Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 2 van 27 juni 2023 - Verblijfsvoorwaarden

     

    Inhoudstafel

    1. Inleiding

    In de toelichtingsnota 2bis van 18 april 2019 worden de verblijfsvoorwaarden gezinsbijslagen besproken. Door de integratie van de schooltoeslagen in het Groeipakket, bijsturing naar aanleiding van vragen en aanpassingen in de regelgeving werden na de publicatie van TN 2bis enkele mededelingen gepubliceerd die meer uitleg geven op bepaalde aspecten van de verblijfsvoorwaarden. Waar kon werd verwezen naar TN2bis, waar moest werd een nieuwe procedure toegelicht.

    In het Rijksregister zijn verschillende bronnen beschikbaar die informatie verstrekken over het verblijfsrecht van een persoon. 
    In de meeste gevallen gebeurt de input door de gemeente. DVZ1  verspreidt informatie aan de gemeente hoe deze registratie moet gebeuren.  Recent werd deze registratie op enkele punten bijgestuurd die ons toelaat onze procedures aan te passen.

    Daarnaast biedt CGPA ook opnieuw de mogelijkheid de verschillende vormen van afvoering te onderscheiden. Dit biedt tevens de kans om de verblijfsvoorwaarden op een correcte manier te beoordelen.

    Vandaag zijn er voldoende garanties om een algemene procedure toe te passen voor alle toelagen Groeipakket en dit ongeacht de leeftijd van het kind.

    De belangrijkste wijziging bestaat erin dat, behoudens uitzondering, het verblijfsrecht niet langer moet worden bewezen via een verblijfskaart.

    De nieuwe procedures worden in deze toelichtingsnota besproken.  Eerder gepubliceerde mededelingen en punten in mededelingen betreffende dit onderwerp werden erin verwerkt.  Deze worden dan ook vernietigd en vervangen door deze toelichtingsnota.

    Verwijzingen naar TN 2bis in andere onderrichtingen (bv. TN 13) moeten begrepen worden als een verwijzing naar deze toelichtingsnota.

    2. Algemeen

    Om aanspraak te maken op verschillende toelagen in het kader van het gezinsbeleid (gezinsbijslagen, schooltoeslagen en andere toelagen2 ) moet het kind dat niet de Belgische nationaliteit heeft, toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of er zich te vestigen overeenkomstig de Vreemdelingenwet van 15 december 1980 (artikelen 8 § 1, 24, 51, 53 en 56/1 Groeipakketdecreet).
    Dit houdt in dat het kind dat niet de Belgische nationaliteit heeft over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden moet beschikken.
     
    Een attest van immatriculatie geeft hiervan geen blijk.
     
    Het startbedrag kan vooraf worden betaald voor zover de zwangere persoon die niet de Belgische nationaliteit heeft over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikt.
     

    De regelgeving Groeipakket voorziet ook voor bepaalde categorieën van vreemdelingen vrijstellingen.  Deze kunnen verschillen afhankelijk van de aard van de toelage in het kader van het gezinsbeleid.

    Voor de vlotte lezing van de toelichtingsnota moeten de termen ‘verblijfsrecht van meer dan drie maanden’ en ‘verblijfsvoorwaarde’ en ‘vreemdeling’ als volgt worden begrepen:

    • verblijfsrecht van meer dan drie maanden: toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of er zich te vestigen overeenkomstig de Vreemdelingenwet van 15 december 1980
    • verblijfsvoorwaarde: de verblijfsvoorwaarde zoals bedoeld in het Groeipakketdecreet, inclusief de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële besluiten
    • vreemdeling: de persoon die niet bewijst dat hij de Belgische nationaliteit heeft

    3. Wanneer moet aan de verblijfsvoorwaarde worden voldaan?

    Het ogenblik dat aan de verblijfsvoorwaarde moet worden voldaan is afhankelijk van de toelage:

    • gezinsbijslagen/kinderopvangtoeslag/ondersteuningstoeslag: in de maand waarin het mogelijke recht zich situeert
    • voorafbetaling startbedrag geboorte: op het ogenblik van de beslissing. De betaling van het startbedrag geboorte wordt definitief gevalideerd indien wordt voldaan aan de verblijfsvoorwaarden in de maand van geboorte.
    • kleutertoeslag: in de loop van het schooljaar waarin het 3-jarige of 4-jarige kind respectievelijk 3 of 4 jaar wordt
    • schooltoeslag:
      • schooljaar 2019-2020: op 31/12/2019
      • vanaf het schooljaar 2020-2021: op 31 augustus voorafgaand aan het schooljaar in kwestie

    4. Gegevensvergaring

    4.1. Begin van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden

    De beslissing tot recht op verblijf van meer dan drie maanden wordt geregistreerd in het Rijksregister en is terug te vinden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. 

    De rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ wordt de voornaamste gegevensbron die toelaat te besluiten of en vanaf wanneer een vreemdeling over een verblijfsrecht beschikt van meer dan drie maanden.

    Indien de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ leeg is, moet besloten worden dat de persoon in kwestie niet over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikt.

    Onder ‘redenen’ wordt de basis waarop het verblijfsrecht is gebaseerd, genoteerd. 

    De begindatum van de rubriek ‘wettige verblijven’ is de datum waarop het verblijfsrecht van meer dan drie maanden ingaat. 

    Uitzondering:

    Wanneer een vreemdeling na het doorlopen van de procedure niet wordt erkend als vluchteling, kan wel het statuut van subsidiaire bescherming worden toegekend.  Deze persoon voldoet aan de verblijfsvoorwaarde, niet vanaf het verzoek internationale bescherming, maar vanaf de beslissing tot toekenning van het subsidiair beschermingsstatuut. In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ wordt evenwel de datum dat het ‘verzoek internationale bescherming’ werd ingediend, geregistreerd.  Op welke manier de datum waarop de vreemdeling met subsidiaire bescherming aan de verblijfsvoorwaarde voldoet wordt bepaald, lees je verder in punt 5.1.

    Enkele aandachtspunten:

    • Registratie voor alle vreemdelingen met recht op verblijf van meer dan drie maanden
      De registratie gebeurt voor alle personen met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden, ongeacht de leeftijd, dus ook voor kinderen jonger dan 12 jaar.
    • Geen registratie maar het gezin meent over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden te beschikken
      Wanneer het gezin meent dat er toch een verblijfsrecht is van meer dan drie maanden, wordt betrokkene aangeraden aan de gemeente te vragen om informatietype 202 in het Rijksregister in te vullen, indien daar reden toe is.  Ook wanneer het gezin stukken voorlegt die het verblijfsrecht aantonen, moet het gezin verzocht worden dit verblijfsrecht te laten registreren in het Rijksregister.

    Uitzonderingen:            

    • Bijlage 15
      De vreemdeling die nog niet in het Vreemdelingenregister is ingeschreven in afwachting van de woonstcontrole legt een bijlage 15 voor waarbij de optie om te verzoeken dat hij ingeschreven wordt of om het verblijfsdocument, de verblijfs- of vestigingsvergunning of de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene waarop hij recht heeft te ontvangen’ is aangekruist. Op deze manier wordt het bewijs geleverd dat de vreemdeling over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikt.

      Na de inschrijving in het Rijksregister moet de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ worden ingevuld. Wanneer het recht op Groeipakket wordt vastgesteld, wordt de registratie van de verblijfsreden na 90 dagen, vanaf de afgifte van de bijlage 15,  manueel opgevolgd.

      Indien na 90 dagen de vreemdeling nog niet is ingeschreven of de verblijfsreden nog niet is geregistreerd worden de betalingen gestaakt. Bij de gemeente van de woonplaats wordt geïnformeerd naar de reden van niet inschrijving of niet registratie.  Indien na 90 dagen hierop volgend nog steeds geen registratie gebeurde wordt het dossier voorgelegd aan advies@vutg.be.

    • Vluchtelingen
      In de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’, rubriek ‘administratieve toestand’ is een chronologisch overzicht terug te vinden van de procedure internationale bescherming.  De registratie van de erkenning als vluchteling of subsidiair beschermde door het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in deze rubriek geldt als bewijs van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden. 

      Na de beslissing en na de uitreiking van het vluchtelingenattest moet de erkende vluchteling zich bij het gemeentebestuur van zijn woonplaats aanbieden om de verblijfskaart aan te vragen en de verblijfsreden te laten registreren. Omdat de timing van uitreiking van het vluchtelingenattest  sterk kan variëren wordt de registratie van de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ na 90 dagenvanaf de positieve beslissing,  manueel opgevolgd. 

      Indien na 90 dagen de verblijfsreden niet is geregistreerd worden de betalingen gestaakt en wordt bij de gemeente van de woonplaats geïnformeerd naar de reden van niet registratie.  Indien na 90 dagen hierop volgend nog steeds geen registratie gebeurde wordt het dossier voorgelegd aan advies@vutg.be.

    • Registratie van een volgende verblijfsbeslissing

      Wanneer een vreemdeling met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden een nieuwe verblijfsbeslissing ontvangt op basis van dezelfde of een andere grond dan de eerdere verblijfsbeslissing, wordt deze nieuwe beslissing geregistreerd.  De nieuwe reden en de datum dat het nieuwe verblijfsrecht ingaat wordt geregistreerd in een nieuwe lijn. In de vorige lijn wordt de einddatum niet geregistreerd.

      Voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    Een vreemdeling heeft een verblijfsrecht op basis van studies vanaf 01 februari 2020.  Deze verblijfsreden is geregistreerd.  Tijdens zijn studies, op 13/05/2022, bekomt hij een verblijfsrecht ‘gezinshereniging als echtgenoot van een Belg’.  De nieuwe verblijfsreden wordt geregistreerd en is terug te vinden in een nieuwe lijn in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De einddatum in de vorige lijn wordt niet genoteerd.

    Voorbeeld 2
    Een vreemdeling heeft een verblijfsrecht van meer dan drie maanden op basis van gezinshereniging met een Belg.  Dit verblijfsrecht werd ingetrokken op 03 januari 2022. Op 23 augustus 2022 diende deze persoon een nieuwe verblijfsaanvraag in met hetzelfde kind.  De aanvraag wordt goedgekeurd.  Deze beslissing wordt opnieuw geregistreerd in het Rijksregister en is terug te vinden in een nieuwe lijn in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ De einddatum in de vorige lijn wordt niet genoteerd. 

     

    • Het attest van immatriculatie
      De registratie gebeurt niet bij de afgifte van een attest van immatriculatie. Deze vreemdeling is immers nog niet toegelaten of gemachtigd tot een verblijf van meer dan drie maanden.
    Een volledig overzicht van de verschillende codes die blijk geven van een recht op verblijf van meer dan 3 maanden vind je in bijlage 1. De verschillende codes zijn onderverdeeld in 3 categorieën.

    In bijlage 2 wordt de invloed op iedere toelage Groeipakket per categorie toegelicht.   Per categorie wordt geduid of de datum die wordt geregistreerd geldt als startdatum dat aan de verblijfsvoorwaarde van de toelage wordt voldaan.

     

    4.2. Einde van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden

    Wanneer het verblijfsrecht van meer dan drie maanden wordt beëindigd, is dit gegeven niet terug te vinden in de kolom ‘einddatum’ van de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. De vreemdeling wordt geacht verder over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden te beschikken tot zolang deze zich niet in één van de 4 onderstaande situaties bevindt.  In ieder van deze situaties gaat het verblijfsrecht verloren of wordt het geacht verloren te zijn.  Eveneens informeren we op welke manier het verblijfsrecht nadien opnieuw moet worden beoordeeld.

    De bron die we in de eerste 3 situaties hiervoor aanwenden is de rubriek ‘historiek status’ van de flux ‘historiek wettelijke gegevens’.  In de eerder uitzonderlijke 4de situatie is de bron de rubriek ‘historiek register’ van de flux ‘historiek  ‘wettelijke gegevens’.

    4.2.1. Afvoering wegens verlies van verblijfsrecht

    Wanneer de dienst Vreemdelingenzaken een negatieve verblijfsbeslissing neemt, volgt een afvoering wegens verlies van verblijfsrecht. Met andere woorden: de afvoering wegens verlies van verblijfsrecht betekent automatisch het einde van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden op de datum van de afvoering.

    Opgelet: het einde van het verblijfsrecht betekent niet altijd dat niet meer aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan.  Het is immers mogelijk dat het kind via een vrijstelling hieraan verder blijft voldoen.  Dit wordt verder besproken onder punt 6 van deze toelichtingsnota.

