Kruimelpad
996/112 van 24 februari 2015 - Impact van het verlies van het recht op inschakelingsuitkering na uitputting krediet van 36 maanden op de hoedanigheid van rechtgevend kind als jonge werkzoekende
Tekst
1. Situering
Een kind heeft onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag tot 31 augustus van het kalenderjaar waarin het 18 jaar wordt1 . Daarna en tot de leeftijd van 25 jaar kan de jongere nog rechtgevend zijn op kinderbijslag in bepaalde hoedanigheden, waaronder de hoedanigheid van werkzoekende schoolverlater, mits de jongere voldoet aan bepaalde voorwaarden. Doel is de kinderbijslag te behouden tijdens de beroepsinschakelingstijd (BIT) van een jaar die moet worden doorlopen om aanspraak te kunnen maken op een inschakelingsuitkering. Ook tijdens de verlenging van de BIT heeft de schoolverlater, mits voldaan is aan de voorwaarden, nog recht op kinderbijslag teneinde een hiaat te vermijden tussen het ontvangen van kinderbijslag en de toekenning van inschakelingsuitkeringen (cfr. CO 1395).
2. Verlies van het recht op inschakelingsuitkering na uitputting krediet van 36 maanden
De schoolverlaters die sinds 1 januari 2015 geen recht meer hebben op een inschakelingsuitkering omwille van de uitputting van hun krediet van 36 maanden2 kunnen enkel nog rechtgevend zijn op kinderbijslag na het volgen van nieuwe studies die voldoen aan de voorwaarden bepaald door of krachtens art. 62 AKBW. In voorkomend geval zal een nieuwe toekenningsperiode beginnen te lopen de dag na de datum waarop een nieuwe studie, leertijd of vorming voortijdig beëindigd werd, op voorwaarde dat:
a) geen termijn van meer dan vijftien maanden is verlopen tussen het einde van een studie, leertijd of vorming en het begin van de nieuwe studie, leertijd of vorming;
b) de nieuwe studie, leertijd of vorming minstens zes maanden heeft geduurd indien de in a) vermelde termijn overschreden is3 .