Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Voorwaardelijk recht voor de leerling niet-hoger onderwijs in het schooljaar 2018-2019

    Indien het kind in het niet-hoger onderwijs zijn recht op gezinsbijslagen zou verliezen vanaf 1 januari 2019 omdat:

    • het meer dan 80 uur per maand werkt,
    • of omdat het een sociale uitkering op basis van ziekte, invaliditeit, werkloosheid of loopbaanonderbreking ontvangt,

    blijven de voorwaarden van de AKBW gelden die van toepassing waren tot en met 31 december 2018.

    Het kind in het voltijds onderwijs behoudt dan zijn recht op gezinsbijslagen voor het schooljaar 2018-2019:

    • voor elke maand van het eerste, tweede en derde kalenderkwartaal, als het in dat kwartaal niet meer dan 240 uren gewerkt heeft
    • als het kind werkt (onbeperkt) tijdens de zomervakantie 2019, indien die gevolgd wordt door een nieuwe inschrijving
    • als student-zelfstandige, indien het kind een verklaring op eer bezorgt dat het per kwartaal niet meer dan 240 uur gewerkt heeft
    • wanneer het kind een sociale uitkering ontvangt op basis van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen of beroepsziekten die voortvloeit uit een toegelaten winstgevende activiteit (Opgelet! Een sociale uitkering uit een Belgische of buitenlandse werkloosheidsregeling of een uitkering voor loopbaanonderbreking is echter een beletsel)

     Het kind in het deeltijds onderwijs behoudt dan zijn recht op gezinsbijslagen voor het schooljaar 2018-2019:

    • voor elke maand dat het niet meer dan 551,89 euro bruto verdient met zijn winstgevende activiteit
    • wanneer het kind tevens een sociale uitkering ontvangt, mag de maandelijkse bezoldiging uit de winstgevende activiteit EN de sociale uitkering SAMEN de grens van 551,89 euro bruto niet overschrijden

    Het kind dat op 31 december 2018 recht had op kinderbijslag in het niet-hoger onderwijs op basis van de afwijking die voorzien werd voor het regelmatig volgen van de lessen voor een ziek kind, behoudt dit recht overeenkomstig deze toepassing ten laatste tot het einde van de zomervakantie volgend op het schooljaar waarin de ziekte werd vastgesteld.

     

    Datum laatste bijwerking
    Top