalde toelagen gebeurt, in eerste instantie, door middel van inhoudingen op de toekomstige toelagen in het kader van gezinsbeleid waarop de ontvanger recht heeft. Zo kan er maar maximaal 10 % van iedere toekomstige toelage aan de ontvanger van de onverschuldigd betaalde toelage van rechtswege worden ingehouden (artikel 1410, §4, lid 1, Gerechtelijk Wetboek). Wanneer in andere deelentiteiten gezinsbijslagen aan de ontvanger worden uitbetaald, dan kan ook daar maar een inhouding ten belope van 10 % worden gevraagd.

    Bij bedrog, nalatigheid of verzuim kan 100 % van de later verschuldigde toelagen worden ingehouden (artikel 1410, §4, lid 4 en 5, Gerechtelijk Wetboek). Indien de uitbetalingsactor meer wenst in te houden dan 10 % van iedere toekomstige toelage aan de ontvanger, dan moet dit steeds worden gemotiveerd. Bij deze motivatie houdt de uitbetalingsactor steeds rekening met enerzijds het verlagen van de schuldenlast en anderzijds het doel om de last voor de burger zo laag mogelijk te houden. Zo mogen vervallen maar nog niet uitbetaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid volledig worden aangewend om de ten onrechte uitgekeerde toelagen terug te vorderen (artikel 1410, §4, lid 9, Gerechtelijk Wetboek). Ook op vraag van de ontvanger mag er meer dan 10 % worden ingehouden. Wanneer de uitbetalingsactor overgaat tot inhoudingen, moet dit steeds duidelijk aan de ontvanger worden gecommuniceerd, vooral wanneer er enerzijds op vervallen maar nog niet uitbetaalde toelagen en anderzijds op toekomstige toelagen wordt ingehouden. Achterstallen mogen aan 100 % worden ingehouden.

    Deze inhoudingen worden geschorst of beperkt wanneer de ontvanger kan aantonen dat zijn inkomen lager ligt of lager komt te liggen dan het bestaansminimum en dat dit het gevolg is van de inhoudingen op de toelagen waarop hij recht heeft. Om dit te controleren mogen de uitbetalingsactoren een onderzoek naar de bestaansmiddelen van de ontvanger voeren.

    Deze inhoudingen worden stopgezet wanneer er bij de arbeidsrechtbank een zaak aanhangig wordt gemaakt12 . Een klacht bij de Geschillencommissie schort de inhoudingen niet op.

     3.6. Afbetalingsplan: maximaal 5 jaar

    Indien inhoudingen op toekomstige toelagen in het kader van het gezinsbeleid niet mogelijk zijn, kan de ontvanger via een afbetalingsplan terugbetalen. Dit plan moet steeds in overleg met de ontvanger worden opgemaakt. De hoogte van het bedrag moet zo worden bepaald dat de afbetaling van de schuld maar maximaal vijf jaar in beslag neemt. Een afbetalingsplan dat langer dan vijf jaar duurt, is mogelijk, mits de nodige motivatie waarom het plan langer dan vijf jaar in beslag neemt.

     3.7. Invorderen bij de Vlaamse Belastingdienst

    De Vlaams Belastingdienst (hierna: Vlabel) is ook bevoegd om de onverschuldigd betaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid terug te vorderen. Deze invordering door Vlabel gebeurt op voorwaarde13  dat:

    • de toelage niet door middel van inhoudingen kan worden teruggevorderd en;
    • de ontvanger niet op minstens twee aanmaningen van de uitbetalingsactor reageert en;
    • de ontvanger het, in voorkomend geval, afgesloten afbetalingsplan niet langer uitvoert.

    In dergelijke gevallen bezorgt de uitbetalingsactor de nodige gegevens van de personen, bij wie Vlabel de ten onrechte betaalde toelagen moet invorderen, via Opgroeien regie, aan Vlabel. De volledige procedure en het stroomschema gaat in bijlage.

    Onverschuldigde betalingen op een geblokkeerde spaarrekening terugvorderen

    Toelagen in het kader van het gezinsbeleid kunnen, op basis van een rechterlijke uitspraak of een beslissing van Opgroeien (Jeugdhulp), ten belope van 1/3de op een geblokkeerde spaarrekening van een minderjarige worden gestort14 . Onverschuldigde betalingen gestort op een geblokkeerde spaarrekening kunnen pas van deze spaarrekening worden teruggevorderd wanneer de rechtbank of Opgroeien (Jeugdhulp) die de beslissing nam om op een spaarrekening te betalen, hier de toestemming voor heeft gegeven. Hiervoor verstuurt de uitbetalingsactor een brief met daarbij de nodige bewijsstukken aan de rechtbank of aan Opgroeien (Jeugdhulp) die de beslissing tot het betalen van 1/3de op een geblokkeerde spaarrekening nam.

     4. Intrest

     4.1. Intresten ten voordele van de uitbetalingsactor: enkel bij bedrog of bedrieglijke handelingen van een begunstigde

    Onverschuldigde betaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid brengen automatisch intrest ten voordele van de uitbetalingsactor op vanaf de betaling, op voorwaarde dat de onverschuldigde betaling het gevolg is van bedrog of bedrieglijke handelingen van een begunstigde . Dergelijke intresten kunnen in geen enkel geval gekapitaliseerd worden, ook niet op grond van artikel 1154 B.W.

     4.2. Tarief en intrestberekening

    De intrest maakt deel uit van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid en wordt voor elke schuldvordering apart berekend. Enkel het totaalbedrag aan intresten wordt op de eurocent afgerond. Wanneer het gedeelte van een cent lager ligt dan 0,5 cent dan wordt er naar beneden afgerond. Wanneer het gedeelte van een cent 0,5 of meer bedraagt dan wordt er naar boven afgerond.

    De wettelijke intrestvoet is van toepassing15 .

     5. Afzien van terugvordering door de uitbetalingsactor

    5.1. Terug te vorderen bedrag is gering

    De uitbetalingsactor kan afzien van de terugvordering van een onverschuldigd betaald bedrag van minder dan 50 euro, op voorwaarde dat dit bedrag niet via inhoudingen op later verschuldigde toelagen in het kader van het gezinsbeleid kan worden teruggevorderd. Drie maanden na de laatste beweging/inhouding terugbetaling rekent de uitbetalingsactor het saldo aan op zijn toelagenreserve16 .

     5.2. Terugvordering onzeker of duur

    De uitbetalingsactor kan afzien van de terugvordering van een onverschuldigd betaald bedrag wanneer het onverschuldigd betaald bedrag via de Vlaamse Belastingdienst kan worden teruggevorderd, maar minder dan 200 euro bedraagt.

    De uitbetalingsactor bekijkt dit in hoofde van de begunstigde op het moment dat het einde van de verjaringstermijn nadert. Bedraagt de totale schuld van de begunstigde op het einde van de verjaringstermijn meer dan 200 euro, dan kan de invorderingsprocedure via Vlabel worden opgestart. Bedraagt de totale schuld van de begunstigde op het einde van de verjaringstermijn minder dan 200 euro, dan rekent de uitbetalingsactor deze schuld aan op zijn toelagenreserve.

    5.3. Afzien van terugvordering op vraag van de ontvanger

    De ontvanger aan wie een beslissing tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedrag is meegedeeld, kan bij de uitbetalingsactor, waarbij de schuld is ontstaan, een verzoek indienen om van die terugvordering af te zien. De uitbetalingsactor die dergelijk verzoek ontvangt, stuurt een ontvangstbewijs naar de ontvanger met daarbij een formulier waarop de ontvanger de bestaansmiddeln van zijn gezin kan aangeven en waarbij hij de nodige bewijsstukken kan toevoegen. Het is op basis van dit formulier dat de uitbetalingsactor beslist of hij volledig of gedeeltelijk van de schuld afziet. De informatie waarover de uitbetalingsactor reeds beschikt, moeten niet opnieuw worden aangeleverd.