    Wanneer de vreemdeling na de afvoering wegens verlies van verblijfsrecht opnieuw wordt ingeschreven in het Rijksregister, moet het bekomen van een nieuw verblijfsrecht van meer dan drie maanden geregistreerd worden in het Rijksregister, ook wanneer de verblijfsreden dezelfde is als de vorige.  De nieuwe registratie van de verblijfsreden is terug te vinden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ met een nieuwe datum vanaf wanneer het verblijfsrecht van meer dan drie maanden ingaat. De lijn met de meest recente datum geeft de recentste verblijfsbeslissing weer.

    Tussen de datum van de afvoering wegens verlies van verblijfsrecht en de eerstvolgende registratie van een verblijfsreden is er geen verblijfsrecht van meer dan drie maanden.

    Wanneer het gezin meent dat er toch een verblijfsrecht is van meer dan drie maanden, wordt betrokkene aangeraden aan de gemeente te vragen om informatietype 202 in het Rijksregister in te vullen, indien daar reden toe is.  Ook wanneer het gezin stukken voorlegt die het verblijfsrecht aantonen, moet het gezin verwezen worden naar de gemeente om dit verblijfsrecht te laten registreren in het Rijksregister.

    Indien in een uitzonderlijke situatie een vreemdeling die nog niet opnieuw in het vreemdelingenregister is ingeschreven in afwachting van de woonstcontrole een bijlage 15 voorlegt met een datum die valt na de afvoering wegens verlies van verblijfsrecht waarbij de optie  ‘om te verzoeken dat hij ingeschreven wordt of om het verblijfsdocument, de verblijfs- of vestigingsvergunning of de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene waarop hij recht heeft te ontvangen’ is aangekruist, wordt aan de verblijfsvoorwaarde voldaan.  Wanneer aan de andere voorwaarden wordt voldaan en het recht wordt vastgesteld, wordt de inschrijving na 90 dagen, vanaf de afgifte van de bijlage 15, manueel opgevolgd.  Na de inschrijving in het Rijksregister moet de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ worden geregistreerd.

    Indien na 90 dagen de persoon nog niet is ingeschreven of de verblijfsreden nog niet is geregistreerd worden de betalingen gestaakt en wordt bij de gemeente van de woonplaats geïnformeerd naar de reden van niet inschrijving of niet registratie.  Indien na 90 dagen hierop volgend nog steeds geen inschrijving volgde of geen registratie gebeurde wordt het dossier voorgelegd aan advies@vutg.be.

    Voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    De vreemdeling is ingeschreven in het Rijksregister. In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is code 1030300 genoteerd met als corresponderende datum 15/02/2022.  Hij is tot op vandaag niet afgevoerd. Hij heeft ononderbroken verblijfsrecht van meer dan drie maanden vanaf 15/02/2022.
    Het verblijfsrecht van meer dan drie maanden moet niet manueel worden opgevolgd.

    Voorbeeld 2
    De vreemdeling wordt afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht op 10/08/2022. 
    Vanaf 10/08/2022 beschikt betrokkene niet meer over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. 

    Voorbeeld 3
    De vreemdeling wordt vervolgens opnieuw ingeschreven in het Rijksregister op 15/10/2022.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is de code 1030300 genoteerd met als datum 15/02/2022.  De vreemdeling heeft een verblijfsrecht van 15/02/2022 tot 10/08/2022. De nieuwe inschrijving houdt geen nieuw verblijfsrecht van meer dan drie maanden in.   Betrokkene heeft geen verblijfsrecht van meer dan drie maanden vanaf 15/10/2022.

    Voorbeeld 4
    In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ wordt de verblijfsreden 1030300 genoteerd met als datum 10/11/2022.  Betrokkene heeft verblijfsrecht van 15/02/2022 tot 10/08/2022 en opnieuw vanaf 10/11/2022.

     

    Beroepen tegen de negatieve beslissing voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen:
    Ook wanneer tegen de negatieve beslissing een schorsend beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) wordt ingediend, blijft de vreemdeling afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht.  Deze persoon wordt in het bezit gesteld van een bijlage 35.  De afgifte wordt geregistreerd in het Rijksregister en is terug te vinden in de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. 

    Opgelet:
    Tijdens de beroepsprocedure voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen beschikt betrokkene niet over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. 

    Wordt een positieve beslissing genomen door de Raad van Vreemdelingenbetwistingen, dan wordt de vreemdeling terug geplaatst in de verblijfssituatie op het moment waarop het verblijfsrecht werd beëindigd, met andere woorden de eerdere verblijfsbeslissing voor de datum van de afvoering blijft gelden.  In deze situatie wordt de vreemdeling opnieuw in het Rijksregister ingeschreven.
    De beslissing door de Raad van Vreemdelingenbetwistingen gaat evenwel niet gepaard met een nieuwe registratie van de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.
    De vreemdeling heeft ononderbroken een verblijfsrecht van meer dan drie maanden vanaf de datum van de laatste registratie van de verblijfsreden genoteerd in de rubriek ‘ wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.

    Opgelet:
    Op basis van elektronische informatie kan echter niet met zekerheid worden afgeleid of de nieuwe inschrijving een gevolg is van de positieve beslissing door de Raad van Vreemdelingenbetwistingen of van een nieuwe verblijfsaanvraag.

    Het verblijfsrecht is vanaf de laatste registratie in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ niet onderbroken in de volgende situaties (ook niet tijdens de periode van afvoering wegens verlies van verblijfsrecht)3 .

    • De vreemdeling is na de herinschrijving in het bezit van een nieuw verblijfsdocument dat blijk geeft van een verblijfsrecht én tussen de datum van afvoering wegens verlies van verblijfsrecht en de begindatum van de geldigheid van de verblijfskaart is er geen nieuwe verblijfsreden geregistreerd in de rubriek wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. 
       
      Een overzicht van verblijfsdocumenten die blijk geven van een verblijfsrecht vind je in bijlage 3. De uitreiking van verblijfskaarten wordt in het Rijksregister geregistreerd en is terug te vinden in de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  
    Voorbeeld:
    Een vreemdeling wordt afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht op 02/10/2022.  Een schorsend beroep bij de RvV wordt ingediend. Op 26/10/2022 wordt betrokkene in het bezit gesteld van een bijlage 35. Op 13/02/2023 wordt de vreemdeling opnieuw in het Rijksregister ingeschreven.  Er volgt geen nieuwe registratie in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De vreemdeling beschikt opnieuw over nieuwe geldige verblijfskaart vanaf 27/02/2023. 

    De vreemdeling heeft een ononderbroken verblijfsrecht vanaf de laatste registratie van de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ in de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.

     

    • De vreemdeling legt na de herinschrijving de positieve beslissing genomen door de RvV voor.

    Na vaststelling van het verblijfsrecht op deze basis wordt de verblijfsvoorwaarde verder beoordeeld zoals beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota.

    4.2.2. Afvoering van ambtswege

    Een afvoering van ambtswege betekent niet automatisch het einde van het verblijfsrecht. 

    Of het verblijfsrecht al dan niet verloren ging is afhankelijk of betrokkene effectief het land verliet, het verblijfsstatuut en de duur van de afwezigheid.  De bevoegdheid om dit verblijfsrecht te onderzoeken ligt in handen van het gemeentebestuur of DVZ.  Dit onderzoek gebeurt bij een nieuwe vraag tot herinschrijving. Tot zolang deze nieuwe beoordeling niet gebeurde wordt besloten dat vanaf de afvoering van ambtswege het verblijfsrecht niet bewezen is.  

    Opgelet:
    De vreemdeling die van ambtswege is afgevoerd wordt verondersteld, tot bewijs van tegendeel, niet meer op het grondgebied te verblijven.
       

    Het recht op gezinsbijslagen voor een kind kan slechts ontstaan voor zover het zijn woonplaats heeft in Vlaanderen. Dit houdt in dat wanneer een kind van ambtswege wordt afgevoerd, het recht op gezinsbijslagen in eerste instantie wordt afgewezen omdat de woonstvoorwaarde niet meer is ingevuld. 

    Als na de afwijzing van het recht een nieuwe aanvraag wordt ingediend, wordt het verblijfsrecht als volgt beoordeeld: 

    De vreemdeling is niet ingeschreven in het Rijksregister 
    De vreemdeling wordt geacht, tot bewijs van het tegendeel, niet over een verblijfsrecht te beschikken.   

    Betrokkene wordt geadviseerd zich bij het gemeentebestuur aan te bieden met de vraag zich opnieuw in te schrijven in Rijksregister.  Het gemeentebestuur/DVZ zal bij de vraag tot herinschrijving onderzoeken of het verblijfsrecht van de persoon in kwestie al dan niet verloren ging.  

    De vreemdeling is opnieuw ingeschreven in het Rijksregister
    De nieuwe inschrijving kan het gevolg zijn van  

    • de beslissing dat het verblijfsrecht niet verloren ging.
    • een nieuwe verblijfsaanvraag nadat het verblijfsrecht na de afvoering van ambtswege verloren ging. 

    De beoordeling van het verblijfsrecht gebeurt als volgt:

    • De vreemdeling is na de herinschrijving  in het Rijksregister in het bezit van een nieuw verblijfsdocument  dat blijk geeft van een verblijfsrecht én tussen de datum van afvoering van ambtswege en de begindatum van de geldigheid van de verblijfskaart is er geen nieuwe verblijfsreden geregistreerd in de rubriek wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. 

      Een overzicht van verblijfskaarten die blijk geven van een verblijfsrecht vind je in bijlage 3. De uitreiking van verblijfskaarten wordt in het Rijksregister geregistreerd en is terug te vinden in de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  

      In deze situatie is het verblijfsrecht vanaf de laatste registratie van de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ niet onderbroken (ook niet tijdens de periode van afvoering van ambtswege).  Na de vaststelling van het recht wordt de verblijfsvoorwaarde verder beoordeeld zoals beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota.  De verblijfskaart moet niet verder worden opgevolgd.

    Voorbeeld:  
    Andres, met Spaanse nationaliteit, werd op 13/05/2022, afgevoerd van ambtswege.
      In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is bij reden code 1040201 geregistreerd met datum 03/05/2019.  De EU-kaart waarover Andres beschikte werd op 13/05/2022 gesupprimeerd. Op 07/01/2023 wordt Andres opnieuw ingeschreven. Hij beschikt vanaf 30/01/2023 opnieuw over een geldige EU-kaart.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden is na 03/05/2019 geen nieuwe verblijfsreden geregistreerd. Andres beschikt vanaf 03/05/2019 ononderbroken over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. 

     

    • Een verblijfsreden is geregistreerd in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ met een datum die valt na de afvoering van ambtswege en voor de eventuele uitreiking van een verblijfskaart. 

      Het verblijfsrecht vanaf de nieuwe registratie van de verblijfsreden met een geldige code is bewezen.   
      Tussen de datum van afvoering van ambtswege en de nieuwe registratiedatum in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden, wordt de vreemdeling geacht, tot bewijs van het tegendeel, niet over een verblijfsrecht te beschikken. 

      In de situatie dat tussen de afvoering van ambtswege en de nieuwe inschrijving het kind aan de woonstvoorwaarde voldoet (via bewijsstukken zoals vermeld in TN 3 bijlage 1 of via een inschrijving), wordt voor wat betreft deze periode het dossier voor verdere beoordeling voorgelegd aan advies@vutg.be met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van de mail. 

    Voorbeeld:
    Mahmoud, met Syrische nationaliteit, werd op 13/05/2021, afgevoerd van ambtswege.
      In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden is bij reden code 1010701 geregistreerd met datum 03/05/2019.  Op 07/01/2023 wordt Mahmoud opnieuw ingeschreven. In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is een nieuwe reden verblijf 1010702 met datum 05/02/2023 geregistreerd. 
     
    Het verblijfsrecht van Mahmoud is bewezen van 03/05/2019 tot 13/05/2021 en opnieuw vanaf 05/02/2023.   
     
    Indien bewezen wordt dat het kind in de periode van 14/05/2021 tot 06/01/2023 in Vlaanderen woont, wordt het dossier voorgelegd aan advies@vutg.be. 

     

    • Na de afvoering van ambtswege is er geen nieuwe verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ geregistreerd en na de herinschrijving werd geen (nieuwe) verblijfskaart uitgereikt. 
       
