Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

997/49 van 19 februari 2001 - Flux A301 - Begin en einde van de activiteit van de zelfstandige

    Ik deel u mee dat de Rijksdienst vanaf donderdag 1 maart 2001 langs elektronische weg de overdracht zal verzorgen van de gegevens betreffende het begin en de stopzetting van activiteiten in de hoedanigheid van zelfstandige. Conform de principes inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die gelden in het telematicanetwerk van de sociale zekerheid zal een kinderbijslaginstelling enkel de elektronische attesten ontvangen betreffende een betrokkene (rechthebbende, bijslagtrekkende, kind) wiens signaletiekgegevens (INSZ) opgenomen zijn in het personenrepertorium van de KSZ op de datum van de gebeurtenis (begin of einde van de activiteit als zelfstandige). Deze flux werd verwezenlijkt in samenwerking met het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

    Hierna vindt u de technische kenmerken van deze flux.

    1. DE ZONES EN HUN LEGENDE

    Het betreft een flux waarvan de structuur en de syntaxis gelijkaardig zijn aan die van de andere fluxen die tot op heden zijn ontwikkeld in samenwerking met de KSZ. Enkel de definitie van iedere specifieke zone wordt dus uiteengezet.

    Begindatum van de activiteit

    Dit is de effectieve begindatum van de activiteit als zelfstandige. De onderwerping aan het sociaal statuut begint op de eerste dag van het kwartaal waarin de activiteit als zelfstandige werd aangevat.

    De datum van ondertekening van een nieuwe aansluiting

    Dit is de datum waarop de aansluitingsverklaring werd ondertekend en is gekoppeld aan de begindatum van de activiteit als zelfstandige.

    Datum van stopzetting van de activiteit

    Dit is de effectieve datum van de stopzetting van de activiteit. De onderwerping aan het sociaal statuut eindigt op de laatste dag van het kwartaal waarin de activiteit als zelfstandige beëindigd werd. Indien deze zone is ingevuld, is het noodzakelijk dat de zone “begindatum van de activiteit” ook is ingevuld.

    Code van de bijdragereeks

    De tabel op blz. 6 van de technische bijlage duidt de bijdragereeks aan waaraan de zelfstandige is onderworpen en verstrekt zo uitleg over zijn statuut.

    Datum van de code van de bijdragereeks

    Deze zone is voorzien maar zal nog niet direct gebruikt worden.

    2. WERKING VAN DE FLUX

    Het RSVZ zal een wekelijkse verzending van attesten verzorgen. Er wordt een attest A301 afgeleverd in geval van aansluiting, heraansluiting, stopzetting van de activiteit of wijziging aangebracht aan een van deze gegevens. Wanneer het inschrijvingsnummer bij de sociale zekerheid (INSZ) bijvoorbeeld is gewijzigd, wordt eveneens een attest van het type A301 doorgestuurd.

    Enkel originele attesten, voorzien van een volgnummer, worden verstuurd. De laatst doorgestuurde situatie (zie volgnummer) geeft de correcte en huidige situatie weer. De wijzigingen hebben enkel betrekking op de laatste periode van aansluiting. Wijzigingen die betrekking zouden hebben op vroegere periodes van onderwerping dan de lopende leiden niet tot het versturen van een attest A301. Geen enkel attest wordt verstuurd in gevallen waar de wijziging betrekking heeft op een periode van onderwerping die sedert meer dan vijf jaar is afgesloten.

    Het RSVZ onderscheidt twee gevallen van schrapping, die naar hun uitwerking gelijkaardig zijn:

    • De schrapping van een aansluiting met terugwerkende kracht. In dit geval zijn de data vermeld in de zones “begin van de activiteit” en “einde van de activiteit” identiek. De zones “datum van ondertekening van een nieuwe aansluiting” en “code van de bijdragereeks” zijn niet ingevuld.
    • De schrapping wegens fout van een eerder doorgestuurd attest A301. In dit geval verschijnt 00000000 in de zones “begin van de activiteit”, “datum van ondertekening van een nieuwe aansluiting” en “einde van de activiteit”. De zone “code van de bijdragereeks” wordt niet ingevuld.

    De attesten A301 worden verstuurd voor de betrokkenen “rechthebbende”, “bijslagtrekkende” en “rechtgevend kind”, van wie het INSZ is opgenomen in het NRK of het RIO. De routering waarborgt de verzending van het attest A301 naar de instelling die een actief dossier heeft voor een van de mogelijke betrokkenen voor de periode in kwestie. In het geval dat verschillende fondsen een actief dossier hebben voor de periode in kwestie, wordt aan elke bedoelde instelling een attest gericht.

    Aangezien de uitoefening van een activiteit als zelfstandige tot gevolg kan hebben dat de signaletiekgegevens van de bewuste betrokkene (rechthebbende, kind, eventueel bijslagtrekkende) niet langer voorkomen in het NRK en bijgevolg in het personenrepertorium van de KSZ, wat leidt tot de stopzetting van de overdracht van de gegevens van de fluxen en de mutaties in verband ermee, kan het nuttig zijn dat de instellingen een “spoor” van de persoon bewaren via de on-line integratie door het RIO.  Dit lijkt eveneens verkiesbaar indien de betrokkene het statuut van gezinshoofd heeft (in de terminologie van het RR die nog niet is aangepast aan de laatste wetswijzigingen); het behoud van de integratie via het RIO heeft inderdaad tot gevolg dat iedere wijziging in de gezinssamenstelling van de betrokkene wel degelijk meegedeeld wordt aan de betrokken instelling.

    Net zoals voor de andere fluxen beschikken de dossierbeheerders over de mogelijkheid om de tabel met de ontvangen attesten te raadplegen (optie 4 voor de fondsen en 23 voor de diensten van de Rijksdienst in het algemeen menu). De attesten die de Rijksdienst ontving worden er een jaar bewaard.

    Het RSVZ voorzag ook het opmaken van een te raadplegen tabel met de attesten doorgestuurd naar de KSZ, ter beschikking gesteld aan de diverse sectoren die hiervan gebruiker zijn (L301). Deze toepassing, die de kinderbijslagsector overstijgt, is nog niet operationeel bij het RSVZ. Zodra dit het geval is wordt u hiervan ingelicht aan de hand van een omzendbrief.

    3. DIVERSEN

    Hierbij vindt u de technische bijlage (niet opgenomen).

    Iedere anomalie kan meegedeeld worden aan de Dienst Monitoring (telefoon: 02-237 23 35, fax: 02-237 23 09, e-mail: Monitoring.ctrl@famifed.be, of schriftelijk).

    Top