    Het verzoek kan alleen ingewilligd worden als de ontvanger:

    • te goeder trouw is én;
    • zich in een onzekere financiële situatie bevindt.
    5.3.1. Te goeder trouw17

    Een ontvanger wordt geacht te goeder trouw te zijn als hij niet wist of redelijkerwijze niet kon weten dat hij ten onrechte toelagen in het kader van het gezinsbeleid heeft ontvangen.

    Gelet op de complexiteit van de regelgeving kan de ontvanger niet worden geacht te weten of te moeten weten dat hij al dan niet recht had op de onverschuldigde betaalde toelage wanneer de ontvanger ter goeder trouw was en dat hij erop mag vertrouwen dat de uitbetalingsactor de juiste beslissing neemt en correct uitbetaalt.

    Het is aan de uitbetalingsactor om het vermoeden van de goede trouw van de ontvanger te weerleggen. Om de goede trouw te beoordelen moet de uitbetalingsactor het standpunt innemen van een ontvanger die handelt met ‘normale voorzichtigheid en toewijding’ en niet dat van de concrete ontvanger die de onverschuldigde betaling ontving. Zo heeft het feit dat de concrete ontvanger het slachtoffer was van omstandigheden (ziekte, zwakzinnigheid, gebrekkige kennis van de taal,….) die op het moment van de betaling zijn begrip konden schaden, geen weerslag.

    De goede trouw van de ontvanger zal geval per geval moeten worden beoordeeld. Als algemene regel kan men stellen dat het vermoeden van de goede trouw weerlegd is als de ontvanger:

    • onverschuldigde toelagen ontving wegens frauduleuze handelingen of door de ontvanger afgelegde valse of bewust onjuiste verklaringen;
    • bijzondere of algemene informatie (bv.: informatiebrieven, regularisatiebrieven) had ontvangen waaruit blijkt dat de beslissing tot toekenning van de toelage door de uitbetalingsactor ten onrechte is genomen;
    • wegens de aard van de betaling (bv. dubbele betaling van eenzelfde toeslag voor dezelfde periode) zelf onmogelijk niet op de hoogte kon zijn van het feit dat de betaling onverschuldigd is.
    ​5.3.2. Zich in een onzekere financiële situatie bevinden

    De onzekere financiële situatie van de ontvanger moet een duurzaam karakter vertonen. Dit duurzaam karakter blijkt uit de bewijsstukken die aantonen dat de bestaansmiddelen van het gezin van de ontvanger18 19  tijdens zes opeenvolgende maanden voorafgaand aan het verzoek20  om van de terugvordering af te zien onder de maximumgrens liggen. Op basis van deze gegevens wordt het gemiddelde van de bestaansmiddelen bepaald. Dit bedrag geldt als het basisbedrag om na te gaan of er al dan niet (gradueel) van de terugvordering kan worden afgezien.

    Op dit basisbedrag wordt een forfaitaire vermindering toegepast voor:

    • de echtgenoot/echtgenote van de ontvanger én;
    • de persoon met wie de ontvanger wettelijk samenwoont én;
    • de persoon met wie de ontvanger een feitelijk gezin vormt21 én;
    • voor elk kind van het gezin dat kinderbijslag ontvangt.

    Het bedrag dat wordt bekomen door het basisbedrag te verminderen met de totale forfaitaire vermindering wordt vergeleken met het minimumgrensbedrag en het maximumgrensbedrag. Indien het bekomen bedrag zich bevindt onder de minimumgrens dan wordt er van terugvordering afgezien, op voorwaarde dat de ontvanger te goeder trouw is. Indien het bekomen bedrag zich boven de maximumgrens bevindt, dan kan de uitbetalingsactor niet afzien van de terugvordering. Bevindt het bekomen bedrag zich tussen de minimumgrens en de maximumgrens, dan kan de uitbetalingsactor gradueel afzien van de terugvordering van de onverschuldigde betaling. Bij twijfel kunnen de bestaansmiddelen van het gezin van de ontvanger door een gezinsinspecteur worden gecontroleerd. Dergelijke controle door de gezinsinspecteur is niet nodig wanneer het bekomen bedrag zich boven de maximumgrens bevindt.

    Bestaansmiddelen per maand22

    Percentage dat NIET Teruggevorderd wordt

    tot 1.150,56 EUR

    100%

    tot 1.214,48 EUR

    90%

    tot 1.278,41 EUR

    80%

    tot 1.342,33 EUR

    70%

    tot 1.406,25 EUR

    60%

    tot 1.470,18 EUR

    50%

    tot 1.534,10 EUR

    40%

    tot 1.598,02 EUR

    30%

    tot 1.661,95 EUR

    20%

    tot 1.725,84 EUR

    10%

    meer dan 1.725,84 EUR

    0%

    AFTREK

    Forfaitaire vermindering voor de echtgeno(o)t(e), wettelijk samenwonende partner of persoon met wie de ontvanger een feitelijk gezin vormt en voor elk kind van het gezin dat gezinsbijslag ontvangt.

    233 EUR/persoon

     

     

    Tenslotte wordt het KI gewogen conform artikel 12, lid 2, BVR tot vaststelling van de nadere regels voor het toekennen van een sociale toeslag om te bepalen of de begunstigde in aanmerking komt om van de terugvordering af te zien.

     5.4. ​Bedrog, bedrieglijke handelingen of fraude

    In geval van bedrog, bedrieglijke handelingen of fraude kan de uitbetalingsactor niet afzien van de terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedrag.

    6. Algemene middelen en toelagenreserve

    De onverschuldigde betaalde toelagen die niet kunnen worden teruggevorderd zijn steeds ten laste van:

    • de toelagenreserve van de betrokken private uitbetalingsactor waarbij de schuld is ontstaan;
    • de algemene middelen, indien de schuld bij het agentschap is ontstaan.

    Als achteraf blijkt dat over de periode van onverschuldigde betaling er toch recht was op groeipakket ten voordele van de ontvanger dan mag dit bedrag aan de toelagenreserve worden toegevoegd en mogen deze niet aan de ontvanger worden uitbetaald.

    Stel, een ontvanger vraagt zijn uitbetalingsactor om gedeeltelijk af te zien van de terugvordering: een deel wordt ten laste gelegd van de toelagenreserve en een deel wordt teruggevorderd. Als nadien blijkt dat over de periode van onverschuldigde betaling er toch recht was op groeipakket ten voordele van de ontvanger, dan mag het deel dat ten laste van de toelagenreserve werd gelegd terug aan de toelagenreserve worden toegevoegd. Het deel dat van de ontvanger werd teruggevorderd, mag aan hem worden terugbetaald.

    Afschrijvingen op de toelagenreserve

    Wanneer een onverschuldigde betaling op geen enkele manier kan worden aangezuiverd, wordt deze betaling of het resterend deel ervan via de toelagenreserve afgeschreven. Elk afschrijving moet worden gemotiveerd: Er zijn vijf verschillende motivaties23 :

    • afschrijving administratieve schuld;
    • administratieve beslissing lager dan 200 euro;
    • administratieve beslissing lager dan 50 euro;
    • afschrijving verjaarde schuld;
    • afschrijving overleden ontvanger.

