Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 22 BVR Zorgtoeslag

    §1. Om als evaluerend arts door het agentschap Opgroeien regie erkend te kunnen worden, moet de arts:

    1. beschikken over een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan een maand of, voor wie niet in België gedomicilieerd is, een gelijkwaardig document kunnen voorleggen dat niet ouder is dan een maand waaruit onberispelijk gedrag voor het optreden als evaluerend arts blijkt;
    2. beschikken over een goede algemene gezondheid voor de uit te voeren opdrachten. De betrokkene legt op verzoek van Kind en Gezin een medisch attest voor dat is geschreven door een andere arts en dat zijn goede algemene gezondheidstoestand voor de uit te voeren opdrachten bevestigt;
    3. beschikken over een gevorderde en actieve kennis van het Nederlands;
    4. verklaren kennisgenomen te hebben van de opdracht in het kader van dit besluit en van de bepalingen van dit besluit die op hem van toepassing zijn, door een digitaal startpakket te doorlopen;
    5. niet het voorwerp geweest zijn van een opheffing van zijn erkenning als evaluerend arts.6° beschikken over een diploma master in de geneeskunde of over een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
    6. beschikken over een diploma master in de geneeskunde of over een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
    7. ingeschreven zijn op de lijst van de Orde der artsen van de provincie waar de arts zijn voornaamste medische activiteit uitoefent;
    8. beschikken over een RIZIV-nummer of dat aanvragen;
    9. voldoende verzekerd zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid;
    10. de geschiktheid en integriteit hebben om op een rechtmatige manier, rekening houdend met de geldende normen en waarden, kwaliteitsvol op te treden als evaluerend arts.

    De minister bepaalt de nadere regels voor de gevorderde en actieve kennis van het Nederlands, vermeld in het eerste lid, 3°, onder meer wat betreft het taalvaardigheidsniveau en de manier waarop dat bewezen kan worden.

    §2. Een evaluerend arts kan pas zelfstandig medische vaststellingen in het kader van dit besluit uitvoeren nadat hij een aantal zittingen, bepaald door het agentschap Opgroeien regieK, heeft bijgewoond en uitgevoerd onder begeleiding van een mentorarts, als bedoeld in artikel 32.

    §3. Om de erkenning als evaluerende arts te kunnen behouden of te verlengen moet de betrokkene:

    1. zijn opdrachten vervullen conform de wetenschappelijke aanbevelingen, met inachtneming van de code van de geneeskundige plichtenleer. Het agentschap Opgroeien regie verstrekt de nodige informatie en aanbevelingen;
    2. in het eerste jaar van de erkenning een vormingstraject volgen, aangeboden door het agentschap Opgroeien regie en gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen en aanbevelingen;
    3. de erkenningsvoorwaarden, de erkenningsvoorschriften en de bepalingen van dit besluit naleven;
    4. bij de uitvoering van zijn opdracht de inhoudelijke en methodische doelstellingen die het agentschap Opgroeien regie nastreeft, in acht nemen en zo mee vorm geven aan het kwaliteitskader van het agentschap Opgroeien regie;
    5. Het agentschap Opgroeien regie op de hoogte houden van elke wijziging in de gegevens die relevant zijn voor de erkenning.

    Besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag, wat betreft de procedure om de gevolgen van de aandoening waaruit een specifieke zorgbehoefte voortvloeit vast te stellen (B.S. 05.05.2022) - artikel 22 – inwerkingtreding 01.01.2022

    In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in paragraaf 1, eerste lid, inleidende zin, worden de woorden “evaluerende arts” vervangen door de woorden “evaluerend arts”;
    2. in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden “evaluerende arts” vervangen door de woorden “evaluerend arts”;
    3. in paragraaf 1, eerste lid, 5°, worden de woorden “van zijn erkenning als evaluerende arts” vervangen door de woorden “van een erkenning als evaluerend arts binnen vijf jaar die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag tot erkenning is ingediend”;
    4. aan paragraaf 1, eerste lid, worden een punt 6° tot en met 10° toegevoegd, die luiden als volgt:

      “6° beschikken over een diploma master in de geneeskunde of over een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
      7° ingeschreven zijn op de lijst van de Orde der artsen van de provincie waar de arts zijn voornaamste medische activiteit uitoefent;
      8° beschikken over een RIZIV-nummer of dat aanvragen;
      9° voldoende verzekerd zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid;
      10° de geschiktheid en integriteit hebben om op een rechtmatige manier, rekening houdend met de geldende normen en waarden, kwaliteitsvol op te treden als evaluerend arts.”;

    5. in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede “vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 6°” vervangen door de zinsnede “vermeld in het eerste lid, 3°”;
    6. in paragraaf 2 worden de woorden “evaluerende arts” vervangen door de woorden “evaluerend arts” en worden de woorden “heeft bijgewoond of uitgevoerd” vervangen door de woorden “heeft bijgewoond en uitgevoerd”;
    7. In paragraaf 3, inleidende zin, worden de woorden “evaluerende arts” vervangen door de woorden “evaluerend arts”;
    8. in paragraaf 3, 3°, wordt tussen de woorden “de erkenningsvoorwaarden” en de woorden “en de bepalingen” de zinsnede “, de erkenningsvoorschriften” ingevoegd.

    gearchiveerde versie (18.04.2019 – 31.12.2021)

    ___________________________________

    Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag (B.S. 25.06.2021) - hoofdstuk 40 - artikel 486 - inwerkingtreding 18.04.2019

    In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 3, 4°, worden de woorden “Kind en Gezin” telkens vervangen door de woorden “het agentschap Opgroeien regie”;
    2. in paragraaf 2 en paragraaf 3, 2°, worden de woorden “Kind en Gezin” vervangen door de woorden “het agentschap Opgroeien regie”;
    3. in paragraaf 3, 1° en 5°, worden de woorden “Kind en Gezin” vervangen door de woorden “Het agentschap Opgroeien regie”.

    gearchiveerde versie (01.01.2019 - 17.04.2019)

    Datum van publicatie
    Datum einde geldigheid
    Top