Kruimelpad
Artikel 52 BVR Rechtgevend kind
Tekst
Voor de volgende kinderen gelden algemene vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor het startbedrag adoptie, op voorwaarde dat er een verzoekschrift tot binnen-of buitenlandse adoptie, ingediend bij de bevoegde rechtbank, wordt voorgelegd, of, bij gebrek daaraan, een buitenlandse adoptiebeslissing of een buitenlandse beslissing tot plaatsing met het oog op adoptie:
1° voor een kind dat geadopteerd wordt buiten België, als er een recht op gezinsbijslagen toegekend wordt voor dat kind op basis van een algemene vrijstelling als vermeld in artikel 47 tot en met 49 van dit besluit, op voorwaarde dat de gezinsbijslagen toegekend worden vanaf het moment dat het kind deel uitmaakt van het gezin van de adoptant en dat er geen recht op het startbedrag adoptie bestaat krachtens de regelgeving van een andere deelentiteit, krachtens buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een volkenrechtelijke instelling. De minister kan bepalen wat wordt verstaan onder recht op een startbedrag adoptie krachtens buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.
2° voor een kind dat geadopteerd wordt in een land waarop de Europese Verordening (EG) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie van toepassing is, als de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
- een van de adoptanten, de persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met derde graad van de adoptant en met wie de adoptant feitelijk of wettelijk samenwoont, of de echtgenoot of echtgenote van de adoptant is een zelfstandige;
- de gezinsbijslagen worden toegekend vanaf de eerste dag van de maand waarin het kind deel uitmaakt van het gezin van de adoptant;
- het kind heeft binnen twee maanden na de adoptie zijn woonplaats in het Nederlandse taalgebied;
- er bestaat geen recht op het startbedrag adoptie krachtens de regelgeving van een andere deelentiteit, krachtens buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een volkenrechtelijke instelling. De minister kan bepalen wat wordt verstaan onder recht op een startbedrag adoptie krachtens buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.