Ambtshalve beslag

Volgens het Gerechtelijk Wetboek kunnen de uitkeringen die ten onrechte uitgekeerd zijn uit de middelen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden die onder Belgische vlag varen, van het Fonds voor de Beroepsziekten, van het Fonds voor Aarbeidsongevallen, van openbare of particuliere instellingen belast met de toepassing van de wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen of van de dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid, hetzij uit de middelen die ingeschreven zijn in de begroting van het ministerie van Sociale Zaken of uit die ingeschreven in de begroting van de pensioenen met het oog op de toekenning van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, hetzij uit middelen voor de toekenning van het bestaansminimum of een gelijksoortige uitkering ingeschreven in de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en uit die ingeschreven in de begrotingen van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn ambtshalve teruggevorderd worden.

Art. 1410 § 4 Gerechtelijk Wetboek

Er mag maar 10 % van elke in de toekomst betaalde uitkering teruggevorderd geworden, behalve bij fraude (dan mag 100 % teruggevorderd worden) en bij terugvordering tussen instellingen van de regeling of tussen instellingen of diensten die sociale uitkeringen verschuldigd zijn, op voorwaarde dat de voordelen met terugwerkende kracht verschuldigd zijn en dat ze niet met de onverschuldigd betaalde uitkeringen gecumuleerd kunnen worden.