      Ten vroegste 30 dagen na de herinschrijving wordt het dossier voor verdere beoordeling voorgelegd aan advies@vutg.be met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van de mail. 

    Voorbeeld:
    Margaretha, met Bulgaarse
      nationaliteit, werd op 13/05/2021, afgevoerd van ambtswege.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden is bij reden code 1010701 geregistreerd met datum 03/05/2019.  Op 08/02/2023 wordt ze opnieuw ingeschreven. Er wordt een nieuwe aanvraag ingediend.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is na 03/05/2019 geen nieuwe reden verblijf geregistreerd.  Ook werd Margaretha niet opnieuw in het bezit gesteld van een geldige verblijfskaart. 
     
    Het dossier wordt ten vroegste op 08/03/2023 voorgelegd aan advies@vutg.be.
     
    4.2.3. Afvoering naar het buitenland

    Een afvoering naar het buitenland betekent niet automatisch het einde van het verblijfsrecht. 
     
    Het recht op gezinsbijslagen voor een kind kan slechts ontstaan voor zover het zijn woonplaats heeft in Vlaanderen.   Dit houdt in dat wanneer een kind wordt afgevoerd naar het buitenland, het recht op gezinsbijslagen in eerste instantie wordt afgewezen omdat de woonstvoorwaarde niet meer is vervuld.
     
    Als na de afwijzing van het recht een nieuwe aanvraag wordt ingediend, wordt het verblijfsrecht als volgt beoordeeld: 

    De vreemdeling is niet ingeschreven in het Rijksregister.   
    De vreemdeling wordt geacht, tot bewijs van het tegendeel, niet over een verblijfsrecht te beschikken.   

    Betrokkene wordt geadviseerd zich bij het gemeentebestuur aan te bieden met de vraag zich opnieuw in te schrijven in het Rijksregister.  Het gemeentebestuur/DVZ zal bij de vraag tot herinschrijving onderzoeken of het verblijfsrecht van de persoon in kwestie al dan niet verloren ging. 

    Betrokkene is opnieuw ingeschreven in het Rijksregister 
    De nieuwe inschrijving kan het gevolg zijn van  

    • de beslissing dat het verblijfsrecht niet verloren ging 
    • een nieuwe verblijfsaanvraag nadat het verblijfsrecht na de afvoering naar het buitenland verloren ging. 

    Wanneer het verblijfsrecht verloren ging na de afvoering naar het buitenland, wordt het einde van het verblijfsrecht niet geregistreerd in het Rijksregister (geen afvoering wegens verlies van verblijfsrecht, geen registratie van de datum waarop het verblijfsrecht verloren ging in de rubriek wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’). 

    Het Rijksregister voorziet een oplossing op termijn.  In afwachting wordt het verblijfsrecht als volgt beoordeeld:  

    • De vreemdeling is op de datum van de herinschrijving in het bezit van een verblijfsdocument dat blijk geeft van een verblijfsrecht en dit verblijfsdocument is niet ingetrokken bij de herinschrijving. 
       
      Het verblijfsrecht is vanaf de laatste registratie in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ niet onderbroken (ook niet tijdens de periode van afvoering naar het buitenland).  Na de vaststelling van het recht wordt de verblijfsvoorwaarde verder beoordeeld zoals beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota.  De verblijfskaart moet niet verder worden opgevolgd. 
    Voorbeeld:
    Desmond met Duitse nationaliteit, werd op 13/05/2022, afgevoerd naar het buitenland.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden is bij reden code 1040201 geregistreerd met datum 03/05/2019.  Op 07/01/2023 wordt Desmond opnieuw ingeschreven. Hij beschikt op 07/01/2023 over een geldige EU-kaart.  Deze kaart is bij de herinschrijving niet ingetrokken.
     
    Desmond beschikt vanaf 03/05/2019 ononderbroken over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden.  

     

    • De vreemdeling heeft op de datum van de herinschrijving geen verblijfskaart maar wordt na de herinschrijving in het bezit gesteld van een nieuw verblijfsdocument dat blijk geeft van een verblijfsrecht én tussen de datum van afvoering naar het buitenland en de begindatum van de geldigheid van de verblijfskaart is er geen nieuwe verblijfsreden geregistreerd in de rubriek wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. 
       
      Het verblijfsrecht is vanaf de laatste registratie in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ niet onderbroken (ook niet tijdens de periode van afvoering naar het buitenland).  Na de vaststelling van het recht wordt de verblijfsvoorwaarde verder beoordeeld zoals beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota.  De verblijfskaart moet niet verder worden opgevolgd.

       
    • De vreemdeling heeft op de datum van de herinschrijving geen verblijfskaart . Een verblijfsreden is geregistreerd in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ met een datum die valt na de afvoering naar het buitenland en voor de eventuele uitreiking van een eventuele verblijfskaart. 
       
      Het verblijfsrecht vanaf de nieuwe registratie van de verblijfsreden met een geldige code is bewezen.   
      Tussen de datum van afvoering naar het buitenland en de nieuwe registratiedatum in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden, wordt de vreemdeling geacht, tot bewijs van het tegendeel, niet over een verblijfsrecht te beschikken. 
       
      In de situatie dat tussen de afvoering naar het buitenland en de nieuwe inschrijving het kind aan de woonstvoorwaarde voldoet (via bewijsstukken zoals vermeld in TN 3 bijlage 1 of via een inschrijving), wordt voor wat betreft deze periode het dossier voor verdere beoordeling voorgelegd aan advies@vutg.be met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van de mail.

       
    • De vreemdeling heeft op de datum van de herinschrijving geen verblijfskaart. Na de afvoering naar het buitenland is er geen nieuwe verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ geregistreerd en na de herinschrijving werd geen (nieuwe) verblijfskaart uitgereikt. 
       
      Ten vroegste 30 dagen na de herinschrijving wordt het dossier voor verdere beoordeling voorgelegd aan advies@vutg.be met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van de mail. 
       
    4.2.4. Overschrijving van het vreemdelingen register naar het wachtregister

    In een uitzonderlijk situatie wordt een vreemdeling met een verblijfsrecht overgeschreven van het vreemdelingenregister naar het wachtregister. 

    Dit houdt in dat het verblijfsrecht van deze vreemdeling verloren ging terwijl ondertussen het verblijfsrecht op een andere grond wordt onderzocht.  In deze situatie wordt de veemdeling niet afgevoerd wegens verlies van verblijfrecht. 

    Voorbeeld:
    Een vreemdeling heeft verblijfsrecht.  De reden van verblijf werd geregistreerd en is terug te vinden in de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’, rubriek wettige verblijven (code 1060101).  Op  27 februari wordt deze persoon overgeschreven van het vreemdelingenregister naar het wachtregister.  Op deze datum verloor de vreemdeling zijn verblijfsrecht.

     

    4.3. Toepassing in de tijd

    De beschreven procedure hoe, van en tot wanneer het verblijfsrecht van meer dan drie maanden wordt bewezen via elektronische informatie zoals beschreven in deze toelichtingsnota, is van toepassing vanaf 1 januari 2019. 

    Rechten in het verleden worden herzien bij vaststelling of op vraag van het gezin. 

    Opgelet:
    Wanneer na de afvoering wegens verlies van verblijfsrecht de vreemdeling opnieuw werd ingeschreven en er vanaf deze datum geen nieuwe registratie van de verblijfsreden gebeurde in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden:

    • Periode voorafgaand aan 01/01/20224 : de vreemdeling kan het tegendeel bewijzen.  Dit tegendeel kan worden aangetoond door het voorleggen van een attest van een daartoe bevoegd overheid (gemeente, DVZ, CGVS).
    • Periode vanaf 01/01/2022: er wordt besloten dat het verblijfsrecht van meer dan drie maanden niet opnieuw wordt gevestigd.
      Legt de vreemdeling stukken voor waaruit het verblijfsrecht zou moeten blijken, dan wordt deze geadviseerd de gemeente te contacteren met de vraag IT 202 in het Rijksregister aan te vullen.

    4.4. Besluit

    De periode waarover een vreemdeling recht op verblijf van meer dan drie maanden heeft moet worden afgeleid door de combinatie van de verschillende bronnen hierboven besproken. 

    Bij een nieuw onderzoek is het belangrijk het verblijfsrecht te beoordelen vanaf de laatste registratie van de verblijfsreden in de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden, rubriek ‘wettige verblijven’ voorafgaand aan de te onderzoeken periode of bij gebrek hieraan vanaf de eerste registratie na het begin  van de te onderzoeken periode.  Vanaf deze start moet op basis van de situaties beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota verder worden onderzocht of het verblijfsrecht continue intact bleef of onderbroken werd.

    Voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    Voor Gustav wordt het recht op Groeipakket onderzocht.  Op 23/03/2023 verhuisde het kind van Brussel naar een Vlaamse gemeente. Gustav is sinds het schooljaar 2019-2020 ingeschreven in een Vlaamse onderwijsinstelling.  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is de verblijfsreden genoteerd (code 1010102 – gezinshereniging met een niet Europeaan ) met corresponderende datum 15/09/2019. Het kind werd afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht over de periode van 15/09/2022 tot 23/11/2022. Gustav heeft geen verblijfsrecht vanaf 15/09/2022. 

    Hij  zal geen aanspraak maken op gezinsbijslagen vanaf de periode dat Vlaanderen bevoegd wordt.
    Hij heeft recht op de schooltoeslag schooljaren 2019-2020, 2020-2021, 2021-2022 en 2022-2023. Hij voldoet niet aan de verblijfsvoorwaarde schooltoeslag vanaf het schooljaar 2023-2024.

    Voorbeeld 2
    Voor Pablo wordt het recht op Groeipakket onderzocht vanaf 01/03/2022.  Op deze datum werd hij voor een eerste maal in het Rijksregister ingeschreven (in een Vlaamse gemeente).  In de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ is de verblijfsreden (code 1050206 – Europese onderdaan – houder van toereikende bestaansmiddelen) met corresponderende datum 15/07/2022 geregistreerd.  Na deze datum bevindt Pablo zich niet in één van de situaties beschreven in 4.2. van deze toelichtingsnota.  Pablo heeft een verblijfrecht vanaf 15/07/2022.  Vanaf deze datum wordt voldaan aan de verblijfsvoorwaarde.

     

    Eénmaal het recht op gezinsbijslagen gevestigd is en de betalingen maandelijks worden uitgevoerd, wordt het verblijfrecht van meer dan drie maanden niet langer manueel opgevolgd. In de situaties waarin dit verblijfsrecht opnieuw moet worden beoordeeld, wordt automatisch een taak gegenereerd. 
    Wanneer niet langer aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan is het belangrijk het dossier correct af te sluiten en de genomen beslissing op de gebruikelijke manier te motiveren.

    4.5. Uitzondering voor diplomatiek personeel en Europese ambtenaren

    De reden van verblijf van meer dan drie maanden en de datum sedert wanneer dit ingaat wordt niet geregistreerd in het Rijksregister voor diplomatiek personeel en Europese ambtenaren.  De rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ zal dus niet ingevuld worden.

    Deze vreemdelingen krijgen ‘bijzondere identiteitskaarten’ waarvan de afgifte gebeurt door de FOD Buitenlandse Zaken (dienst Protocol)5 . Deze bijzondere identiteitskaarten vormen het bewijs van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden. De afgifte hiervan wordt geregistreerd in het Rijksregister en is als volgt terug te vinden in de kolom Type/code van de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’:

    • Bijzondere identiteitskaart P
      0091
    • Bijzondere identiteitskaart E
      0092
    • Bijzondere identiteitskaart S
      0093
    • Bijzondere identiteitskaart C
      0094
    • Bijzondere identiteitskaart D
      0095

    De geregistreerde begindatum van de bijzondere identiteitskaart is de datum vanaf wanneer het verblijfsrecht van meer dan drie maanden ingaat6 .

    Dit verblijfsrecht moet niet manueel worden opgevolgd.  Het verblijfsrecht van meer dan drie maanden wordt geacht vervuld te blijven tot de vreemdeling wordt afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht.  Bij een herinschrijving wordt het verblijfsrecht opnieuw gecontroleerd via de bijzondere identiteitskaart.

