Kruimelpad
Artikel 36 BVR Zorgtoeslag
Tekst
§1. Kind en Gezin kan in de volgende gevallen beslissen om de erkenning op te heffen:
- als een inbreuk op de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften niet op korte termijn weggewerkt kan worden;
- als een inbreuk die aan de basis van een schorsing van de erkenning lag, niet weggewerkt is binnen de termijn die bepaald is in de beslissing tot die schorsing;
- als de evaluerende arts op basis van onjuiste gegevens een erkenning verkregen heeft.
Het voornemen tot opheffing van de erkenning wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de evaluerende arts. De aangetekende brief bevat de informatie over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen.
§2. Als de evaluerende arts binnen de termijn, vermeld in artikel 38, geen bezwaarschrift indient, wordt, nadat die termijn verstreken is, het voornemen van Kind en Gezin omgezet in een beslissing tot opheffing van de erkenning. De evaluerende arts wordt van de voormelde beslissing op de hoogte gebracht met een aangetekende brief.
Als de evaluerende arts een ontvankelijk bezwaarschrift heeft ingediend, conform de bezwaarprocedure, vermeld in artikel 37 tot en met 42, wordt de beslissing over de opheffing van de erkenning genomen nadat de bezwaarprocedure is doorlopen conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers, met dien verstande dat het bezwaarschrift, in afwijking van artikel 8, §1, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers, wordt behandeld door de kamer voor gezondheidsvoorzieningen.