Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

996/91 van 31 maart 2009 - Brevetten van rechthebbende en modellen Yter - Verantwoordelijkheid van de kinderbijslaginstellingen

    1. Context

    Artikel 8 van het ministerieel besluit van 26 juni 2002 betreffende het gebruik van de brevetten bepaalt dat de gegevens die op het brevet van rechthebbende vermeld zijn, kunnen worden gebruikt voor de vaststelling van het recht op gezinsbijslag.

    Hoewel geen enkele reglementaire tekst een gelijkaardige regel bepaalt voor het uitwisselen van de Yter, worden op deze manier overgemaakte gegevens echter wel degelijk beschouwd als betrouwbare elementen die voldoende basis vormen voor het vestigen van het recht op kinderbijslag.

    2. Brevetten: verantwoordelijkheid van de kinderbijslaginstellingen

    In de gids voor het gebruik van het brevet van rechthebbende (dienstbrief 996/67 van 7 november 2006) wordt de verantwoordelijkheid van de kinderbijslaginstellingen toegelicht wanneer een kinderbijslaginstelling via het brevet van rechthebbende gegevens aanlevert die onjuist of onvolledig blijken of in tegenspraak zijn met elementen van het dossier. Het is de oorspronkelijke kinderbijslaginstelling die de gegevens doorzendt die de verantwoordelijkheid van de fout draagt.

    Indien uit de foute gegevensoverdracht een onverschuldigde betaling voortvloeit, dan moeten de volgende richtlijnen gevolgd worden:

    2.1. De onjuiste gegevens van het brevet van rechthebbende vloeien voort uit onjuiste verklaringen van de persoon die sociale uitkeringen ontvangt zonder dat het fonds een fout kan verweten worden.

    In dit geval belast het fonds dat de onverschuldigde betaling uitvoerde zich met de terugvordering via alle rechtsmiddelen (inhouding op latere bijslag, verzoek om terugstorting, aanrekening...).

    2.2. De onjuiste gegevens van het brevet van rechthebbende zijn te wijten aan de kinderbijslag-instelling die de "foute" gegevens heeft doorgezonden.

    In dit geval komt het debet voor rekening van het oorspronkelijke fonds, als volgt:

    1. Het fonds dat de onverschuldigde betaling uitvoerde, stelt een debet op van type C en verzoekt het oorspronkelijke fonds om er een onmiddellijke terugbetaling van uit te voeren.
    2. Het oorspronkelijke fonds stelt een debet op van type A terwijl het de gevraagde terugbetaling uitvoert.
    3. Indien het onverschuldigd bedrag kan teruggevorderd worden via inhoudingen op de nog verschuldigde kinderbijslag, dan neemt het oorspronkelijk fonds direct contact op met de betaalinstelling om het onverschuldigd bedrag dat het op zich nam terug te vorderen.
    4. Het fonds dat de onverschuldigde betaling uitvoerde, blijft de officiële schuldeiser en het aanspreekpunt van de gerechtigde op sociale uitkeringen.
    5. Indien geen enkel fonds in staat was om het onverschuldigd bedrag in te vorderen via inhoudingen, dan verzoekt het oorspronkelijke fonds het fonds dat schuldeiser is (dus het fonds dat de onverschuldigde kinderbijslag betaalde) om het terugbetalingsproces te sturen (kennisgeving, beroep voor de rechtbank,...). De gerechtskosten en de kosten voor de verdediging voor de rechtbank vallen echter ten laste van het oorspronkelijke fonds.

    3. Onverschuldigde betalingen op basis van foute gegevens op de modellen Yter

    Wanneer een kinderbijslaginstelling wegens verkeerde gegevens op een model Yter onverschuldigde betalingen uitvoerde, dient de procedure die hiervoor is uiteengezet op dezelfde manier te worden gevolgd op voorwaarde dat beide betrokken kinderbijslaginstellingen onder het financieringsregime van de nationale verdeling ressorteren.

    De toegelichte regeling is onmiddellijk van toepassing.

    4. Bijzonder geval: verantwoordelijk stellen tijdens de gerechtelijke procedure van de instelling die de foutieve gegevens heeft doorgezonden

    De fout van de instelling die de onjuiste gegevens doorstuurde zou kunnen ingeroepen worden voor de rechtbank als het debet niet in der minne kon teruggevorderd worden (inhoudingen, terugbetaling) door de instelling die ten onrechte betaalde.

    Men verzoekt de instelling die de fout beging, als daarom gevraagd wordt, om vrijwillig tussen te komen om zo onnodige procedurekosten in verband met een gedwongen tussenkomst te vermijden.

    Top