    Bewijs van het tegendeel
    Wanneer het gaat om een kind dat tot een gezin van diplomatiek personeel of Europese ambtenaren behoort en waarvan niet op basis van elektronische informatie kan besloten worden dat aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan, wordt het recht afgewezen tot bewijs van het tegendeel. Het tegendeel kan worden aangetoond door een attest van een bevoegde overheid7

    5. Verblijfsrecht van meer dan drie maanden, maar niet voldaan aan de verblijfsvoorwaarde

    Volgende categorieën die beschikken over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden, worden (eventueel gedeeltelijk) uitgesloten voor bepaalde toelagen Groeipakket:
     

    5.1. Verblijfsrecht van meer dan drie maanden op basis van studies, vrijwilligerswerk of werk als au-pairejongere

    Personen met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden op basis van studies, vrijwilligerswerk of werk als au-pairjongere geven geen recht op gezinsbijslagen.
    Het gaat om personen waarbij in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ één van volgende redenen werd geregistreerd:

    • 1050105: vrijwilligerswerk
    • 1060101: niet-Europese studentStudent
    • 1060102: niet-Europese student – andere vorm van opleiding
    • 1060103: Student – stagiaire
    • 1060104: Student leerling
    • 1060105: Student – au pair
    • 1060200: Europese of Zwitserse student
    • 1070200: studie of opleiding
    • 1000300: mobiliteit student

    Kinderen van deze personen voldoen wel aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen.

    Vreemdelingen met recht op verblijf op basis van studies, vrijwilligerswerk of werk als au-pairjongere voldoen wel aan de verblijfsvoorwaarden betreffende toelagen, andere dan deze van de gezinsbijslagen.

    5.2. Erkende vluchtelingen

    Om als vluchteling te worden erkend moet de vreemdeling voldoen aan de voorwaarden bepaald in de Conventie van Genève. Hiertoe moet een ‘verzoek internationale bescherming’ worden ingediend. Wanneer de vluchtelingenstatus naar aanleiding van dit verzoek niet kan worden toegekend kan betrokkene subsidiaire bescherming krijgen. Deze subsidiaire bescherming kan worden verkregen wanneer een terugkeer naar zijn land van herkomst, of in het geval van staatloze, naar het land waar hij vroeger verbleef, zou betekenen dat een reëel risico wordt gelopen op ernstige schade, en hij zich niet onder de bescherming van dat land kan of, wegens dat risico, wil stellen.

    De erkenning als vluchteling heeft een declaratief karakter. Dit houdt in dat na de positieve beslissing het verblijfsrecht ingaat op de datum van het verzoek internationale bescherming (asielaanvraag).

    De Vlaamse regering besloot dat voor het kind dat erkend vluchteling is, het recht op gezinsbijslagen ingaat vanaf de datum waarop de beslissing van erkenning van de vluchtelingenstatus wordt genomen.

    Deze wijziging heeft invloed op de definitieve beslissing tot erkenning als vluchtelingen vanaf 04 juni 2020.

    Concreet:

    • Beslissingen tot erkenning genomen vanaf 04 juni 2020: het recht op gezinsbijslagen en ondersteuningstoeslag gaat ten vroegste in vanaf de datum van de definitieve beslissing tot erkenning als vluchteling.
    • Beslissingen tot erkenning genomen voor 04 juni 2020: het recht op gezinsbijslagen gaat ten vroegste in vanaf de datum van het verzoek internationale bescherming.
    • De beperking geldt niet voor de schooltoeslag, kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag.  Dit houdt in dat aan de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslag, kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag is voldaan vanaf de datum van het verzoek internationale bescherming, ongeacht de datum waarop de beslissing tot erkenning is genomen.    

    In de praktijk: 
    Na de erkenning als vluchteling wordt in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ de verblijfsreden ‘vluchteling’ code ‘1020100’.  De corresponderende datum is de datum waarop het verblijfsrecht van meer dan drie maanden ingaat, nl. de datum van het verzoek internationale bescherming.

    Deze gegevens alleen laten niet toe te besluiten vanaf wanneer de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen vervuld is.

    De verschillende stappen tijdens het verzoek internationale bescherming zijn geregistreerd in de rubriek ‘administratieve toestand’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De erkenning als vluchteling wordt als volgt geregistreerd: ‘beslissing: erkenning van de vluchtelingenstatus’8 . De corresponderende datum is bepalend vanaf wanneer aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen is voldaan:

    • de beslissing ‘erkenning van de vluchtelingenstatus’ is genomen voor 04 juni 2020: aan de verblijfsvoorwaarde is voldaan vanaf de datum van het verzoek internationale bescherming.  Dit gegeven is eveneens geregistreerd in dezelfde rubriek:  ‘asielaanvraag ingediend’9 .
    • de beslissing ‘erkenning van de vluchtelingenstatus’ is genomen vanaf  04 juni 2020: aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen is voldaan vanaf de datum tot erkenning van de vluchtelingenstatus.

    Het recht op schooltoeslag wordt automatisch onderzocht op basis van beschikbare elektronische gegevens.  Wanneer voor de erkende vluchteling geen schooltoeslag werd toegekend bij gebrek aan geldige verblijfscode in de rubriek ‘wettige gegevens’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarde’ op de ijkdatum terwijl volgens de rubriek ‘administratieve toestand’ het verzoek internationale bescherming werd ingediend ten laatste op de ijkdatum kan de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslag van het desbetreffende schooljaar worden overschreven.

    Opgelet:
    Wanneer na het doorlopen van de procedure ‘verzoek internationale bescherming’ de vreemdeling niet wordt erkend als vluchteling, maar wel de subsidiaire beschermingsstatus krijgt, wordt in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ de verblijfsreden ‘subsidiaire bescherming’ code 1020200 geregistreerd.  Ook hier is  de datum van het verzoek internationale bescherming genoteerd. 

    Dit is niet de datum waarop aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan.

    Wanneer in de rubriek ‘wettige verblijven’ de verblijfsreden ‘subsidiaire bescherming’ code 1020200 wordt geregistreerd, wordt de datum waarop aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan op een zelfde manier bepaald als de datum waarop het recht op gezinsbijslagen als vluchteling ingaat.

    Concreet:
    In deze situatie wordt de rubriek ‘administratieve toestand’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ geconsulteerd.  De toekenning wordt als volgt geregistreerd: ‘weigering vluchtelingenstatus – toekenning subsidiaire bescherming’. De corresponderende datum is bepalend vanaf wanneer aan de verblijfsvoorwaarde wordt voldaan.

    Aandachtspunt:
    Minderjarige kinderen vergezeld door een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, worden normaliter toegevoegd aan het dossier verzoek internationale bescherming van deze persoon. Bij een positieve beslissing wordt de reden ‘vluchteling’ of ‘subsidiaire bescherming’ en de datum waarop het verzoek internationale bescherming werd ingediend geregistreerd.  Deze vinden we terug in de flux ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  Omdat het kind geen eigen procedure volgde blijft de rubriek ‘administratieve toestand’ leeg.

    Oplossing:
    Bij toekenning van de vluchtelingenstatus of het subsidiaire beschermingsstatuut wordt betrokkene ingeschreven in het Vreemdelingenregister op de datum van de beslissing tot erkenning van de hoedanigheid van vluchteling of subsidiaire beschermde.

    De inschrijving is consulteerbaar via de rubriek ‘historiek register’ van de flux ‘historiek wettelijke gegevens’. De corresponderende begindatum bij de inschrijving ‘vreemdelingenregister’ is de datum van de positieve beslissing van de vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus.

    • Het kind is vluchteling: het verblijfrecht gaat in vanaf de datum geregistreerd in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  Het recht op gezinsbijslagen gaat ten vroegste in vanaf de inschrijving in het Vreemdelingenregister, voor zover deze datum valt vanaf 04 juni 2020.
    • Het kind is subsidiaire beschermde: het recht op verblijf van meer dan drie maanden gaat ten vroegste in vanaf de datum van de inschrijving in het vreemdelingenregister.

    6. Geen verblijfsrecht van meer dan drie maanden, maar wel voldaan aan de verblijfsvoorwaarde

    6.1. Vrijstellingen

    6.1.1. Algemeen

    Via het Groeipakketdecreet zijn voor bepaalde categorieën van vreemdelingen, vrijstellingen voorzien op de voorwaarde ‘verblijfsrecht van meer dan 3 maanden’.  Het gaat om volgende categorieën:

    • het slachtoffer mensenhandel of -smokkel
    • de  niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV)
    • het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maand wiens ouder over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikt
    • het pleegkind/pleeggast dat langer dan een jaar ononderbroken in een pleeggezin verblijft.

    Afhankelijk van de aard van de toelage/toeslag in het kader van het gezinsbeleid verschilt de toepassing.

    6.1.2. Overzicht welke vrijstelling op welke toelage/toeslag betrekking heeft

     

      

    Gezinsbijslagen 

     Andere toelagen 

      

    Schooltoeslag 

     Kinderopvang-toeslag 

     Kleuter-toeslag 

     Ondersteunings- 
    toeslag 

    Slachtoffer MH/MS 

     

     

     

     

     

     NBMV 

     

     

     

     

     Kind zonder verblijfsrecht met ouder verblijfsrecht 

     

     

     

     

    Pleegkind/ 
    pleeggast 

     

     

     

     

     

    6.1.3. Toelichting bij de verschillende vrijstellingen

    6.1.3.1. het slachtoffer mensenhandel - Smokkel en de NBMV10

    6.1.3.1.1. Voor kinderen jonger dan 12 jaar vanaf 01 januari 201911 en voor ieder kind ongeacht zijn leeftijd vanaf 01 april 202212 :

    A. Het slachtoffer mensenhandel of -smokkel

     

    Het slachtoffer mensenhandel of -smokkel is de vreemdeling die het slachtoffer is van een misdrijf mensenhandel of mensensmokkel. Indien de politie- of inspectiediensten over aanwijzingen beschikken dat een vreemdeling hiervan het slachtoffer is, worden zij in contact gebracht met een door de bevoegde overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in het onthaal van slachtoffers van deze misdrijven.
    Er zijn drie gespecialiseerde onthaalcentra:

    • Payoke
    • Pag-Ase
    • Sürya

    De persoon zonder verblijfsrecht die slachtoffer mensenhandel of -smokkel is kan in ruil voor samenwerking aan het gerechtelijk onderzoek en die wordt begeleid door één van deze centra, een verblijfsrecht van meer dan drie maanden aanvragen. 
    Het centrum start de verblijfsprocedure en begeleidt de betrokken persoon verder gedurende de volledige verblijfsprocedure. 
    Er is een vrijstelling voorzien voor het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden dat het slachtoffer is van mensenhandel of -smokkel als vermeld in titel II, hoofdstuk IV, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, geattesteerd door een centrum dat door de federale overheid erkend is en dat gespecialiseerd is in het onthaal van slachtoffers van mensenhandel of -smokkel, en dat recht heeft om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag conform de voormelde wet.

    Praktijk:
    Vanaf de verblijfsaanvraag wordt het slachtoffer ingeschreven in het vreemdelingenregister. 

    Opgelet:
    In de meeste situaties krijgt de persoon in kwestie eerst een reflectieperiode van 45 dagen om na te denken over de samenwerking met het gerechtelijk onderzoek. In dit geval wordt, nadat het bevoegde centrum hiervoor een aanvraag indiende, een bijlage 15 afgeleverd waarbij de optie ‘om een procedure artikel 110bis op te starten’ is aangekruist. Tijdens de reflectieperiode is betrokkene niet in het vreemdelingenregister ingeschreven.

    Conclusie:
    De vrijstelling op de verblijfsvoorwaarde van een toelage in het kader van het gezinsbeleid als slachtoffer mensenhandel of -smokkel13  is van toepassing wanneer een daartoe bevoegd centrum attesteert14  dat het gaat om een slachtoffer mensenhandel- of smokkel en gaat in:

    • vanaf de inschrijving in het vreemdelingenregister
    • of vanaf de bijlage 15 waarbij de optie ‘om een procedure artikel 110bis op te starten’ is aangekruist voor zover dit document gevolgd wordt door een inschrijving in het Rijksregister15 .

    Voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    Een kind werd ingeschreven in het vreemdelingenregister op 01 mei 2022. Payoke bevestigt dat het kind het slachtoffer is van menshandel of -smokkel.
    Aan de verblijfsvoorwaarde is voldaan vanaf 01 mei 2022.

    Voorbeeld 2
    Een kind werd ingeschreven in het vreemdelingenregister op 01 juni 2022.  Payoke bevestigt dat het gaat om een slachtoffer menshandel of -smokkel. Daarnaast wordt een bijlage 15 met als datum 20 april 2022 voorgelegd waarbij de optie ‘om een procedure artikel 110bis op te starten’ is aangekruist.
    Aan de verblijfsvoorwaarde is voldaan vanaf 20 april 2022.

