Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1987/18: - KB nr. 228 van 9 december 1983. - Inhouding op de kinderbijslag van dienstplichtige rechthebbenden.

    Tal van vragen zijn gesteld aangaande de toekenning van ingehouden kinderbijslag aan dienstplichtigen.

    1. Welk is de toestand van iemand die geen inkomen heeft en die derhalve geen bewijs over zijn inkomen kan leveren? Valt hij niet onder de categorie van de personen van wie het inkomen beneden de gestelde maximum grens blijft?
      Uit het KB nr 228 en uit art. 1, lid 1, 3°, van KB van 28 maart 1984 vloeit voort dat iemand die generlei loon ontvangt de toekenning kan vragen van de inhouding mits hij zich houdt aan de regels van KB van 28 maart 1984.
    2. Kan de term "loon" (gebruikt in art. 4 van het KB nr. 228) niet ruimer worden geïnterpreteerd? Kan de soldij van een dienstplichtige, wanneer die zijn enige bron van inkomsten uitmaakt, ermede gelijkgesteld worden?

    In de eerste plaats moet worden genoteerd dat art. 4 van KB nr. 228 enkel rekening houdt met het "loon" van de rechthebbende. Andere inkomsten worden dus niet in aanmerking genomen om tot de toekenning of de weigering van de ingehouden bijslag te beslissen.

    Vervolgens moet worden uitgemaakt of de soldij van een dienstplichtige al dan niet een loon is.

    • Zo men ze als een loon beschouwt, dient te worden nagegaan of ze al dan niet hoger ligt dan 33.348fr. per maand. Wanneer ze dit bedrag niet te boven gaat dan kan de dienstplichtige de toekenning van de inhouding vragen (in de voorwaarden van KB van 28 maart 1984).
    • Wanneer men ze niet als een loon aanvaardt, dan kan de dienstplichtige de ingehouden bijslag vragen aangezien hij over geen andere beroepsinkomsten beschikt. Hoe dan ook, het is weinig waarschijnlijk dat de maandelijkse soldij meer dan 33.348fr. bedraagt.

    De dienstplichtige kan dus in de beide onderstellingen de toekenning van de ingehouden bijslag, waaraan hij zich niet kan onttrekken, vragen (hij komt immers niet voor bij de uitzonderingen van art. 2 van KB nr. 228).

    Bron: Juridische Studiën. Ref.: E7153/Div. 777.

    Top