Kruimelpad
Wanneer wijzigt het bedrag bij plaatsingen met 1/3 aan een natuurlijk persoon?
Tekst
De proportionele verdeling van de kinderbijslag blijft ten aanzien van elk rechtgevend kind behouden, tot er zich een wijziging voordoet die een wijziging van het bedrag aan de bijslagtrekkende binnen de proportionele verdeling met zich meebrengt.
Het gaat om volgende wijzigingen die zich voordoen in het gezin van de bijslagtrekkende vanaf of ná 1/1/2019:
- het geplaatste kind is niet langer geplaatst
- één van de kinderen (geplaatste of niet-geplaatste) opent niet langer een recht op kinderbijslag
- er komt een nieuw kind in het gezin, dat op 31/12/2018 rechtgevend was op kinderbijslag
- er wordt een nieuw kind geboren
De indexering van de bedragen wordt niet beschouwd als een wijziging.
Zodra die wijziging zich voordoet, wordt de groepering op 31/12/2018 vastgesteld los van de plaatsing. Er wordt dus uitgegaan van de fictieve situatie alsof er op 31/12/2018 geen kind geplaatst was in een instelling. Daarop wordt voor de kinderen die op 31/12/2018 tot die groepering behoren de omkering van de rangen toegepast. Die omgekeerde rangen worden vervolgens voor elk kind vastgeklikt. Ze gelden voor de verdere duur van het recht.
Voor de geplaatste kinderen wordt daarna opnieuw een verdeelsleutel bepaald, maar ditmaal overeenkomstig de nieuwe regeling zoals voorzien in artikel 68 van het Groeipakketdecreet.
Voorbeelden
Voorbeeld 1
Gezin met 3 kinderen: Louise (10), geplaatst in instelling A met 1/3 aan de moeder; Mats (8), in het gezin van de moeder met betaling aan de moeder en Eva (6), geplaatst in instelling B met 1/3 aan de moeder.
Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: 92,09* + 170,39* + 254,40* /3 = 516,88 /3 = 172,29.
Op 24/2/2020 komt Sander (16) met een vastgeklikt bedrag van 92,09* in het gezin van de moeder wonen. De moeder wordt nu ook begunstigde voor dat kind.
|
december 2018 |
januari 2019 |
december 2018 (los van de plaatsing) |
maart 2020 (na einde proportionele verdeling) |
Louise - 10 |
172,29 |
172,29 |
92,09* |
254,40* |
Mats - 8 |
172,29 |
172,29 |
170,39* |
170,39* |
Eva - 6 |
172,29 |
172,29 |
254,40* |
92,09* |
Sander - 16 |
- |
- |
- |
92,09* |
Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt verder de verdeelwijze 1/3 -2/3 toegepast.
Voorbeeld 2
Gezin met 3 kinderen: Ibrahim (10), geplaatst in instelling A met 1/3 aan de moeder; Hassan (8), in het gezin van de moeder met betaling aan de moeder en Suraya (6), geplaatst in instelling B met 1/3 aan de moeder.
Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: 92,09* + 170,39* + 254,40* /3 = 516,88 /3 = 172,29.
Op 14/4/2020 eindigt de plaatsing van Ibrahim. Hij gaat opnieuw in het gezin van zijn moeder wonen.
|
december 2018 |
januari 2019 |
december 2018 (los van de plaatsing) |
mei 2020 (na einde proportionele verdeling) |
Ibrahim - 10 |
172,29 |
172,29 |
92,09* |
254,40* |
Hassan - 8 |
172,29 |
172,29 |
170,39* |
170,39* |
Suraya - 6 |
172,29 |
172,29 |
254,40* |
92,09* |
Voor het geplaatste kind Suraya wordt verder de verdeelwijze 1/3 - 2/3 toegepast.
*Raadpleeg de geïndexeerde bedragen op de website Groeipakket.