     

    Opvolging na vaststelling van het recht op basis van de vrijstelling
    Een manuele opvolging is niet vereist.  

    • Wanneer de persoon in kwestie een verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan blijft deze ingeschreven in het vreemdelingenregister en bijgevolg voldoen aan de verblijfsvoorwaarde.
      In deze situatie wordt de verblijfsreden en de datum van de beslissing geregistreerd  in het Rijksregister. Deze informatie is terug te vinden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De opvolging gebeurt zoals hierboven beschreven in punt 4.2.
    • Wanneer de persoon in kwestie geen verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan wordt deze afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht. In deze situatie is de vrijstelling vanzelfsprekend niet meer van toepassing.
       
    B.  De niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV)16

     

    Om te voldoen aan de verblijfsvoorwaarden van een toelage in het kader van het gezinsbeleid via de vrijstelling voor NBMV17  moet cumulatief voldaan worden aan volgende voorwaarden:

    • niet-begeleide vreemdeling zijn overeenkomstig de Voogdijwet van 2002 waarbij het bewijs wordt geleverd door een attest van de dienst Voogdij waarmee een voogd wordt aangesteld voor een NBMV;
    • minderjarig zijn;
    • recht hebben om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag overeenkomstig de Verblijfswet van 1980.

    Deze voorwaarden worden afzonderlijk besproken.

    B.1  Niet-begeleide vreemdeling zijn overeenkomstig de Voogdijwet van 2002 waarbij het bewijs wordt geleverd door een attest van de dienst Voogdij waarmee een voogd wordt aangesteld voor een NBMV

    Algemeen
    Wie een NBMV is, wordt bepaald in de Voogdijwet van 200218 . De dienst Voogdij van de FOD justitie, is bevoegd te bepalen of een persoon voldoet aan de voorwaarden19 . In bevestigend geval wijst de dienst Voogdij onmiddellijk een voogd aan. 

    Bij twijfel of een persoon aan de voorwaarden voldoet kan een voorlopige voogd worden toegewezen. Indien de persoon in kwestie voldoet aan de voorwaarden wordt de voogdij definitief.

    Conclusie:
    De vrijstelling is van toepassing ten vroegste vanaf de datum dat de dienst Voogdij definitief een voogd aanstelde voor de betrokken NBMV. 

    Gevolgen:

    • De vrijstelling is niet van toepassing bij aanwijzing van een voorlopige voogd.
       
    • De datum van de brief waarin de dienst Voogdij zijn beslissing tot aanstelling voogd meedeelt is niet relevant. In deze brief deelt de dienst Voogdij mee vanaf wanneer de voogdij ingaat. Deze datum is bepalend.
       
    • Als de jongere minderjarig wordt verklaard naar aanleiding van een leeftijdsonderzoek en vervolgens een voogd wordt aangewezen, is de vrijstelling ook ten vroegste van toepassing vanaf de datum dat de dienst Voogdij definitief een voogd aanstelde, ongeacht de datum waarop de leeftijdsbeslissing werd genomen.
       
    • Deze voogd is bevoegd om voor zijn pupil alle passende maatregelen te nemen zodat de minderjarige de hulp ten laste van de openbare overheden waarop hij recht heeft, ontvangt.
       
    • De voogd zal bijgevolg zijn aanstelling moeten voorleggen om voor zijn pupil de vrijstelling te kunnen laten toepassen, dit in afwachting dat de gegevens van de voogd (naam, voornaam, periode voogdij voor een NBMV) via elektronische bron beschikbaar worden.

      Een template van een beslissing aanstelling voogdij wordt in bijlage 4 toegevoegd.

    • De verdere rol van de voogd:
      • hij beheert het vermogen van de NBMV zonder er het genot van te hebben;
      • hij moet in kennis gesteld worden van de beslissingen betreffende de NBMV. Beroepstermijnen gaan in op het tijdsstip van de kennisgeving van de voogd.

    Concreet zal de voogd een aanvraag indienen en eveneens het rekeningnummer van de jongere opgeven waarop de gezinsbijslagen moeten worden betaald. 

    Van iedere genomen beslissing moet de voogd op de hoogte worden gebracht. Het volstaat dat de voogd in het bezit wordt gesteld van een kopie van de brief gericht aan de NBMV. 

    Opgelet:
    Indien de NBMV geen begunstigde is van zijn gezinsbijslagen mag hij geen informatie uit het groeipakketdossier, waarvan hij deel uitmaakt, ontvangen (zie TN 21 punt 1.2.1). Naar analogie met TN 21 punt 2.2. mag de voogd die in zijn plaats optreedt in deze situatie evenmin informatie ontvangen.

    Opvolging van deze voorwaarde na vaststelling van het recht op basis van de vrijstelling.
    Bij beëindiging van de voogdij is de voogd volgens de voogdijwet verplicht de overheden waarmee de voogd contact had, dus ook de uitbetaler van het Groeipakket, hiervan op de hoogte te stellen20

    In afwachting van de beschikbaarheid van elektronische informatie over de beëindiging van de voogdij, wordt, tot bewijs van het tegendeel, geacht dat het kind NBMV blijft tot meerderjarigheid (zie infra).

    Evenwel, wanneer de NBMV begint deel uit te maken van het gezin van zijn ouders, wordt bij de voogd proactief geïnformeerd naar de eventuele beëindiging van de voogdij. Indien de voogdij werd beëindigd kan het kind niet meer aan de verblijfsvoorwaarde voldoen via de vrijstelling voor NBMV.

    In CGPA is bij de persoonsgegevens van het kind een luik beschikbaar voor het kind NBMV. Aan deze toelichtingsnota is een bijlage 5 toegevoegd waarin wordt toegelicht welke gegevens moeten worden geregistreerd.

    B.2. Minderjarig zijn

    De NBMV wordt 18 jaar

    De voogdij eindigt sowieso op 18-jarige leeftijd.
     
    Om ten onrechte betalingen na de 18-jarige leeftijd of een onderbreking in de betalingen wanneer hiertoe geen aanleiding is, te vermijden, moet een manuele taak worden voorzien voor de afsluiting van de maandelijkse betaling van de gezinsbijslag in de maand volgend op de maand waarin het kind 18 werd. 

    Om deze taak snel te kunnen filteren tussen alle andere taken adviseren we de taak als volgt te benoemen: ‘opvolging NBMV 18 jaar’. 

    Bij de afhandeling van de taak controleer je of het kind ondertussen een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden21 . In bevestigend geval kunnen de betalingen van de gezinsbijslagen worden verdergezet. Het verblijfsrecht moet niet verder manueel worden opgevolgd. De NBMV wordt geacht verder te voldoen aan de verblijfsvoorwaarde tot zich één van de situaties voordoet beschreven in punt 4.2. van deze toelichtingsnota.

    Indien het kind op 18-jarige leeftijd22  nog geen verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden wordt het recht vanaf de maand volgend op de maand waarin het kind 18 jaar werd, gemotiveerd afgewezen23 .

    De nieuwe leeftijdsbeslissing

    De jongere die initieel als NBMV werd geïdentificeerd en naar aanleiding van een nieuwe leeftijdsbeslissing meerderjarig blijkt te zijn kan vanaf de meerderjarigheid niet meer onder de vrijstelling vallen.

    Eventueel ten onrechte betaalde bedragen moeten worden teruggevorderd vanaf de maand volgend op de maand waarin de jongere volgens de nieuwe leeftijdsbeslissing meerderjarig werd.24

    Het feit dat de leeftijd van de NBMV werd gecorrigeerd blijkt uit een aanpassing van het Rijksregisternummer.   

    Voorbeeld
    Omid (° 15/07/2004) is een NBMV. De voogdij loopt van 15/03/2020 tot 15/07/2022. Door een nieuwe leeftijdsbeslissing wordt zijn geboortedatum aangepast naar 05/08/2003. De voogdij wordt voortijdig beëindigd op 10/02/2022. Het rijksregisternummer wordt aangepast. Van zodra de uitbetalingsactor kennis neemt van het gewijzigde rijksregisternummer, neemt ze een nieuwe beslissing.   De vrijstelling kan niet meer worden toegepast vanaf 05/08/2021.Eventuele uitgevoerde betalingen vanaf 01/09/2021 moeten worden teruggevorderd (voor zover de jongere nog geen verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden).

     

    B.3. Recht hebben om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag overeenkomstig de Verblijfswet van 1980.

    De NBMV kan volgende verblijfsprocedures volgen:

    • Verzoek internationale bescherming
    • Slachtoffer mensenhandel- smokkel
    • Humanitaire regularisatie 9bis
    • Medische regularisatie 9ter
    • Bijzondere procedure voor NBMV
    • Verblijfsprocedure als unieburger

    B.3.a.  Verzoek internationale bescherming

     De meeste NBMV volgen een procedure ‘verzoek internationale bescherming’. 

    De vrijstelling kan ten vroegste ingaan vanaf de datum waarop het verzoek internationale bescherming werd ingediend25 .

    De verschillende stappen in de procedure internationale bescherming worden geregistreerd en worden weergegeven in de rubriek ‘administratieve toestand’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. De datum waarop het verzoek internationale bescherming werd ingediend is terug te vinden onder het gegeven ‘asielaanvraag ingediend’.

    Opvolging na vaststelling van het recht op basis van de vrijstelling
    Verzoekers internationale bescherming worden ingeschreven in het wachtregister. Deze persoon blijft hierin ingeschreven tot zolang hij/zij op het grondgebied verblijft26 . Zo blijft de persoon in het wachtregister ingeschreven wanneer het verblijfsrecht van meer dan drie maanden wordt afgewezen. Een controle op de vrijstelling van de verblijfsvoorwaarde via deze weg is bijgevolg niet mogelijk.

    Nadat het verzoek internationale bescherming is ingediend is het ook niet mogelijk te weten wanneer de volgende stap in de procedure ‘internationale bescherming’ plaats vindt. 
    Daarom moet, éénmaal het recht gevestigd op basis van de vrijstelling en dit om ten onrechte betalingen te vermijden, maandelijks opgevolgd worden of de NBMV die een verzoek internationale bescherming indiende nog steeds onder de vrijstelling valt.

    Deze opvolging gebeurt aan de hand van het overzicht van de relevante stappen in de procedure ‘verzoek internationale bescherming’ en de gevolgen op de vrijstelling, dat aan deze toelichtingsnota in bijlage 6 is toegevoegd.

    In de betrokken dossiers moet maandelijks een taak worden voorzien met een datum die valt voor de afsluiting van de berekening van de maandelijkse betaling. 

    Om ten onrechte betalingen te vermijden is het noodzakelijk deze taken maandelijks tijdig (voor de afsluiting van de berekening) af te werken. Daarnaast moeten onderbrekingen in de betalingen, wanneer hier geen aanleiding toe is, vermeden worden.

    Om deze taak snel te kunnen filteren tussen alle andere taken adviseren we de taak als volgt te benoemen: ‘opvolging VIB27 ’. 

    Bij de afhandeling van de taak controleer je aan de hand van het overzicht in bijlage 6 of de verblijfsprocedure nog steeds lopende is.

    Mogelijkheden:

    • De procedure ‘verzoek internationale bescherming’ is nog steeds lopende: de betalingen worden verder gezet. Een nieuwe manuele taak wordt voorzien met een datum die valt voor de afsluiting van de berekening van de volgende maandelijkse betaling.
       
    • De NBMV is erkend als vluchteling of subsidiaire beschermde. 
      Er ontstaat een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. 
      Na de beslissing moet de verblijfsreden worden geregistreerd in het Rijksregister.  De opvolging van deze registratie gebeurt zoals beschreven in punt 4.1. van deze toelichtingsnota.
    • Het CGVS besliste de NBMV niet te erkennen als vluchteling en subsidiair beschermde. 
      De betalingen worden stopgezet vanaf de maand volgend op de maand waarin de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus werd geweigerd.

      Een manuele taak wordt voorzien na 35 dagen na de beslissing. Bij de behandeling van de taak wordt gecontroleerd of een schorsend beroep werd ingediend voor de RvV (zie C ‘Beroepsprocedure bij procedure slachtoffer mensenhandel of -smokkel en NBMV’) of de NBMV werd overgeschreven naar het vreemdelingenregister.