     7. Schuldopvolging bij verandering van uitbetalingsactor24

    Indien de uitbetalingsactor wijzigt conform het Groeipakketdecreet, vordert de nieuwe actieve uitbetalingsactor de onverschuldigde betaalde toelagen in ten voordele van de vorige bevoegde uitbetalingsactor. De vorige bevoegde uitbetalingsactor blijft voor de opvolging van de schuld instaan. Aangezien de oudste schuld eerst wordt aangezuiverd, zal de nieuwe actieve uitbetalingsactor eerst de schulden van de vorige bevoegde uitbetalingsactor terugvorderen, vooraleer de actieve uitbetalingsactor in dat dossier de eigen schulden terugvordert.

    ________________________________________

    Bijlage 1: Vlabel: procedure dossier aan Opgroeien regie overmaken

    Inhoud

     ​1. Dossierbeheer voordat het dossier aan Vlabel kan worden overgemaakt

    Om een dossier aan de Vlaamse Belastingdienst (hierna: Vlabel) via Opgroeien regie over te maken dienen er eerst een aantal zaken te worden nagegaan.

    Eerst en vooral moet er een debet zijn dat nog kan worden teruggevorderd. Een terugvordering is niet mogelijk wanneer:

    • het debet te wijten is aan een fout van de uitbetalingsactor waarvan de ontvanger zich normaal geen rekenschap van kon geven;
    • het debet is verjaard;
    • het debet pas na het overlijden van de ontvanger is vastgesteld, waarbij er geen sprake is van bedrog of bedrieglijke handelingen door de ontvanger;
    • een aanvraag om af te zien van de terugvordering door de ontvanger bij de uitbetalingsactor is ingediend25 .

    Wanneer de bovenstaande gevallen niet van toepassing zijn, is een terugvordering van het debet wel mogelijk. Daarbij kunnen de volgende situaties zich voordoen.

     1.1. Inhouden op toekomstige toelagen in het kader van het gezinsbeleid

    Indien het mogelijk is om de schuld aan te zuiveren via inhoudingen op de nog uit te betalen toelagen in het kader van het gezinsbeleid, dan dient de uitbetalingsactor te proberen de schuld via deze weg aan te zuiveren.

     1.2. Inhoudingen zijn niet meer mogelijk en saldo <  50,00 euro

    Indien inhoudingen op de nog uit te betalen toelagen in het kader van het gezinsbeleid niet meer mogelijk zijn en het saldo van de schuld is lager dan 50,00 euro, dan kan de uitbetalingsactor ambtshalve afzien van de terugvordering omdat de terugvordering, vermoedelijk, duurder is dan de opbrengst, die de invordering van het saldo met zich meebrengt. De uitbetalingsactor rekent het saldo aan op zijn toelagenreserve 3 maanden na de laatste beweging/inhouding/terugbetaling. Ligt fraude of bedrog aan de basis van de schuld, dan mag de uitbetalingsactor niet afzien van de terugvordering.

     1.3. Ontvanger betaalt vrijwillig terug

    Wanneer de ontvanger vrijwillig zijn schuld terug betaalt, dient de uitbetalingsactor deze terugbetalingen op te volgen totdat het debet is aangezuiverd. Indien de ontvanger akkoord is om zijn schuld via een afbetalingsplan aan te zuiveren, dan volgt de uitbetalingsactor op of de ontvanger dit plan nauwgezet volgt.

     1.4. Geen inhoudingen mogelijk, vrijwillige terugbetaling stopt

    Wanneer er geen inhoudingen meer mogelijk zijn, de ontvanger betaalt zijn schuld niet meer vrijwillig terug en het saldo bedraagt minstens 200 euro, dan is een tussenkomst van Vlabel mogelijk. Voor een schuld die kleiner is dan 200 euro mag de terugvorderingsprocedure worden stopgezet. De uitbetalingsactor rekent de het saldo aan op zijn toelagenreserve 6 maanden na de laatste beweging/inhouding/terugbetaling. Wanneer de schuld ontstaan is door fraude of bedrog, wordt de terugvorderingsprocedure niet stopgezet, ook niet wanneer het saldo minder dan 200 euro bedraagt.

    Vooraleer de uitbetalingsactor het dossier aan Vlabel doorstuurt, maant hij de ontvanger aan zijn schuld terug te betalen. Indien de ontvanger na 45 dagen zijn schuld nog niet heeft terugbetaald, verstuurt de uitbetalingsactor een herinneringsbrief. Deze brief dient aangetekend te worden verstuurd. Via deze aangetekende brief wordt de ontvanger nogmaals gevraagd om zijn schuld binnen 45 dagen te betalen. Via deze brief wordt de ontvanger ook verwittigd dat zijn schuld, bij niet betaling binnen de vooropgestelde termijn, via Vlabel zal worden geïnd, wat extra kosten met zich meebrengt.

     1.5. Solvabiliteitsonderzoek

    Indien de ontvanger na 45 dagen nog steeds geen gevolg aan de herinneringsbrieven heeft gegeven, zijn saldo meer dan 200 euro bedraagt en het debet geen gevolg is van bedrog of fraude, dient de uitbetalingsactor in dergelijke gevallen te onderzoeken of de ontvanger solvabel is. Op deze manier gaat de uitbetalingsactor na of de schuld effectief door Vlabel invorderbaar is bij de ontvanger.

    Een solvabiliteitsonderzoek is niet nodig: wanneer de schuld van de ontvanger in een collectieve schuldenregeling is opgenomen of bij een aanvraag tot collectieve schuldenregeling. De uitbetalingsactor dient een aanvraag in om zijn schuld in de collectieve schuldenregeling te laten opnemen. Wanneer de ontvanger zich in een collectieve schuldenregeling bevindt, maar de schuld is niet in deze regeling opgenomen, dan mag deze schuld wel aan Vlabel worden overgedragen, indien aan alle andere voorwaarden is voldaan. Wanneer de schuld wel in de collectieve schuldenregeling is opgenomen en deze regeling wordt herroepen, herneemt de uitbetalingsactor zijn vorderingsrecht ten aanzien van de ontvanger. De uitbetalingsactor stuurt voor de openstaande schuld een aangetekend betalingsverzoek aan de ontvanger. Indien de ontvanger zijn schuld niet betaalt, maakt de uitbetalingsactor het dossier aan Vlabel over.

    Wanneer de ontvanger in een staat van faillissement of vereffening is gesteld of in een procedure van gerechtelijke reorganisatie is opgenomen, is een solvabiliteitsonderzoek niet nodig. In dergelijke situaties mag het dossier immers niet aan Vlabel worden overgedragen. De uitbetalingsactor onderzoekt dit voorafgaand aan het solvabiliteitsonderzoek. Heeft de uitbetalingsactor na 30 dagen geen antwoord op deze vraag, dan start de uitbetalingsactor een solvabiliteitsonderzoek op.

    Een solvabiliteitsonderzoek is ook niet nodig wanneer het debet te wijten is aan fraude. In dergelijke gevallen wordt het dossier onmiddellijk aan Vlabel overgedragen.

    Wanneer de ontvanger niet solvabel is, en het debet is niet te wijten aan fraude, dan mag de schuld op de toelagenreserve van de uitbetalingsactor worden aangerekend.

    De uitbetalingsactor gaat aan de hand van de beschikbare gegevens in het dossier na of de ontvanger al dan niet solvabel is. De ontvanger wordt als solvabel aangemerkt indien hij en/of de echtgenoot, partner of persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt zich in één van de volgende situaties bevindt.

