De meerderjarige leerling of de wettelijke vertegenwoordiger kan de uitbetalingsactor verzoeken de toeslag geheel of gedeeltelijk uit te betalen aan een openbare instelling die de persoon aan wie de selectieve participatietoeslag wordt uitbetaald, begeleidt ter bescherming van zijn financiële belangen.
Als een leerling aangeeft dat hij behoort tot een gezin als vermeld in artikel 38, §1, 3°, 4° of 5°, van het Groeipakketdecreet van 2018, maar conform artikel 38, §4, van het voormelde decreet deel uitmaakt van een gezin als vermeld in artikel 38 1, 1° of 2°, van het voormelde decreet, worden de gegevens over de inkomsten bij de toekenning of afwijzing van het verzoek niet meegedeeld aan de leerling door de uitbetalingsactoren.
In afwijking van het eerste lid wordt het inkomen van het gezin, vermeld in artikel 38, §1, 1° en 2°, van het voormelde decreet, in de beroepsbeslissing van de geschillencommissie meegedeeld aan de leerling die bij zijn verzoek heeft aangegeven dat hij behoort tot een gezin als vermeld in artikel 38, §1, 3°, 4° of 5°, van het voormelde decreet, als dat inkomen met toepassing van artikel 38, §4, van het voormelde decreet berekend is op basis van de inkomsten van de gezinnen, vermeld in artikel 38, §1, 1° en 2°, van het voormelde decreet.
De aanvraag van een selectieve participatietoeslag kan op zijn vroegste op 1 augustus van het schooljaar in kwestie worden ingediend.
Het verzoek wordt ingediend met een formulier dat het agentschap ter beschikking stelt, en wordt met de post, op elektronische wijze of via neerlegging bezorgd aan de betrokken uitbetalingsactor. Als het verzoek met de post is verstuurd, geldt de poststempel als bewijs van de datum van indiening. Als het verzoek digitaal is bezorgd, geldt de datum van indiening die op het ontvangstbericht van de dienst vermeld is, als bewijs van de datum van indiening.