      Als een schorsend beroep werd ingediend bij de RvV worden de betalingen verder gezet. De vrijstelling wordt verder maandelijks manueel opgevolgd.

      Als de NBMV werd overgeschreven naar het vreemdelingenregister worden de betalingen verder gezet. Dit betekent dat de NBMV een andere verblijfsprocedure volgt (zie infra).

      Als geen schorsend beroep werd ingediend en de NBMV werd niet overschreven naar het vreemdelingenregister, wordt het recht op de gebruikelijk manier afgewezen vanaf de maand volgend op de maand van de negatieve beslissing genomen door het CGVS. De voogd wordt in kennis gesteld van de genomen beslissing.

    • De procedure eindigt naar aanleiding van een andere reden dan de niet erkenning van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus door het CGVS (bv. de asielzoeker deed afstand van zijn asielaanvraag).

    Tenzij de NBMV ondertussen een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden wordt het recht op de gebruikelijk manier afgewezen vanaf de maand volgend op de maand van de beëindiging van de procedure ‘verzoek internationale bescherming’.

    De voogd wordt in kennis gesteld van de genomen beslissing.

    B.3.b. Slachtoffer mensenhandel of -smokkel/humanitaire regularisatie 9bis/medische regularisatie 9ter/ De ‘bijzondere procedure voor NBMV’

    Deze verblijfsprocedures worden samen behandeld. De start van de vrijstelling alsook de opvolging hiervan zijn immers dezelfde voor deze verblijfsprocedures.

    Algemeen

    • Slachtoffer mensenhandel of -smokkel
      De NBMV zonder verblijfsrecht die slachtoffer mensenhandel- of mensensmokkel is kan in ruil voor samenwerking aan het gerechtelijk onderzoek en die begeleid wordt door een door de bevoegde overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in het onthaal voor slachtoffers van deze misdrijven, een verblijfsrecht van meer dan drie maanden aanvragen.
      Vanaf de start van deze procedure wordt de persoon in kwestie ingeschreven in het vreemdelingenregister28 .
    • Humanitaire regularisatie 9bis
      Tenzij de persoon in kwestie ook een andere verblijfsprocedure lopen heeft wordt de procedure normaliter gevolgd vanuit onwettig verblijf.
      Met andere woorden, op grond van deze procedure zal in de praktijk de vrijstelling normaliter niet van toepassing zijn.
    • Medische regularisatie 9ter
      Vanaf de ontvankelijkheidsbeslissing wordt de NBMV in het vreemdelingenregister ingeschreven.
    • De ‘bijzondere procedure voor NBMV’
      Een NBMV kan in functie van een duurzame oplossing een verblijfsrecht bekomen. Vanaf de ontvankelijkheidsbeslissing (verhoor DVZ) van de aanvraag wordt de NBMV in het vreemdelingenregister ingeschreven.

    Conclusie

    De vrijstelling is ten vroegste van toepassing vanaf de inschrijving in het vreemdelingenregister29 .

    Opvolging na vaststelling van het recht op basis van de vrijstelling
    Als het recht is vastgesteld waarbij aan de verblijfsvoorwaarde via de vrijstelling is voldaan door een inschrijving in het vreemdelingenregister, moet deze verblijfsvoorwaarde niet manueel worden opgevolgd.

    • Wanneer de persoon in kwestie een verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan blijft deze ingeschreven in het vreemdelingenregister en bijgevolg voldoen aan de verblijfsvoorwaarde.
      In deze situatie wordt de verblijfsreden en de datum van de beslissing geregistreerd in het Rijksregister. Deze informatie is terug te vinden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De opvolging gebeurt zoals hierboven beschreven in punt 4.2.

       
    • Wanneer de persoon in kwestie geen verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan wordt deze afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht. In deze situatie is de vrijstelling vanzelfsprekend niet meer van toepassing.
      In deze situatie wordt het recht op de gebruikelijke manier afgewezen vanaf de maand volgend op de maand van de afvoering. De voogd wordt in kennis gesteld van de genomen beslissing.

    B.3.c.  Verblijfsprocedure als Unieburger30

    Algemeen

    Voor niet-begeleide minderjarigen onderdaan van een EER-land en Zwitserland31  zijn geen specifieke verblijfsprocedures voorzien.  Zij kunnen beroep doen de gewone verblijfsprocedures van toepassing op Unie-burgers.
    EER-burgers en Zwitserse onderdanen die een verblijfsaanvraag indienen worden ingeschreven in het wachtregister. Na de positieve woonstcontrole wordt de persoon in kwestie overgeschreven naar het vreemdelingenregister.

    Conclusie

    De vrijstelling is ten vroegste van toepassing vanaf de inschrijving in het wachtregister voor zover de inschrijving in het wachtregister gevolgd wordt door een inschrijving in het vreemdelingenregister.
    Opvolging na vaststelling van het recht op basis van de vrijstelling.
    Als het recht is vastgesteld waarbij aan de verblijfsvoorwaarde via de vrijstelling is voldaan door een inschrijving in het vreemdelingenregister, moet deze verblijfsvoorwaarde niet manueel worden opgevolgd.

    • Wanneer de persoon in kwestie een verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan blijft deze ingeschreven in het vreemdelingenregister en bijgevolg voldoen aan de verblijfsvoorwaarde.
      In deze situatie wordt de verblijfsreden en de datum van de beslissing geregistreerd in het Rijksregister. Deze informatie is terug te vinden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De opvolging gebeurt zoals hierboven beschreven in punt 4.2.
    • Wanneer de persoon in kwestie geen verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden, dan wordt deze afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht. In deze situatie is de vrijstelling vanzelfsprekend niet meer van toepassing.
      In deze situatie wordt het recht gemotiveerd afgewezen vanaf de maand volgend op de maand van de afvoering. De voogd wordt in kennis gesteld van de genomen beslissing.

    B.4. Cumulatieve voorwaarden

    De voorwaarden moeten cumulatief zijn vervuld.

    Aan de hand van enkele voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    De dienst Voogdij stelde een voogd aan voor een NBMV op 15 april 2022. Het verzoek internationale bescherming is ingediend op 10 mei 2022.
    De vrijstelling is van toepassing vanaf 10 mei 2022.

    Voorbeeld 2
    De dienst Voogdij stelde een voogd aan voor een NBMV op 15 mei 2022. Het verzoek internationale bescherming is ingediend op 20 april 2022.
    De vrijstelling is van toepassing vanaf 15 mei 2022.

    Voorbeeld 3
    De dienst Voogdij beschouwt een jongere als minderjarig op 15 mei 2022 naar aanleiding van een leeftijdsonderzoek. Het verzoek internationale bescherming is ingediend op 20 juni 2022. De voogd wordt aangesteld op 15 juli 2022.
    De vrijstelling is van toepassing vanaf 15 juli 2022.

    Voorbeeld 4
    De dienst Voogdij stelde een voogd aan voor een NBMV op 02 maart 2022. De jongere is in het vreemdelingenregister ingeschreven sedert 15 februari 2022.
    De vrijstelling is van toepassing vanaf 02 maart 2022.

    Voorbeeld 5
    De dienst Voogdij stelde een voogd aan voor een NBMV op 15 april 2022.  Het verzoek internationale bescherming is ingediend op 02 mei 2022. De jongere is in het wachtregister ingeschreven. Het CGVS beslist de jongere noch als vluchteling te erkennen, noch de subsidiaire beschermingsstatus toe te kennen op 15 november 2022. Op 10 december 2022 wordt bij de RvV een schorsend beroep ingediend. De RvV wijst eveneens de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus af op 20 februari 2023. Op 02 april 2023 wordt de NBMV overgeschreven van het wachtregister naar het vreemdelingenregister.
    De vrijstelling is van toepassing van 02 mei 2022 tot 20 februari 2023 en opnieuw vanaf 02 april 2023.

     

    C. Beroepsprocedure bij procedure slachtoffer mensenhandel of -smokkel en NBMV

    Tegen een beslissing tot niet toekenning of intrekking van het verblijfsrecht kan de vreemdeling beroep aantekenen bij de RvV.

    Als een schorsend beroep wordt ingediend,  blijven het slachtoffer mensenhandel of -smokkel en de  NBMV voldoen aan de voorwaarde ‘recht hebben om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag overeenkomstig de Verblijfswet van 1980’.
    Beroep naar aanleiding van een weigering tot toekenning van het statuut vluchteling/subsidiair beschermde

    De Vreemdeling blijft in het wachtregister ingeschreven (zie supra). De RvV handelt, behoudens uitzondering32 , in volle rechtsmacht. Dit betekent dat de RvV kan beslissen over de vluchtelingenstatus/subsidiaire beschermingsstatus. Deze beroepen zijn schorsend.

    Het feit of een beroep al dan niet schorsend is, wordt weergegeven in de rubriek ‘administratieve toestand’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. In het overzicht van de verschillende mogelijke stappen in de procedure ‘verzoek internationale bescherming’ en de gevolgen op de vrijstelling hiervan, zijn zowel het schorsend als het niet-schorsend beroep opgenomen.

    Een schorsend beroep is ingediend.
    Als een schorsend beroep wordt ingediend bij de RvV blijft de NBMV aan de verblijfsvoorwaarde voldoen op basis van de vrijstelling33 . In deze situatie blijft een maandelijkse manuele opvolging nodig.

    Mogelijkheden:

    • De beroepsprocedure is nog steeds lopende.
      De betalingen worden verder gezet. Een nieuwe manuele taak wordt voorzien met een datum die valt voor de afsluiting van de berekening van de volgende maandelijkse betaling.
    • De RvV erkent de NBMV als vluchteling of subsidiaire beschermde. 
      Er ontstaat een verblijfsrecht van meer dan drie maanden34 . Het recht moet niet verder manueel worden opgevolgd. De NBMV wordt geacht verder te voldoen aan de verblijfsvoorwaarde tot het ogenblik dat de jongere wordt afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht (zie 4.2.).
    • De RvV beslist de NBMV niet te erkennen als vluchteling en subsidiair beschermde.
      De betalingen worden stopgezet vanaf de maand volgend op de maand waarin de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus werd geweigerd.
    • De RvV vernietigt de beslissing van het CGVS.
      Het CGVS voert opnieuw het onderzoek. De vrijstelling blijft van toepassing.  De verblijfsvoorwaarde op grond van de vrijstelling moet verder worden opgevolgd (zie supra).

    Een niet schorsend beroep is ingediend
    Het recht wordt afgewezen op basis van de genomen beslissing door het CGVS op de gebruikelijk manier.  De voogd wordt in kennis gesteld van de genomen beslissing.

    Beroep naar aanleiding van een weigering tot toekenning van een verblijfsrecht van meer dan drie maanden ingevolge een andere verblijfsaanvraag dan het verzoek ‘internationale bescherming’.
    Wanneer een negatieve verblijfsbeslissing door DVZ wordt genomen wordt de vreemdeling uit het vreemdelingenregister afgevoerd wegens verlies van verblijfsrecht. De vrijstelling kan niet meer worden toegepast.
    De vreemdeling kan een annulatieberoep indienen bij de RvV. Deze beroepen zijn in principe niet schorsend. In uitzonderlijke gevallen kan de schorsing worden aangevraagd en worden bekomen. Deze informatie is niet beschikbaar via het Rijksregister.

    In de praktijk kan de vrijstelling geen toepassing vinden tijdens de periode van de beroepsprocedure35 .

    Uitzonderingen:

    • het bewijs wordt geleverd dat de RvV een beslissing tot schorsing nam36 . De vrijstelling is van toepassing gedurende de volledige schorsende beroepsprocedure.  
    • het bewijs wordt geleverd dat de RvV een beslissing tot annulatie nam van de negatieve verblijfsbeslissing genomen door DvZ.
      In deze situatie wordt betrokkene in de situatie geplaatst zoals die was op het ogenblik van de negatieve beslissing door DvZ.
      De vrijstelling is van toepassing gedurende de volledige beroepsprocedure.

    6.1.3.1.2. Voor kinderen vanaf 12 jaar vanaf 01 januari 201937  tot 31 maart 2022

    A. Het slachtoffer mensenhandel -smokkel

     

    Er is een vrijstelling voorzien voor het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden dat het slachtoffer is van menshandel- of smokkel, geattesteerd door een door de federale overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in het onthaal van slachtoffers van menshandel of op het grondgebied verblijvend door middel van een attest van immatriculatie.