    • Werknemer/zelfstandige in hoofdberoep.
    • Pensioen26 , werkloosheidsuitkering, ziekte/invaliditeit27 , arbeidsongeval, beroepsziekte of loopbaanonderbreking.
    • Een KI -vreemd gebruik waarvan het geïndexeerd bedrag meer dan € 1250 bedraagt

    Wanneer de ontvanger solvabel is, mag het dossier via Opgroeien regie aan Vlabel worden overgedragen. De uitbetalingsactor volgt de schuld verder op om na te gaan of er eventuele toekomstige inhoudingen mogelijk zijn of om spontane terugbetalingen op te volgen.

     1.6. Ontvanger woont in het buitenland

    Indien de ontvanger in het buitenland woont, kan de uitbetalingsactor beslissen om het debet toch via Vlabel in het buitenland te laten invorderen.

    1.7. Ontvanger wordt onder bescherming geplaatst

    Indien de uitbetalingsactor, vooraleer het dossier aan Vlabel wordt overgedragen, vaststelt dat de ontvanger onder bescherming28  werd geplaatst, dan is de uitbetaler verantwoordelijk voor de rechtsgeldige verzending van de diverse documenten. De uitbetalingsactor brengt Vlabel op de hoogte dat de ontvanger onder bescherming werd geplaatst en dat de invordering lastens de ontvanger moet gebeuren. Er wordt ook bijkomende informatie over de beschermingsmaatregel doorgegeven (bv. uittreksel uit het Belgisch Staatsblad dat aangeeft welke beschermingsmaatregel er van toepassing is).

    1.8. Ontvanger overlijdt

    Wanneer de ontvanger is overleden voordat het dossier aan Vlabel wordt overgemaakt, wordt het dossier enkel aan Vlabel overgemaakt:

    • als de ontvanger, door de uitbetalingsactor, in kennis werd gesteld van de terugvordering, overeenkomstig de hierboven uiteengezette regels, 
    • in geval van bedrog en bedrieglijke handelingen in hoofde van de ontvanger.

     1.9. Debet is onbetwist en opeisbaar

    Een debet kan maar aan Vlabel worden doorgestuurd wanneer het onbetwist en opeisbaar is. Dit wil zeggen dat het debet op het moment van doorsturen aan Vlabel niet via een strafprocedure, administratief beroep of jurisdictioneel beroep door de ontvanger in vraag wordt gesteld.

     2. Dossierbeheer nadat het dossier aan Vlabel is overgemaakt

    Het dossier zal via de CGPA aan Vlabel worden overgemaakt. 

    Nadat het dossier aan Vlabel is overgemaakt, neemt Vlabel het beheer van het debetdossier over, maar moet de uitbetalingsactor nog steeds de schuld in CGPA opvolgen om na te gaan of er toekomstige inhoudingen mogelijk zijn of dat de ontvanger de schuld geheel of gedeeltelijk terug betaalt. 

    Wanneer de ontvanger het debet geheel of gedeeltelijk aan de gerechtsdeurwaarder betaalt, stort die de bedragen aan Opgroeien regie. Op haar beurt zendt Opgroeien regie deze informatie door aan de uitbetalingsactor. Bij volledige betaling van het debet sluiten de gerechtsdeurwaarder en Vlabel hun dossier af.

    Na de overdracht van het dossier aan Vlabel kunnen er verschillende situaties ontstaan waarbij de tussenkomst van de uitbetalingsactor wordt gevraagd.

    2.1. Uitbetalingsactor houdt in of ontvangt terugbetaling

    Wanneer de uitbetalingsactor terug inhoudingen verricht op de toekomstige toelagen in het kader van het gezinsbeleid of een spontane terugbetaling van de ontvanger ontvangt, dan verwittigt de uitbetalingsactor zo snel mogelijk Vlabel dat het debet is verminderd. Verminderingen van het debet of afsluiting van de terugvorderingen worden tweewekelijks gemeld.

     2.2. Dubbele betaling

    Het kan gebeuren dat enerzijds de gerechtsdeurwaarder de terugbetaling van het debet int en anderzijds de ontvanger rechtstreeks het debet aan de uitbetalingsactor terug betaalt. In zo’n gevallen is er sprake van een dubbele betaling. Het is dan aan de uitbetalingsactor om het te veel geïnde bedrag aan de ontvanger terug uit te betalen.

     2.3. Inhoudelijke betwistingen en/of vragen om informatie

    Wanneer de ontvanger het debet betwist bij Vlabel of de gerechtsdeurwaarder, dan stuurt Vlabel deze betwisting door via Opgroeien regie naar de uitbetalingsactoren. Vlabel schorst de verdere invordering van het debet en wacht het antwoord van de uitbetalingsactor af. Bij vragen om inlichtingen door de ontvanger wordt dezelfde methode toegepast, maar de invorderingsprocedure wordt niet geschorst.

     ​2.4. Administratieve, jurisdictionele of strafprocedures

    Wanneer over een debetdossier een administratieve, jurisdictionele of strafrechtelijke procedure wordt opgestart, dan brengt de uitbetalingsactor, via Opgroeien regie, Vlabel onmiddellijk op de hoogte. Vlabel schort dan onmiddellijk de invordering op in afwachting van het resultaat van de procedure.

     2.5. Vordering is verminderd of wordt geannuleerd

    Wanneer de uitbetalingsactor het debet annuleert of de vordering vermindert, dan brengt de uitbetalingsactor, via Opgroeien regie, Vlabel hierover onmiddellijk op de hoogte.

     2.6. Informatieve vragen

    Vragen tot informatie tussen de verschillende actoren kunnen op elke moment worden gesteld. De bevraagde partij beantwoordt deze vragen zo snel mogelijk.

    2.7. Betwistingen over de betaling

    In het geval de gerechtsdeurwaarder van de ontvanger een betalingsbewijs ontvangt waaruit blijkt dat het debet zou zijn terugbetaald, dan zal dit bewijs aan de uitbetalingsactoren of Opgroeien regie worden overgemaakt. De uitbetalingsactor zal het bewijs valideren en beslissen over de verderzetting van de invorderingsprocedure bij Vlabel. Deze informatie zal de uitbetalingsactor, via Opgroeien regie, aan Vlabel overmaken.

     2.8. Woonplaats of maatschappelijke zetel in het buitenland

    Indien blijkt dat de ontvanger in het buitenland woont, zal de gerechtsdeurwaarder de invorderingsprocedure na het versturen van de aanmaning stopzetten en dit melden aan Vlabel. Vlabel informeert op haar beurt Opgroeien regie/uitbetalingsactoren die dan kunnen beslissen om de invorderingsprocedure al dan niet verder te zetten.

     2.9. Collectieve schuldenregeling of in staat van vereffening

    Wanneer de ontvanger toegang krijgt tot de collectieve schuldenregeling, dan volgt Vlabel het dossier op.

    2.10. Van ambtswege afgeschreven

    Bij een voorstel tot ambtshalve schrapping uit het Rijksregister schrapt de gerechtsdeurwaarder de invordering. Vlabel volgt deze situatie gedurende twee jaar op en probeert via alternatieve invorderingsmethoden de schuld te innen.

    Wanneer de ontvanger definitief is afgeschreven probeert Vlabel de schuld via alternatieve invorderingsmethoden terug te vorderen. Wanneer de ontvanger na twee jaar nog steeds definitief is afgeschreven en er zijn geen alternatieve invorderingsmethoden mogelijk, dan sluit Vlabel het dossier af en stuurt dit terug naar de uitbetalingsactor/Opgroeien regie.

