Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1986/12: - Weduwe die voldoet aan de voorwaarden van art. 56quater G.W. en die een beroepsactiviteit uitoefent die haar niet in staat stelt de forfaitaire kinderbijslag te krijgen. - Betaling bij verschil (art. 56quater - art. 51) of integrale betaling bij toepassing van art. 56quater?

    Een vrouw die twee kinderen heeft uit een eerste huwelijk, is weduwe na een tweede huwelijk.
    Ze heeft altijd haar kinderen grootgebracht.
    Ze trekt een overlevingspensioen en oefent een beroep uit waardoor ze tot nu toe de maandelijkse forfaitaire bijslag kon krijgen.

    Aangezien de weduwe haar arbeidsprestaties heeft beperkt zodat ze haar niet meer in staat stellen de maandelijkse forfaitaire kinderbijslag te krijgen, stelt het kinderbijslagfonds, dat haar kinderbijslag betaalde op grond van haar arbeid, aan de Rijksdienst de vraag welke van de twee volgende mogelijkheden toegepast moet worden:

    • ofwel betaling van het verschil tussen de kinderbijslag verschuldigd op grond van de beroepsactiviteit en de bijslag verschuldigd op grond van het overlevingspensioen
    • ofwel integrale betaling van de kinderbijslag op grond van het overlevingspensioen alleen, aangezien de weduwe aan alle voorwaarden van art. 56quater G.W. voldoet.

    Aangezien de administratieve rechtspraak altijd heeft aangenomen dat de bijslagtrekkende voor wie meer dan één recht ontstaat het recht mag kiezen dat voor hem het voordeligste is (Advies K.C. 132/6223 van 19 maart 1963), zijn wij van oordeel dat, wanneer het recht op forfaitaire kinderbijslag om een of andere reden niet meer kan worden toegekend, hier op grond van de beroepsactiviteit, en er enkel nog een recht op bijslag per dag bestaat, de betrokkene het voordeligste recht mag kiezen, dat in haar geval het recht is op grond van art. 56quater G.W.

    Bron: Juridische Studiën. Ref.: E6184/C24.

    Top