Forfaitaire pleegzorgbijslag voor kinderen die geplaatst of herplaatst worden in een pleeggezin vanaf of ná 1/1/2019
Tekst
Een kind dat recht geeft op kinderbijslag aan de bedragen van de kinderbijslagreglementering en dat vanaf of ná 1 januari 2019 geplaatst of herplaatst wordt door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een pleeggezin, geeft recht op de pleegzorgtoeslag uit het Groeipakket.
Deze regeling is ook van toepassing indien er zich een wijziging in de plaatsing voordoet ná 1 januari 2019 voor een kind dat reeds vóór 31 december 2018 geplaatst was. Een wijziging in de plaatsing moet ruim worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om een wijziging van het pleeggezin, maar bijvoorbeeld ook om een wijziging in de uitbetaling van de forfaitaire pleegzorgbijslag door ontzetting van de bijslagtrekkende uit de ouderlijke macht of door het overlijden van de bijslagtrekkende
Een wijziging in de plaatsing ná 1 januari 2019 heeft dus tot gevolg dat de plaatsing voortaan valt onder de voorwaarden van het Groeipakket.
Voorbeelden
Een kind uit de overgangsregeling waarvoor de forfaitaire pleegzorgbijslag wordt betaald aan de moeder wordt herplaatst. Uit het plaatsingsbericht van 10/2/2019 blijkt dat het kind sedert 9/2/2019 in een ander pleeggezin verblijft met een perspectiefbiedend karakter. Dit houdt dit in dat vanaf 1/3/2019 de pleegzorgtoeslag aan de pleegouder wordt betaald en niet langer aan de moeder.
Voorbeeld 2
De bijslagtrekkende van de forfaitaire pleegzorgbijslag wordt ontzet uit de ouderlijke macht. In dat geval wordt de betaling van de forfaitaire pleegzorgbijslag stopgezet vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de uitbetalingsactor de gerechtelijke beslissing tot de ontzetting uit de ouderlijke macht heeft ontvangen.