    Indien de gerechtsdeurwaarder enige kosten heeft gemaakt, zal Opgroeien regie deze betalen. De openstaande schuld mag op de toelagenreserve worden aangerekend.

    Indien de uitbetalingsactor kennis heeft van een feitelijk adres, dan mag deze steeds aan Vlabel worden doorgegeven.

     2.11. Ontvanger is niet meer woonachtig op officieel adres, is ambtshalve afgevoerd, maakt gebruikt van referentieadres of heeft een niet-gekend adres in het buitenland

    In dergelijke gevallen doet de gerechtsdeurwaarder het nodige om de nieuwe woonplaats van de ontvanger te achterhalen. Indien de gerechtsdeurwaarder geen nieuwe woonplaats kan vinden, sluit die het dossier af.

    Vervolgens voert Vlabel gedurende twee jaar adrescontroles uit om de nieuwe woonplaats te achterhalen. Bovendien onderzoekt Vlabel of de schuld via alternatieve invorderingsmethoden kan worden teruggevorderd.

    Wanneer Vlabel een nieuwe woonplaats heeft gevonden, maar er is geen alternatieve invordering mogelijk, dan stuurt Vlabel dit dossier opnieuw naar de gerechtsdeurwaarder.

    Indien Vlabel na twee jaar geen nieuwe woonplaats vindt, dan sluit Vlabel het dossier af en stuurt dit naar de uitbetalingsactor/Opgroeien regie terug. De uitbetalingsactor/Opgroeien regie kan dan zelf beslissen of ze al dan niet dit dossier verder opvolgen.

    Indien de gerechtsdeurwaarder enige kosten heeft gemaakt, zal Opgroeien regie deze betalen. De openstaande schuld mag op de toelagenreserve worden aangerekend. 

    Indien de uitbetalingsactor kennis heeft van een feitelijk adres, dan mag deze steeds aan Vlabel worden doorgegeven.

    2.12. Ontvanger wordt onder bescherming geplaatst

    Als na de overdracht van het dossier aan Vlabel blijkt dat de ontvanger onder bescherming werd geplaatst, zal Vlabel hiervan op de hoogte worden gesteld door de bewindvoerder of de eventueel aangestelde gerechtsdeurwaarder. In dit geval wordt de invordering door Vlabel stopgezet en wordt het dossier aan Vlabel terugbezorgd, eventueel samen met de gegevens van de bewindvoerder. Vlabel verricht verder onderzoek en vraagt de vereiste documenten op. Vlabel gaat ook na of de diverse documenten van de uitbetaler rechtsgeldig werden verzonden. In het geval Opgroeien regie het aangewezen vindt dat de invordering wordt verdergezet, brengt Opgroeien regie Vlabel hiervan op de hoogte.

    2.13. Overlijden ontvanger

    Indien de ontvanger overlijdt nadat het dossier aan Vlabel werd overgemaakt, dan was de ontvanger op de hoogte van zijn schuld en kan de invordering verder gezet worden29 .

     3. Kosten gerechtsdeurwaarder en Vlabel

    Opgroeien regie betaalt de gerechtsdeurwaarderskosten aan de gerechtsdeurwaarder voor zover deze door hem niet kunnen worden ingevorderd bij de ontvanger. Deze kosten worden in eerste instantie op de ontvanger verhaald. Bij duidelijke gevallen van insolvabiliteit, bij het ontbreken van enige uitvoeringsmogelijkheid, bij annulatie van het debet na een administratief of jurisdictioneel beroep of een andere geldige reden, zijn de gemaakte kosten ten laste van Opgroeien regie.

    Bij het toepassen van de alternatieve invorderingsmogelijkheden zullen de eventuele gerechtsdeurwaarderskosten worden ingevorderd bij de ontvanger en na ontvangst ervan worden doorgestort aan Opgroeien regie. De kosten van de alternatieve invordering zullen worden gedragen door Opgroeien regie, voor zover deze niet kunnen worden ingevorderd bij de ontvanger.

     4. Insolventieprocedures

    4.1. Collectieve schuldenregelingen

    Indien de ontvanger werd toegelaten tot een collectieve schuldenregeling vooraleer het dossier aan Vlabel wordt overgedragen, dan zal uitbetalingsactor voor de schulden in de massa zelf een schuldvordering indienen bij de schuldbemiddelaar en mag het dossier niet aan Vlabel worden overgemaakt.

    Voor de invordering van de nieuwe schulden (d.w.z. de schulden die zijn ontstaan na de datum van beschikking van toelaatbaarheid) die in principe niet in de collectieve schuldenregeling vallen, doet Vlabel het nodige. Concreet zal Vlabel nog een minnelijke oplossing voorstellen voor de nieuwe schulden (zowel aan ontvanger als aan schuldbemiddelaar). Indien dat geen betaling oplevert, wordt het dossier voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt door Vlabel of worden de alternatieve invorderingsmogelijkheden door Vlabel onderzocht.

    Als blijkt dat de ontvanger werd toegelaten tot een collectieve schuldenregeling, na de overdracht van het dossier, zal Vlabel hiervan op de hoogte worden gesteld door de Arbeidsrechtbank, de schuldbemiddelaar of de eventueel aangestelde gerechtsdeurwaarder. In dit geval wordt de invordering door Vlabel stopgezet en wordt een reeds aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt dossier aan Vlabel terugbezorgd, samen met de eventuele gegevens van de schuldbemiddelaar. Vlabel dient voor de schulden in de massa zelf een schuldvordering in bij de schuldbemiddelaar en geeft deze informatie, via Opgroeien regie, door aan de uitbetalingsactor. Vlabel volgt het dossier op t.a.v. de schuldbemiddelaar.

    Indien de collectieve schuldenregeling wordt herroepen, waardoor de individuele schuldeisers hun vorderingsrechten hernemen ten aanzien van de ontvanger, en de uitbetalingsactor heeft voor de schulden in de massa een schuldvordering ingediend bij de schuldbemiddelaar, zal de uitbetalingsactor aan de ontvanger een aangetekend betalingsverzoek sturen. Indien de ontvanger in gebreke blijft om te betalen, maakt de uitbetalingsactor het dossier, via Opgroeien regie, over aan Vlabel. Vlabel bezorgt het dossier voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder of onderzoekt zelf de alternatieve invorderingsmogelijkheden.

    Indien Vlabel voor de schulden in de massa een schuldvordering heeft ingediend bij de schuldbemiddelaar en de collectieve schuldenregeling wordt herroepen, dan zal Vlabel het nodige doen voor verdere invordering.

    4.2. Faillissementen

    Indien de ontvanger in staat van faillissement werd verklaard vooraleer het dossier aan Vlabel wordt overgedragen, dan zal de uitbetalingsactor voor de schulden in de massa zelf een schuldvordering indienen via REGSOL en wordt het dossier niet overgemaakt aan Vlabel. Voor de schulden van de massa schrijft de uitbetalingsactor de curator aan om de schuld bij voorrang te betalen.

    Als blijkt dat de ontvanger in staat van faillissement werd verklaard na de overdracht van het dossier aan Vlabel, zal Vlabel hiervan op de hoogte worden gesteld door de curator of de eventueel aangestelde gerechtsdeurwaarder. In dit geval wordt de invordering door Vlabel stopgezet en wordt het dossier terug, via Opgroeien regie, overgemaakt aan de uitbetalingsactor, samen met de eventuele gegevens van de curator. De uitbetalingsactor dient voor de schulden in de massa zelf een schuldvordering in via REGSOL. De uitbetalingsactor volgt het dossier op t.a.v. de curator.

