Het stappenplan

Om te kunnen vaststellen tot welke soort leefeenheid een leerling behoort, wordt er volgens een strikt omschreven volgorde onderzocht in welke leefeenheid een leerling kan worden ondergebracht. (Art. 38 Groeipakketdecreet) 

•             Stap 1 : gehuwde leerling?

•             Stap 2 : zelfstandige leerling? 

•             Stap 3 : heeft de leerling zijn hoofdverblijfplaats bij één of beide ouders?

•             Stap 4 : heeft de leerling zijn hoofdverblijfplaats bij een andere natuurlijke persoon?

•             Stap 5 : Alleenstaande leerling.

Indien zou blijken dat een leerling zelfs niet als alleenstaande leerling kan beschouwd worden,  zoals voorzien in de regelgeving, dan wordt er terug gegrepen naar de laatste hoofdverblijfplaats van de leerling bij een onderhoudsverstrekker waar hij ten laste was (eerst ten laste ouder,  dan ten laste andere). (Art. 38, §4, derde lid Groeipakketdecreet). Dit noemt met het terugvalscenario. 

Het is namelijk niet mogelijk dat een leerling géén leefeenheid toegewezen krijgt.