Kruimelpad
996/34 van 24 maart 2003 - Hoger onderwijs - Verlengde tweede zittijd. Art. 62, §3 KBW
Tekst
De Regering van de Franse Gemeenschap biedt de studenten van het hoger onderwijs de mogelijkheid om hun examens afte leggen in de loop van een " verlengde tweede zittijd".
De verlengde tweede zittijd
Het principe van de examenzittijd geopend tot op 31 januari van het volgende academischjaar is ingeschreven in het arrest van de Regering van de Franse gemeenschap van 2 juli 1996, dat de organisatie van het academisch jaar bepaalt en de voorwaarden voor het weigeren van een inschrijving, en houdende het algemeen reglement van de examens in de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
Er zijn twee types van tweede examenzittijd voorzien.
Ten eerste is er de tweede zittijd voorzien voorde studenten die nog niet in het laatste jaar van hun studie zitten en voor wie de mogelijkheid bestaat om voorwaardelijk over te gaan naar het volgende studiejaar. In dat geval is het voorzien dat de student zich kan inschrijven voor het vo1gende studiejaar op voorwaarde dat hij voor de 1ste februari van het volgende academisch jaar de examens aflegt waarvoor hij niet tenminste 12/20 haalde. Indien de student de examens niet aflegt binnen de voorziene termijn, of niet slaagt voor die examens, dan wordt hij weer gewoon student in het lagere academisch jaar.
Vervolgens is er de verlengde tweede zittijd voor studenten ingeschreven in het laatste studiejaar, die niet geslaagd zijn in het examen van de tweede zittijd. Deze studenten kunnen de examens, waarvoor ze niet tenminste 12/20 behaalden, afleggen voor de 1ste februari van het volgende academisch jaar.
Het recht op kinderbijslag
Ter herinnering, het recht op kinderbijslag hangt afvan twee essentiële voorwaarden, namelijk enerzijds de inschrijving in een onderwijsinstelling, en anderzijds het volgen van lessen (koninklijk besluit van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt).
De tekst van het arrest van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 geeft de definitie van de regelmatig ingeschreven student.
Het betreft de student die de toelatingsvoorwaarden voor een studiejaar van het hoger onderwijs vervult, die er is ingeschreven voor het geheel van de activiteiten van dat jaar, met uitzondering van de activiteiten waarvoor hij/zij een vrijstelling kreeg conform de bepalingen van de decreten en arresten van de Regering van de Franse Gemeenschap, en die regelmatig de onderwijsactiviteiten volgt met ais doel het eventueel verkrijgen van de uitwerking van het recht verbonden aan het slagen in het examen.
De onderwijsactiviteiten zijn:
a) de theoretische lessen, de toepassingssessies, de praktische werkzaamheden en andere activiteiten die voorkomen op het studieprogramma;
b) de eindejaarswerken, de verhandeling ofhet eindwerk;
c) de stages voorzien in het studieprogramma, individueel of in groep georganiseerd;
d) de examensessies, met uitzondering van de tijd die de student aan persoonlijke studie besteedt.
Op verzoek van de student die is ingeschreven in het laatste studiejaar en die niet is geslaagd in de tweede zittijd, kan het Directiecollege via een formee!gemotiveerde beslissing deze student toelaten om voorde 1ste februari van het volgende academischjaar de examens afte leggen waarvoor hij niet tenminste 12/20 behaalde, onder bepaalde voorwaarden, met name de voorwaarde werkelijk te hebben deelgenomen aan alle examens van de tweede zittijd.
De tweede zittijd van het laatste studiejaar is pas afgesloten wanneer de student deze examens heeft afgelegd.
Op basis van deze teksten is de Rijksdienst van mening dat de student die de eerder vermelde toelating verkrijgt regelmatig ingeschreven blijft, aangezien de examenzittijden deel uitmaken van
de onderwijsactiviteiten en de tweede examenzittijd voor deze student pas wordt afgesloten wanneer hij deze examens opnieuw heeft afgelegd.
Wat verder het volgen van de lessen betreft, kan men in het geval waar de student die de toelating heeft verkregen reeds de lessen volgde tijdens het verlengde academisch jaar, niet redelijkerwijs eisen dat hij die een tweede maal volgt, aangezien dit niet valt onder de voorwaarden van de verlenging van de tweede examenzittijd.
Bijgevolg voldoet de student die zich in de hier uiteengezette situatie van "verlengde tweede zittijd" bevindt aan de voorwaarden voorgeschreven door het eerder vermelde koninklijk besluit van 30 december 1975, en kan hij dus kinderbijslag genieten ais alle andere voorwaarden eveneens vervuld zijn, zoals die verbonden aan het uitoefenen van een winstgevende activiteit of de toekenning van sociale uitkeringen.
De gevallen die reeds op restrictieve wijze behandeld werden moeten herzien worden op basis van deze omzendbrief, wanneer de betrokkenen daartoe een aanvraag indienen.
Volledigheidshalve breng ik in herinnering dat de periode van toekenning van kinderbijslag op basis van een eventuele inschrijving ais werkzoekende een aanvang neemt de dag na het afleggen van het laatste examen, dus na het einde van alle activiteiten opgelegd door het studieprogramma
(koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5, KBW). In casu, vangt deze periode aan de dag na het afleggen van het laatste examen van de verlengde tweede zittijd.