    Indien het faillissement wordt ingetrokken, waardoor de individuele schuldeisers hun vorderingsrechten hernemen ten aanzien van de ontvanger, en de uitbetalingsactor heeft voor de schulden in de massa een schuldvordering ingediend via REGSOL of een kennisgeving verstuurd naar de curator voor de schulden van de massa, zal de uitbetalingsactor aan de ontvanger een aangetekend betalingsverzoek sturen. Indien de ontvanger in gebreke blijft om te betalen, maakt de uitbetalingsactor het dossier over aan Vlabel. Vlabel bezorgt het dossier voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder of onderzoekt zelf de alternatieve invorderingsmogelijkheden.

    4.3. Vereffeningen

    Ingeval de ontvanger in staat van vereffening werd gesteld vooraleer het dossier aan Vlabel wordt overgedragen, dan zal de uitbetalingsactor voor de schulden in de massa zelf een schuldvordering indienen bij de vereffenaar en wordt het dossier niet overgemaakt aan Vlabel. Voor de schulden van de massa schrijft de uitbetalingsactor de vereffenaar aan om de schuld bij voorrang te betalen.

    Als blijkt dat de ontvanger in staat van vereffening werd gesteld na de overdracht van het dossier aan Vlabel, zal Vlabel hiervan op de hoogte worden gesteld door de vereffenaar of de eventueel aangestelde gerechtsdeurwaarder. In dit geval wordt de invordering door Vlabel stopgezet en wordt een reeds aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt dossier aan Vlabel terugbezorgd, samen met de eventuele gegevens van de vereffenaar. Vlabel dient voor de schulden in de massa een schuldvordering in bij de vereffenaar en geeft deze informatie, via Opgroeien regie, door aan de uitbetalingsactor. Vlabel volgt het dossier op t.a.v. de vereffenaar.

    4.4. Gerechtelijke reorganisaties

    Indien de ontvanger werd toegelaten tot een procedure van gerechtelijke reorganisatie vooraleer het dossier aan Vlabel wordt overgedragen, dan zal de uitbetalingsactor voor de schuldvorderingen, die opgeschort zijn, nagaan of er acties dienen te worden ondernomen en wordt het dossier niet overgemaakt aan Vlabel.

    De nieuwe schulden (d.w.z. de schulden die zijn ontstaan nadat de ontvanger werd toegelaten tot een procedure van gerechtelijke reorganisatie) mogen worden overgemaakt aan Vlabel en Vlabel doet verder het nodige om de invordering bij de gerechtsdeurwaarder op te starten of om de alternatieve invorderingsmogelijkheden te onderzoeken.

    Indien de gerechtelijke reorganisatie voortijdig wordt beëindigd, de opschorting verstreken is zonder verlengd te zijn of het reorganisatieplan wordt ingetrokken, waardoor de individuele schuldeisers hun vorderingsrechten hernemen ten aanzien van de ontvanger, zal de uitbetalingsactor aan de ontvanger een aangetekend betalingsverzoek sturen. Indien de ontvanger in gebreke blijft om te betalen, maakt de uitbetalingsactor voor de schuldvorderingen in de opschorting het dossier over aan Vlabel. Vlabel bezorgt het dossier voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder of onderzoekt zelf de alternatieve invorderingsmogelijkheden.

    Als blijkt dat de ontvanger zich in een procedure van gerechtelijke reorganisatie bevindt, na de overdracht van het dossier aan Vlabel wordt de invordering voor de schuldvorderingen, die opgeschort zijn, door Vlabel stopgezet en wordt het dossier, via Opgroeien regie teruggestuurd aan de uitbetalingsactor. De uitbetalingsactor gaat na of er acties dienen te worden ondernomen en volgt het dossier op.

    ________________________________________

    Bijlage 2: Vlabel: procedure dossier aan Vlabel via Opgroeien regie overmaken

    Situatie

     

    Actie

     

    Gedekt door

    Geen terugvordering mogelijk

    Debet is te wijten aan een fout van de UA waarvan de ontvanger zich normaal geen rekenschap kon geven.

    Geen terugvordering mogelijk (artikel 92 decreet).

    Toelagenreserve UA.

     

    Debet is verjaard.

    Geen terugvordering mogelijk (artikelen 97 tot 99 decreet).

    Toelagenreserve UA.

     

    Afzien van terugvordering omdat debet pas na overlijden ontvanger is vastgesteld en geen bedrog/bedrieglijke handelingen.

    Ambtshalve afzien van terugvordering (artikel 103, §3 decreet).

    Toelagenreserve UA.

     

    Aanvraag om af te zien van terugvordering.

    Onderzoek bestaansmiddelen op basis van meest recente inkomsten die ook tellen voor sociale toeslag en schooltoeslag

    (art.13 BVR-rechten en plichten).

    Indien afzien van terugvordering = aanrekening op toelagenreserve UA.

    Wel terugvordering mogelijk

    Recuperatie via inhoudingen op latere gezinsbijslag is mogelijk.

    Inhoudingen toepassen .

    Debet wordt aangezuiverd.

     

    Geen inhoudingen meer mogelijk, (resterend) saldo < 50€ en geen bedrog of fraude.

     

    Ambtshalve afzien van terugvordering wegens te duur in vergelijking met debetsaldo (art.14 BVR-rechten en plichten).

    Saldo wordt aangerekend op de toelagenreserve UA.

     

    Situatie

     

    Actie

     

    Gedekt door

    BG/BT betaalt vrijwillig terug.

    Terugstortingen opvolgen.

    Debet wordt aangezuiverd.

     

     

    Geen inhoudingen meer mogelijk, vrijwillige terugbetaling (al dan niet via afbetalingsplan) stopt.

    Aanmaning; indien geen antwoord, rappel  brief aangetekend versturen,).

    Termijnen: 2 maal 45 dagen.

     

     

    Ontvanger geeft geen gevolg aan rappels, saldo < 200 € op het einde van de verjaring (Vlabel niet mogelijk) en er is geen bedrog of fraude.

    Terugvorderingsprocedure

    stopzetten wegens te duur in vergelijking met debetsaldo (art.15 BVR-rechten en plichten).

    Saldo wordt aangerekend op de toelagenreserve UA.

     

     

    Ontvanger geeft (geen gevolg aan rappels en saldo ≥ 200€ of fraude). Bovendien is de schuldvordering onbetwist en opeisbaar (er is geen strafprocedure, administratief beroep of jurisdictioneel beroep ingesteld).

    Ontvanger bevindt zich in:

    • collectieve schuldenregeling;
    • een staat van faillissement;
    • een staat van vereffening;
    • een procedure van gerechtelijke reorganisatie.

    Dossier mag niet via Opgroeien regie aan Vlabel worden overgemaakt.

     

     

     

     

    Ontvanger pleegt fraude (vermoeden van fraude).

     

    Dossier mag via Opgroeien regie aan Vlabel worden overgemaakt. Solvabiliteitsonderzoek is niet nodig.

    Solvabiliteitsonderzoek instellen:

    De ontvanger, en/of de echtgenoot, partner of persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt, wordt als solvabel aangemerkt indien hij/zij zich in één van de volgende situaties bevindt.

    • Werknemer/zelfstandige in hoofdberoep.

       
    • Pensioen, werkloosheidsuitkering, ziekte/invaliditeit, arbeidsongeval, beroepsziekte of loopbaanonderbreking.