    Praktijk:

    De vrijstelling is van toepassing onder de volgende cumulatieve voorwaarden:

    • één van de drie centra erkend door de federale overheid die gespecialiseerd zijn in het onthaal van slachtoffers van mensenhandel of -smokkel, nl. Payoke , Pag-Ase of Sürya attesteert dat het kind slachtoffer is van mensenhandel of -smokkel38 .
       
    • Het kind is in het bezit van een attest van immatriculatie39 :

      De afgifte/verlenging van een attest van immatriculatie wordt geregistreerd in het Rijksregister.  Deze informatie is terug te vinden in de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’. Volgende data zijn hierin opgenomen:

      • begindatum: datum begin geldigheid van het attest van immatriculatie
      • vervaldatum: datum tot wanneer de geldigheid van het attest van immatriculatie loopt
      • einddatum: datum waarop het attest van immatriculatie werd geannuleerd

        De begindatum en de vervaldatum zijn altijd weergegeven. De einddatum is facultatief.
        De verschillende data moet als volgt worden gelezen om de vrijstelling toe te passen:

      • vanaf de begindatum40  kan de vrijstelling ten vroegste worden toegepast;
      • indien de einddatum niet is geregistreerd dan eindigt de vrijstelling op de vervaldatum;
      • indien de einddatum is geregistreerd en deze valt voor de vervaldatum dan eindigt de vrijstelling op de einddatum;
      • indien de  einddatum is geregistreerd en deze valt na de vervaldatum dan eindigt de vrijstelling op de vervaldatum.

    Opgelet:
    In de meeste situaties krijgt de persoon in kwestie eerst een reflectieperiode van 45 dagen om na te denken over de samenwerking met het gerechtelijk onderzoek. In dit geval wordt, nadat het bevoegde centrum hiervoor een aanvraag indiende, een bijlage 15 afgeleverd waarbij de optie ‘om een procedure artikel 110bis op te starten’ is aangekruist. Tijdens de reflectieperiode is betrokkene niet in het vreemdelingenregister ingeschreven. 

    De vrijstelling is van toepassing over de geldigheid van de bijlage 15 voor zover deze aansluitend wordt gevolgd door een attest van immatriculatie41 .

    B. De niet-begeleide minderjarige vreemdeling

     

    Er is een vrijstelling voorzien voor het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden dat NBMV is en dat op het grondgebied verblijft door middel van een attest van immatriculatie.

    Praktijk:

    De vrijstelling is van toepassing onder de volgende cumulatieve voorwaarden:

    • De dienst Voogdij stelde een voogd aan voor de NBMV. De vrijstelling is ten vroegste van toepassing vanaf de datum dat de dienst Voogdij definitief een voogd aanstelde voor de betrokken NBMV (zie 6.1.3.1.1. - B.1.).
    • Minderjarig zijn (zie 6.1.3.1.1. - B.2.)
    • Het kind is in het bezit van een attest van immatriculatie (zie 6.1.3.1.2. - A)

    6.1.3.1.3. Herzieningen

    Aandachtspunten bij vaststelling van ten onrechte betalingen in de periode van 01/01/2019 tot 31/03/2022:

    • De gezinsbijslagen en/of de schooltoeslag werd(en) toegekend vóór de aanstelling van de voogd terwijl het kind in het bezit was van een attest van immatriculatie: de schuld wordt als A-bis debet geboekt.
    • De gezinsbijslagen en/of de schooltoeslag werd(en) toegekend voor de NBMV vanaf 12 jaar terwijl het kind niet in het bezit was van een attest van immatriculatie:
      • het kind was in een pleeggezin42 : geplaatst: de schuld wordt als A-debet geboekt
      • het kind was niet in een pleeggezin geplaatst: de schuld wordt als B-debet geboekt
    • De gezinsbijslagen en/of de schooltoeslag werd(en) toegekend voor de NBMV jonger dan 12 jaar terwijl het kind geen recht had om voorlopig op het grondgebied te verblijven in het kader van een lopende verblijfsprocedure en niet in het bezit was van een attest van immatriculatie
      • het kind was in een pleeggezin43  geplaatst de schuld wordt als A-debet geboekt
      • het kind was niet in een pleeggezin geplaatst: de schuld wordt als B-debet geboekt

    6.1.3.2. Het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden, waarvan één van de ouders Belg is of toegelaten of gemachtigd is in België te verblijven of er zich te vestigen

    Deze vrijstelling is van toepassing op de gezinsbijslagen en op de andere toelagen (niet op de schooltoeslagen).

    Als het kind geen verblijfsrecht heeft maar minstens één van zijn ouders heeft verblijfsrecht van meer dan drie maanden, voldoet het kind aan de verblijfsvoorwaarde. Of het kind al dan niet deel uitmaakt van het gezin van de ouder met verblijfsrecht is niet relevant.

    Opgelet:

    • Deze vrijstelling is enkel van toepassing voor het kind zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden. Heeft het kind een verblijfsrecht gebaseerd op een verblijfreden die behoort tot een categorie die uitgesloten wordt voor het recht op gezinsbijslagen, dan kan het niet voldoen aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen op basis van deze vrijstelling.
    Voorbeeld:
    Het kind beschikt over een verblijfsrecht op basis van studies. Het wordt uitgesloten voor het recht op gezinsbijslagen.  De ouder van het kind heeft een verblijfsrecht van meer dan drie maanden op grond van een ander verblijfsrecht.  Het kind kan niet via de vrijstelling via het verblijfsrecht van de ouder voldoen aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen.

     

    • Het verblijfsrecht van de ouder van het kind zonder verblijfsrecht wordt op dezelfde wijze beoordeeld als besproken in punt 4 van deze toelichtingsnota.
      Let op: wanneer de ouder van ambtswege wordt afgevoerd terwijl het kind verder aan de woonstvoorwaarde voldoet, wordt het dossier voorgelegd aan advies@vutg.be met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van de mail.
    Voorbeeld 1:
    Een kind heeft geen verblijfsrecht (geen registratie van een verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’).  De ouder heeft een verblijfsrecht (registratie van de verblijfsreden in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ (code: 1030200 op 27/10/2014)).

    Via de vrijstelling voldoet het kind aan de verblijfsvoorwaarde vanaf 27/10/2014.

    Voorbeeld 2:
    De ouder met verblijfsrecht en het kind worden afgevoerd van ambtswege op 13/12/2022.  Het recht voor het kind wordt afgewezen omdat het kind niet aan de woonstvoorwaarde voldoet.

    Voorbeeld 3:
    D
    e ouder met verblijfsrecht wordt afgevoerd van ambtswege op 13/12/2002. Het kind blijft ingeschreven.  Het dossier wordt voorgelegd aan advies@vutg.be

     

    • Een erkenning ouderschap heeft een declaratief karakter.  Dit houdt in dat ingevolge de erkenning de verwantschap, dus ook naar aanleiding van een postnatale erkenning, de verwantschap tussen de erkenner en het kind vaststaat vanaf de geboorte.  De vrijstelling via het verblijfsrecht van de ouder kan dan ook vanaf geboorte worden toegepast.
    Voorbeeld:
    Noch het kind geboren op 15 september 2022, noch zijn moeder beschikt over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. Op 10 maart 2023 wordt het kind erkend door de vader met Belgische nationaliteit.  Het kind voldoet vanaf de geboorte aan de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen via de vrijstelling voorzien voor het kind zonder verblijfsrecht wiens ouder over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikt.

     

    • Bewijs van verwantschap

      • De afstamming tussen het kind en de ouder moet blijken uit de flux ‘wettelijke gegevens’.
        In sommige gevallen stemt de ‘relatie’ in de flux ‘gezinssamenstelling’ niet overeen met de rubrieken ‘ouders’ en ‘afstammingen dalende lijn’ van de flux ‘wettelijke gegevens’. In deze situatie primeren de gegevens uit de rubrieken ‘ouders’ en ‘afstammingen dalende lijn’ van de flux ‘wettelijke  gegevens’.
      • De rubriek ‘ouders’ en ‘afstammingen dalende lijn’ in de flux ‘wettelijke gegevens’ is de enige bron ter bewijsvoering van de verwantschap tussen het kind en de ouder. Zo is het niet mogelijk het bewijs van verwantschap te leveren aan de hand van andere documenten. De gezinnen worden in deze situatie geadviseerd de stukken voor te leggen aan de bevoegde gemeentelijke administratie. 

        Dossiers waarin voor de publicatie van mededeling A/36 op 11 april 2022 aan de verblijfsvoorwaarde is voldaan door de vrijstelling in hoofde van één van de ouders waarbij de verwantschap niet bleek uit de gegevens van het Rijksregister maar werd aangetoond door het voorleggen van documenten, moeten niet worden herzien.

    • Voorafbetaling van het startbedrag geboorte
      Om het startbedrag voor de geboorte te betalen moet de zwangere persoon over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikken.
      Wanneer de zwangere persoon hieraan niet voldoet bij de aanvraag voorafbetaling van het startbedrag, wordt het recht, tot bewijs van het tegendeel, afgewezen, zelfs al beschikt de toekomstige vader over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden.  De zwangere persoon wordt geadviseerd na de geboorte de aanvraag opnieuw in te dienen.  Op dat ogenblik wordt het recht opnieuw geëvalueerd.

    • De ouder is vluchteling
      De vluchtelingentatus heeft een declaratief karakter. Dit houdt in dat het verblijfsrecht ontstaat vanaf de datum verzoek internationale bescherming. 
      Wanneer de ouder vluchteling is wordt de vrijstelling pas van kracht vanaf de beslissing van de vluchtelingenstatus.

    Voorbeeld:
    Het kind heeft geen verblijfsrecht. De ouder diende een verzoek internationale bescherming in op 15/07/2021. De vluchtelingenstatus wordt door het CGVS toegekend vanaf 15/01/2022. De vrijstelling is ten vroegste van toepassing vanaf 15/01/2022.

     

    6.1.3.3. Het kind geplaatst in een pleeggezin

    Het pleegkind (of pleeggast) dat langer dan één jaar onafgebroken bij een pleeggezin verblijft wordt vrijgesteld van de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslagen. 

    Aan de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslagen moet worden voldaan op 31/08 voorafgaand aan het schooljaar in kwestie (voor het schooljaar 2019-2020 op 31/12/2019).  Dit houdt in dat 31 augustus de datum is waarop het pleegkind langer dan één jaar onafgebroken in een pleeggezin dient te verblijven om via de vrijstelling te voldaan aan de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslag.

    De gegevens betreffende de plaatsingen in een pleeggezin worden geregistreerd in het  rechtenscherm van het kind ‘plaatsing/historiek plaatsing in pleeggezinnen’ van het CGPA-dossier.

    Het onderzoek naar het recht schooltoeslag verloopt automatisch. Op basis van de ingebrachte plaatsingsgegevens berekent CGPA of het kind zonder verblijfsrecht minstens één jaar ononderbroken in een pleeggezin is geplaatst en bijgevolg via de vrijstelling voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde schooltoeslagen.

    Tot en met het schooljaar 2021-2022 (in de praktijk tot en met het schooljaar 2020-2021) was de voorwaarde restrictiever.  Om via de vrijstelling te voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarde moest het pleegkind/de pleeggast minstens één jaar ononderbroken in hetzelfde pleeggezin verblijven.

    6.2. Specifieke toekenningsvoorwaarden kinderopvangtoeslag, kleutertoeslag en schooltoeslag

    In het kader van artikel 18 betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en van artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voldoet het volgende kind vreemdeling zonder verblijfsrecht van meer dan drie maanden in België toch aan de verblijfsvoorwaarde kinderopvangtoeslag en/of kleutertoeslag en/of schooltoeslag.

    • het kind, ongeacht zijn nationaliteit, dat op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie44  verblijft
    • het kind onderdaan van een lidstaat van de EU, ongeacht het land waarin het verblijft.

    Opgelet:

    • woont het kind in België, maar niet in Vlaanderen dan moet het kind over een verblijfsrecht van meer dan drie maanden beschikken.
    • Het feit dat de ouders of één van hen al dan niet tewerkgesteld zijn in Vlaanderen of België is niet van belang.

    Voorbeelden

    Voorbeeld 1
    Een kind met Bulgaarse nationaliteit woont met zijn ouders in Frankrijk maar gaat naar een door de Vlaamse Gemeenschap vergunde kinderopvang zonder inkomenstarief in Ieper. Er kan voor dit kind een kinderopvangtoeslag worden betaald.

