Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Begunstigde(n) bij plaatsing

    Begunstigde(n) bij plaatsing in een pleeggezin

    Als een kind door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een pleeggezin wordt geplaatst, wordt de pleegzorger aanzien als de werkelijke opvoeder.

    Indien de pleegzorger begunstigde is voor een pleegkind en daarnaast ook begunstigde is voor een of meerdere kinderen binnen zijn gezin, samen met een andere begunstigde in zijn gezin, wordt deze laatste eveneens als begunstigde aangeduid voor dit pleegkind.

    Indien de pleegzorger een gezin vormt met meerdere begunstigden waarmee hij samen begunstigde is voor kinderen binnen dit gezin, bepaalt de pleegzorger welke van deze begunstigden wordt aangeduid als bijkomende begunstigde voor het pleegkind.

    De pleegzorger die begunstigde is voor een pleegkind en die geen begunstigde is voor kinderen binnen zijn gezin, kan een andere persoon in zijn gezin als bijkomende begunstigde aanduiden.

    De aanduiding van een bijkomende begunstigde heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de bevestiging werd ondertekend. Als er tussen de datum van ondertekening en de datum van ontvangst door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, heeft de aanduiding pas uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de uitbetalingsactor het verzoek heeft ontvangen.

    Voorbeelden

    Voorbeeld 1
    Nicole en Hugo zijn de begunstigden voor hun kind Thomas.
    Door het overlijden van de zus van Hugo wordt haar kind Laura bij hem geplaatst.
    Hugo wordt als pleegzorger de begunstigde voor Laura.
    Aangezien Hugo al samen met Nicole begunstigde is voor Thomas, wordt Nicole eveneens als begunstigde voor het pleegkind Laura aangeduid.

    Voorbeeld 2
    Frank en Marleen zijn de begunstigden voor hun kind Jasper.
    In het gezin wonen tevens Odette en Jonathan. Jonathan is het kind van de overleden broer van Marleen en Odette. Marleen en Odette zijn als tantes de begunstigden voor Jonathan.
    Nadien wordt het kind Pablo geplaatst bij Marleen. Marleen wordt als pleegzorger de begunstigde voor Pablo.
    Aangezien Marleen samenwoont met twee begunstigden (Frank en Odette) waarmee zij telkens een begunstigdenkern vormt, bepaalt zij wie van hen als bijkomende begunstigde wordt aangeduid voor het pleegkind Pablo.

    Voorbeeld 3
    Muhammad en Isaak vormen samen een gezin. Zij hebben allebei geen kinderen.
    Het kind Inge wordt geplaatst bij Isaak.
    Isaak wordt als pleegzorger de begunstigde voor Inge.
    Hij kan Muhammad aanduiden als bijkomende begunstigde voor het pleegkind Inge.

    Art. 59, §2 Groeipakketdecreet
    Art. 3 BVR Begunstigden

    Begunstigde(n) voor de pleegzorgtoeslag

    Voor kinderen die in een pleeggezin geplaatst zijn, kan er een pleegzorgtoeslag worden toegekend.

    Als een pleegzorger als begunstigde is aangewezen voor een geplaatst kind en de plaatsing in zijn gezin een perspectiefbiedend karakter heeft, wordt de pleegzorgtoeslag uitbetaald aan de pleegzorger.

    perspectiefbiedend karakter= pleegzorg met een continu en langdurig karakter (Decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van de pleegzorg)

    Als de plaatsing in het pleeggezin daarentegen geen perspectiefbiedend karakter heeft, wordt de pleegzorgtoeslag uitbetaald aan de persoon die voorafgaandelijk aan de plaatsing de gezinsbijslagen ontving.

    perspectiefbiedend karakter= pleegzorg met een continu en langdurig karakter (Decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van de pleegzorg)

    Een afwijking hierop is mogelijk nadat de familierechtbank in het belang van het kind een andere begunstigde heeft aangeduid voor de bestemming van de pleegzorgtoeslag.

    Art. 67 Groeipakketdecreet
    Art. 572bis Ger. W.

    Begunstigde(n) bij plaatsing in een instelling

    Als een kind door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling wordt geplaatst, worden de gezinsbijslagen (met uitzondering van het startbedrag geboorte en het startbedrag adoptie) voor twee derden aan de instelling en voor één derde aan de begunstigden betaald.

    Wanneer een kind geplaatst wordt ten laste van het Agentschap Jongerenwelzijn, wordt twee derden van de gezinsbijslagen aan het Fonds Jongerenwelzijn betaald.

    Iedere belanghebbende (instelling, begunstigde en bijslagtrekkende) die niet akkoord gaat met de bestemmingsregels tot aanwijzing van de begunstigden, kan de familierechtbank om een afwijking in het belang van het kind verzoeken.

    De familierechtbank kan in het belang van het kind ook oordelen dat de gezinsbijslag die toekomt aan de begunstigde geheel of gedeeltelijk wordt uitbetaald op een rekeningnummer op naam van het kind.

    Art. 68 Groeipakketdecreet
    Art. 8 BVR Begunstigden
    Art. 572bis Ger. W.

    Datum laatste bijwerking
    Top