       
    • Een KI-vreemd gebruik waarvan het geïndexeerd bedrag meer dan € 1250 bedraagt.

    Indien solvabel.

     

    Debet via Opgroeien regie aan Vlabel 45 dagen na de laatste/2de aanmaning overdragen en debet open laten staan om eventuele toekomstige inhoudingen of terugbetalingen binnen te zien komen.

     

    Indien niet solvabel en geen fraude.

    Gedurende één jaar regelmatig de solvabiliteit onderzoeken.

    Aanrekenen op de toelagenreserve

    Ontvanger is overleden.

     

    Wanneer de ontvanger is overleden voordat het dossier aan VLABEL wordt overgemaakt, wordt het invorderingsdossier enkel overgemaakt aan VLABEL als de debiteur conform artikel 103, § 1, tweede lid van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, in kennis werd gesteld van de terugvordering of in geval van bedrog en bedrieglijke handelingen in hoofde van de debiteur.

     

     

    Dossier30  is aan Vlabel31  overgemaakt: situaties die nadien kunnen ontstaan

    Uitbetalingsactor ontvangt rechtstreekse betaling van de BG/BT of houdt in op een toekomstige uitbetaling van het Groeipakket.

    Uitbetalingsactor verwittigt Vlabel via Opgroeien regie. De vermindering van het debet of afsluiting van de terugvorderingen worden wekelijks gemeld.

     

     

     

     

     

     

    Gerechtsdeurwaarder int debet of deel van het debet bij BT/BG.

    Gerechtsdeurwaarder stort de bedragen aan Opgroeien regie. Op haar beurt zendt Opgroeien regie deze informatie door aan de uitbetalingsactor. Bij volledige betaling van het debet sluiten de gerechtsdeurwaarder en Vlabel hun dossier af.

     

     

    Dubbele betaling in hetzelfde debetdossier (via gerechtsdeurwaarder en BT/BG aan uitbetalingsactor).

    Uitbetalingsactoren betalen het teveel geïnde bedrag terug uit.

     

     

    Inhoudelijke betwistingen en/of vragen om inlichtingen van de BT/BG (artikel 5, §1, Vlabel-overeenkomst).

    Vlabel stuurt door naar Opgroeien regie/uitbetalingsactoren en schorst de invordering tot het antwoord van de uitbetalingsactor behalve bij vragen tot inlichtingen.

     

     

    In geval van administratieve, jurisdictionele of strafprocedure opgestart door de debiteur tegen uitbetalingsactoren/Opgroeien regie en vice versa (artikel 5, §2 Vlabel-overeenkomst).

    Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie brengt Vlabel op de hoogte. UA/Opgroeien regie maakt een onderscheid tussen jurisdictioneel, administratief beroep of strafrechtelijke beroep. De invordering door Vlabel wordt opgeschort.

     

     

    Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie annuleert of vermindert vordering (artikel 5, §3 Vlabel-overeenkomst).

    Vlabel onmiddellijk op de hoogte brengen.

     

     

    Vraag tot info (op elke moment mogelijk).

    De bevraagde partij antwoordt binnen redelijke termijn.

     

     

    Rechtszaak over de grond van de zaak.

    Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie volgt op.

     

     

    Betwisting in zake betaling.

    Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie valideren betalingsbewijs aangebracht door gerechtsdeurwaarder en beslissen over verderzetting procedure.

     

     

    Ontvanger met woonplaats of maatschappelijke zetel in het buitenland.

    De gerechtsdeurwaarder zet de invorderingsprocedure stop. Vlabel informeert de uitbetalingsactoren/Opgroeien regie. Zij kunnen beslissen om de invordering in het buitenland al dan niet verder te zetten.

     

     

    Ontvanger toegelaten tot collectieve schuldenregeling.

    Vlabel volgt collectieve schuldenregeling op.

     

     

    Ontvanger wordt failliet verklaard.

    Vlabel zet invordering stop en draagt dossier over aan uitbetalingsactoren/Opgroeien regie.

    Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie dient schuldvordering in en volgt het dossier op. Bij intrekking faillissement sturen uitbetalingsactoren/Opgroeien regie aangetekend betalingsverzoek. Indien geen reactie: dossier aan Vlabel.

     

     

    BT/BG in staat van vereffening.

    Vlabel volgt het dossier op en doet het nodige om de schuld te innen bij de vereffenaar.

     

     

    Ontvanger in gerechtelijke reorganisatie.

    Vlabel stuurt dossier terug. Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie doet het nodige en volgt het dossier op.

     

     

    Ontvanger wordt onder bescherming geplaatst.

    Vlabel verricht verder onderzoek en informeert uitbetalingsactoren/Opgroeien regie. Uitbetalingsactoren/Opgroeien regie laat aan Vlabel weten of ze invordering wenst verder te zetten.

     

     

    Ontvanger van ambtswege afgeschreven.

    Bij een voorstel tot ambtshalve schrapping schrapt de gerechtsdeurwaarder de invordering. Vlabel volgt gedurende twee jaar de afvoering van ambtswege op en probeert via alternatieve methoden de schuld in te vorderen.

    Wanneer betrokkene definitief is afgeschreven, past Vlabel evt. alternatieve invorderingsmethoden toe. Indien na 2 twee jaar nog steeds definitief afgeschreven en er zijn geen alternatieve invorderingsmethoden, dan sluit Vlabel het dossier af en stuurt dit terug naar Opgroeien regie/uitbetalingsactoren.

     

    Indien kosten gemaakt door gerechtsdeurwaarder, zal Opgroeien regie deze betalen.

    Openstaande schuld op de toelagenreserve aanrekenen.

    Ontvanger niet meer woonachtig op officieel adres, is ambtshalve afgevoerd, maakt gebruikt van referentieadres of heeft een niet-gekend adres in het buitenland.

    Gerechtsdeurwaarder zoekt de nieuwe woonplaats.

    Indien geen resultaat sluit de gerechtsdeurwaarder het dossier af. Vlabel doet een adrescontrole gedurende twee jaar en gaat alternatieve invorderingsmethoden na. Indien adres gekend, maar geen alternatieve invordering mogelijk, dan wordt het dossier aan gerechtsdeurwaarder gestuurd.

    Indien na twee jaar geen adres gekend, sluit Vlabel af en stuurt terug naar Opgroeien regie / uitbetalingsactoren, die beslist om dossier al dan niet verder op te volgen.

     

    Indien kosten gemaakt door gerechtsdeurwaarder, zal Opgroeien regie  deze betalen.

    Openstaande schuld op de toelagenreserve aanrekenen.

    Ontvanger overlijdt.

    Vlabel stopt de invordering en zendt het dossier terug naar Opgroeien regie/ uitbetalingsactoren, behalve in geval van bedrog of bedrieglijke handelingen in hoofde van de ontvanger.