    Voorbeeld 2
    Een kind met Canadese nationaliteit woont met zijn ouders in Nederland maar gaat naar een door de Vlaamse Gemeenschap erkende kleuterschool in Maasmechelen. Er kan voor dit kind een kleutertoeslag worden betaald.

    Voorbeeld 3
    Een kind met Spaanse nationaliteit woont in Frankrijk maar is ingeschreven in een door de Vlaamse gemeenschap erkende onderwijsinstelling voor secundair onderwijs.  Er kan voor dit kind een schooltoeslag worden betaald.

    Voorbeeld 4
    Een Pools gezin woont in Londen en pendelt voor het werk dagelijks naar Brussel.  Hun kind vergezelt hen om naar een Vlaamse kleuterschool in Brussel te gaan. Er kan voor dit kind een kleutertoeslag worden betaald.

    Voorbeeld 5
    Een Marokkaans gezin woont in Londen en pendelt voor het werk dagelijks naar Brussel. Hun kind vergezelt hen om naar een Vlaamse kleuterschool in Brussel te gaan.  Vermits het kind geen onderdaan is van een EU-lidstaat en het niet in een EU-lidstaat verblijft zal er geen recht zijn op een kleutertoeslag.

     

     7. Bijkomende controle voor bepaalde categoriën

    In de volgende categorieën blijft het mogelijk dat vandaag toelagen worden betaald voor kinderen die rekening houdende met de gepubliceerde instructies niet aan de verblijfsvoorwaarde voldoen:

    • het kind dat onder de overgangsmaatregel valt en dat op 01/01/2019 werd ingekanteld in het Groeipakket zonder controle van de verblijfsvoorwaarde.
    • het kind waarvoor het recht werd toegekend rekening houdende met de toelichtingsnota 2 van 19 december 2018.

    Bij vaststelling hiervan wordt het dossier aangepast.

    In volgende situaties dringt een actieve controle van de verblijfsvoorwaarden zich op:

    • bij een overschakeling van bijslagtrekkendekern naar een begunstigdenkern: de herziening gebeurt voor alle kinderen voor wie de overschakeling wordt toegepast.
    • bij een wijziging van een begunstigdenkern: de herziening gebeurt voor alle kinderen in de oorspronkelijke en in de nieuwe begunstigdenkern.
    • wanneer een kind instroomt in het gezin of het gezin verlaat:  de herziening gebeurt voor alle kinderen in het gezinsdossier.

    In deze dossiers wordt de betaling van de toelagen stopgezet op het einde van de maand waarin na de vaststelling de kennisgeving gebeurde45 .

    Voorbeelden:

    Voorbeeld 1
    Een moeder verkreeg voor haar zoon Ahmed, die in haar gezin verblijft een recht op kinderbijslag in het Algemene kinderbijslagstelsel op grond van de prestaties van zijn broer Mehdi, die, samen met hun respectievelijke vader, buiten het gezin woont. Noch Ahmed, noch zijn ouders hebben verblijfsrecht.
    Ahmed verhuist op 05/04/2023 van zijn moeder naar zijn vader.  Hierdoor ontstaat een overschakeling van bijslagtrekkendenkern naar begunstigdenkern.  Het dossier wordt behandeld op 23 april 2023 waarbij ook de verblijfsvoorwaarde wordt gecontroleerd.  Omdat Ahmed hieraan niet voldoet, worden de betalingen stopgezet op 30/04/2023. 

    Voorbeeld 2
    Voor Sergei en Nicolaj bestond tot 31/12/2018 geen recht op kinderbijslag in de kinderbijslagreglementering.  Beide kinderen, noch hun ouders, hebben verblijfsrecht. Samen met hun ouders maken zij deel uit van een gezin waartoe een persoon behoort met verblijfsrecht. Op deze basis werd vanaf 01/01/2019 het recht op het Groeipakket vastgesteld. 
    Bij behandeling van het dossier op 07/02/2023 blijkt dat de verblijfsvoorwaarden voor zowel Sergei als Nicolaj niet zijn vervuld. De betalingen voor beiden kinderen worden stopgezet op 28/02/2023.

     

    8. Bijlagen

    • Bijlage 1 – verblijfsredenen - codes - categorieën
    • Bijlage 2 – invloed van de verblijfsreden en de corresponderende datum in de flux ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’ op de verblijfsvoorwaarde ‘verblijfsrecht > 3 maanden’ op de verschillende toelagen Groeipakket
    • Bijlage 3 – verblijfsdocumenten die blijk geven van een verblijfsrecht van meer dan drie maanden
    • Bijlage 4 – template aanstelling voogd
    • Bijlage 5 – de registratie van de NBMV in CGPA
    • Bijlage 6 – overzicht van de verschillende stappen in de procedure ‘verzoek internationale bescherming

    9. Vragen

    Vragen betreffende deze toelichtingsnota kunnen gericht worden aan advies@vutg.be, met vermelding van de titel van deze toelichtingsnota in het onderwerp van uw mail.

    • 1Dienst Vreemdelingenzaken
    • 2Kinderopvangtoeslag, kleutertoeslag, ondersteuningstoeslag
    • 3Tijdens de periode van afvoering, voor zover een bijlage 35 werd uitgereikt en betrokkene vanaf zijn herinschrijving opnieuw in Vlaanderen woont, wordt betrokkene geacht in Vlaanderen zijn woonplaats te hebben gehad, tenzij uit andere feitelijke elementen blijkt dat dit niet zo is.
    • 4De datum 01/01/2022 vloeit voort uit het feit dat DVZ op 29/11/2021 de gemeenten verplicht bij het bekomen van een nieuwe positieve verblijfsbeslissing met een zelfde verblijfsreden als de voorafgaande, de verblijfsreden opnieuw te registreren in het rijksregister. Voordien gebeurde enkel een nieuwe registratie wanneer een nieuwe verblijfsbeslissing werd genomen met een andere verblijfsreden dan de vorige.  De gemeenten worden geacht dit uit te voeren vanaf 01//01/2022.
    • 5De afgifte van die bijzondere identiteitskaarten is gebaseerd op de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer (en eventuele andere consulaire of diplomatieke verdragen) en het KB van 30 oktober 1991 betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen. De aflevering van deze bijzondere identiteitskaarten is in uitvoering van artikel 10, § 1, 1° van de Vreemdelingenwet dat bepaalt dat de vreemdeling wiens recht op verblijf erkend wordt door een internationaal verdrag, door de wet of door een koninklijk besluit, van rechtswege toegelaten is om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven.
    • 6Wanneer een EU-burger nadat zijn bijzondere identiteitskaart wordt teruggegeven een verblijfsrecht bekomt van meer dan drie maanden dan wordt de verblijfsreden genoteerd in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.  De begindatum is de datum van de afgifte van de eerste bijzondere identiteitskaart.
    • 7Gemeente, DVZ, dienst Protocol van de FOD buitenlandse zaken
    • 8Zowel het CGVS als de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan een uitspraak doen naar aanleiding van het verzoek internationale bescherming. Het is niet relevant welke instelling de beslissing nam.
    • 9Deze datum stemt overeen met de datum in de rubriek ‘wettige verblijven’ van de flux ‘nationaliteitsvoorwaarden’.
    • 10De regelgeving rond vrijstellingen op de verblijfsvoorwaarde gezinsbijslagen en selectieve participatietoeslagen werden gewijzigd bij: • ministerieel besluit van 31 maart 2022 tot wijziging van artikel 2 van het ministerieel besluit van 13 maart 2019; • besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2022 tot wijziging van artikel 2 van het BVR Rechtgevend kind.
    • 11Schooltoeslagen: vanaf het schooljaar 2019-2020
    • 12Ondersteuningstoeslag: vanaf 01/01/2023
    • 13Zie ‘Overzicht welke vrijstelling op welke toelage/toeslag betrekking heeft’
    • 14Aangezien het daartoe bevoegde centrum voor de start van de verblijfsprocedure al betrokken is, is de datum van attestering niet relevant.
    • 15In de praktijk zal in deze laatste situatie betrokkene de bijlage 15 moeten voorleggen. Daarnaast moet de woonstvoorwaarde over de periode van de geldigheid van de bijlage 15 worden gecontroleerd. Ofwel via de bijlage 15 zelf (indien ‘verblijvende te’ is ingevuld), ofwel via het attest van het daartoe bevoegde centrum, ofwel via één van de bewijsstukken opgesomd in bijlage 1 TN 3).
    • 16Hiermee wordt zowel de derdelander als de Unie-burger bedoeld
    • 17Zie ‘Overzicht welke vrijstelling op welke toelage/toeslag betrekking heeft’
    • 18Programmawet van 24 december 2002 – programmawet – Titel XIII – Hoofdstuk VI: Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
    • 19Bij twijfel omtrent de leeftijd kan de dienst Voogdij eerst een leeftijdsonderzoek laten plaatsvinden.
    • 20Bv. wanneer de minderjarige opnieuw wordt toevertrouwd aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent.
    • 21Bewijsvoering – zie punt 4
    • 22Het kind is meerderjarig vanaf de dag van zijn 18-jarige verjaardag. Indien de verjaardag valt op de 1ste dag van de maand is de vrijstelling vanaf die dag niet meer van toepassing.
    • 23Cfr. art 83 en 89 GPD
    • 24Het kind is meerderjarig vanaf de dag van zijn 18-jarige verjaardag. Indien de verjaardag valt op de 1ste dag van de maand is de vrijstelling vanaf die dag niet meer van toepassing. In deze situatie moeten de bedragen worden teruggevorderd vanaf de maand waarin de jongere meerjarig is volgens de nieuwe leeftijdsbeslissing.
    • 25Hiermee wordt gelijkgesteld: de verderzetting van de procedure verzoek internationale bescherming in België ingevolge dublinprocedure (DVZ onderzoekt welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek internationale bescherming).
    • 26Het feit dat een persoon geen recht meer heeft om voorlopig op het grondgebied te verblijven betekent niet automatisch dat deze persoon niet meer op het grondgebied verblijft.
    • 27Verzoek internationale bescherming
    • 28De NBMV/slachtoffer mensenhandel- smokkel wordt altijd in het vreemdelingenregister ingeschreven. De reflectieperiode (met bijlage 15) is niet mogelijk.
    • 29Voor de inschrijving in het vreemdelingenregister gebeurt een woonstcontrole. In de praktijk kan dit in sommige gemeenten enkele maanden duren. Dit neemt niet weg dat de vrijstelling start vanaf de datum van inschrijving in het vreemdelingenregister.
    • 30Onderdanen van België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland,, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden.
    • 31Onderdanen van de EER die geen onderdaan zijn van de EU (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en Zwitserse onderdanen volgen dezelfde verblijfregels.
    • 32Na negatieve Dublin-procedure, onder bepaalde voorwaarden, beroep tegen ontvankelijkheidsbeslissing (bij volgend verzoek)
    • 33Ook tussen de negatieve beslissing en de datum van de indiening van het schorsend beroep.
    • 34Zoals bedoeld in artikel 8 § 1 GPD
    • 35Tijdens de periode van afvoering wegens verlies van verblijfsrecht. Wanneer betrokkene opnieuw wordt ingeschreven in het vreemdelingenregister kunnen opnieuw rechten op basis van de vrijstelling ontstaan.
    • 36de bijlage 35 levert hiervan niet het bewijs.
    • 37Schooltoeslagen: vanaf het schooljaar 2019-2020
    • 38De datum van attestering is niet relevant
    • 39verblijfsdocument dat wordt uitgereikt aan derdelanders in procedure.
    • 40De begindatum moet voor de vervaldatum en voor de einddatum liggen.
    • 41In de praktijk zal betrokkene de bijlage 15 moeten voorleggen Daarnaast moet de woonstvoorwaarde over de periode van de geldigheid van de bijlage 15 worden gecontroleerd. Ofwel via de bijlage 15 zelf (indien ‘verblijvende te’ is ingevuld), ofwel via het attest van het daartoe bevoegde centrum, ofwel via één van de bewijsstukken opgesomd in bijlage 1 TN 3).
    • 42Opgelet: voor het kind langer dan één jaar ononderbroken in een pleeggezin geplaatst is een vrijstelling voorzien voor de schooltoeslag.
    • 43Zie voetnoot 43
    • 44Eu-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden.
    • 45Artikel 92 Groeipakketdecreet
    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top