     

     

     

     

    • 1Indien de begunstigde buiten de periode van 6 maanden na de kennisname van de nieuwe feiten een aanvraag tot herziening van de schooltoeslag indient, dan mag de uitbetalingsactor met deze nieuwe feiten geen rekening meer houden bij de herziening van de schooltoeslag.
    • 2Zie punt 3.1 van toelichtingsnota 18 van 28 januari 2021 – Rechten en plichten van begunstigden in contacten met hun uitbetalingsactoren.
    • 3Dit is o.a. bij een fout van de uitbetalingsactor, bij het overlijden van de begunstigde,…..
    • 4In het betaalcircuit gebracht te zijn zonder al uitbetaald te zijn.
    • 5In bepaalde gevallen is de onverschuldigde betaling niet te wijten aan een fout van de uitbetalingsactor of de begunstigde, maar te wijten aan een systeemfout in de CGPA of een ander IT-matig probleem. In dergelijke gevallen spreken we van een onverschuldigde betaling type A bis.
    • 6Zie punt 5.3.1.
    • 7Onverschuldigde betalingen type B die kleiner zijn dan 50 of 200 euro kunnen in de CGPA worden afgeschreven, los van de kwalificatiecode. Het is hierbij niet de bedoeling dat deze eerst naar een onverschuldigde betaling type A worden omgezet.
    • 8Zie punt 5.3.1.
    • 9Een verrekening tussen entiteiten komt o.a. voor bij een onverschuldigde betaling die te wijten is aan een verhuis van het kind van Vlaanderen naar een andere deelentiteit in België.
    • 10Ontvanger(s): de persoon die beslist of meebeslist op welke rekening de toelage(n) in het kader van het gezinsbeleid wordt/worden gestort. Wanneer we te maken hebben met een bijslagtrekkendekern, zal de bijslagtrekkende de ontvanger zijn. In geval van een begunstigdenkern bestaande uit één begunstigde is deze de ontvanger. Bij twee begunstigden zijn zij beiden de ontvangers van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid waarvoor zij samen kunnen beslissen op welke rekening de toelage wordt gestort. Enkel wanneer de keuze niet gezamenlijk is, bij onenigheid of gebrek aan keuze, zal de jongste van beide begunstigden de ontvanger zijn. In geval er twee ontvangers zijn, dient het debetdossier op naam van de jongste begunstigde te worden opgemaakt. Als opmerking worden de gegevens van de oudste begunstigde meegegeven. Wanneer slechts één begunstigde in aanmerking komt voor een sociale toeslag of een selectieve participatietoeslag, kan hij alleen beslissen op welke rekening die wordt gestort. Bijgevolg is die begunstigde de enige ontvanger van die toelage (vb.: sociale toeslag bij gelijk verdeelde huisvesting). Als de rechtbank bepaalt dat het groeipakket aan één van de twee ouders moet worden betaald, dan wordt deze beslissing beschouwd als een aanwijzing van ontvanger. De aangeduide ouder is in dit geval de ontvanger (zie ook: bijlage 2, toelichtingsnota 7). Wanneer de plaatsende overheid beslist dat het 1/3de dient betaald te worden aan een andere persoon dan de begunstigde(n) voor de plaatsing, is die persoon de ontvanger (zie ook punt 2.5, toelichtingsnota 8).
    • 11Artikelen 64, §4 en 65, §4,, decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 31.07.2018).
    • 12Op basis van artikel 1410, §4 Gerechtelijk Wetboek is het mogelijk om automatisch over te gaan tot inhoudingen aan 10 % op de toekomstige uitbetalingen van het Groeipakket om onverschuldigde betalingen terug te vorderen, wanneer er geen sprake is van bedrog, nalatigheid of verzuim (in dergelijk geval is inhouden aan 100 % mogelijk). Doordat deze mogelijkheid aan de uitbetalingsactoren wordt geboden, is het niet meer nodig dat de uitbetalingsactoren zich hiervoor tot de rechtbank moeten wenden, op voorwaarde dat de schuldvordering niet meer wordt betwist en dus eisbaar is. Wanneer er bij de arbeidsrechtbank een zaak aanhangig wordt gemaakt, wordt de schuldvordering betwist. Hierdoor is de schuldvordering niet meer eisbaar door de uitbetalingsactor. Bijgevolg moeten de inhoudingen worden stopgezet.
    • 13De voorwaarden moeten cumulatief worden vervuld.
    • 14Zie artikel 379, lid 2 Burgerlijk Wetboek.
    • 15De wettelijke intrestvoet wordt op basis van artikel 2, §1, van de wet van 5 mei 1865 betreffende lening tegen intrest bepaald. Zie ook: https://financien.belgium.be/nl/over_de_fod/structuur_en_diensten/algem….
    • 16Artikel 12, §3, 2°, BVR van 5 oktober 2018 inzake de subsidieregeling aan de private uitbetalingsactoren.
    • 17Geschillencommissie, 22 november 2019, GC/19/0058.
    • 18Als bestaansmiddelen worden beschouwd alle gelden van welke aard ook waarover het gezin van de schuldenaar beschikt, behalve de toelagen in het kader van het gezinsbeleid en andere gezinsuitkeringen die de schuldenaar zelf en de personen aangeduid in het voorgaande lid ontvangen (artikel 13, lid 5, Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling van de regels voor de ambtshalve en gedwongen herziening van een beslissing tot toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid).
    • 19Het gezin van de ontvanger wordt bepaald op grond van artikel 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2018 tot vaststelling van de nadere regels voor het toekennen van een sociale toeslag. Zie hiervoor ook Toelichtingsnota 8 van 3 december 2019 – Vaststelling en de betaling van sociale toeslagen.
    • 20Indien het verzoek in oktober 2020 wordt ontvangen, moet de ontvanger zijn inkomsten van 6 opeenvolgende maanden, voorafgaand de maand oktober, bewijzen: dus voor de periode van 1 april 2020 tot en met 30 september 2020.
    • 21Zie artikel 1,2°, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2018 tot vaststelling van de nadere regels voor het toekennen van een sociale toeslag.
    • 22Hierna vindt u de bedragen die vanaf 01/09/2020 van toepassing zijn. Deze bedragen zullen in principe jaarlijks op 1 september met 2 % stijgen.
    • 23 In de toekomst zijn volgende motivaties ook mogelijk: • annulatie van het debet; • schuldbemiddelaar (geheel of gedeeltelijke afschrijving mogelijk); • woonplaats buitenland; • ambtshalve afschrijving in het Rijksregister; • onverschuldigde betaling Abis; • op vraag ontvanger (geheel of gedeeltelijke afschrijving mogelijk).
    • 24Voor schuldopvolging bij verandering van bevoegde entiteit: zie artikel 9, Samenwerkingsakkoord betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen (B.S. 26.01.2018). De uitbetalingsactor kan aan een kinderbijslagfonds uit een ander entiteit vragen om inhoudingen te verrichten zodat de schuld wordt aangezuiverd.
    • 25Indien deze aanvraag wordt afgewezen, kan het debet opnieuw teruggevorderd worden.
    • 26Een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) vormt geen inkomen op basis van pensioen waaruit zou blijken dat de ontvanger solvabel zou zijn.
    • 27Een invaliditeitsuitkering (IVT) of integratietegemoetkoming (ITT) vormen geen inkomens op basis van ziekte of invaliditeit waaruit zou blijken dat de ontvanger solvabel zou zijn.
    • 28In het geval een ontvanger niet meer in staat is om zelf beslissingen te nemen of zijn goederen te beheren, heeft die recht op buitengerechtelijke of gerechtelijke bescherming. Deze beschermingsmaatregelen gelden enkel voor meerderjarigen die: wegens hun gezondheidstoestand, geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief, niet in staat zijn om zelf hun persoonlijke rechten te behartigen of hun goederen te beheren. Het gaat onder andere om comapatiënten, dementerenden, personen met een verstandelijke beperking of psychiatrische patiënten. hun inkomsten verspillen aan nutteloze uitgaven (bijvoorbeeld door een geestesstoornis).
    • 29Artikel 103, §3, Groeipakketdecreet.
    • 30Interesten mogen ook aan Vlabel worden gestuurd.
    • 31Vlabel doet na de overdracht het nodige om de verjaring te stuiten.
    Datum van publicatie
    Top