Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1988/7: - Art. 120 G.W. - Stuiting van de verjaring.

    De vraag is gerezen of de voor het bijwerken van de dossiers bestemde periodieke vragenlijsten tot gevolg kunnen hebben de bij art. 120 G.W., bedoelde verjaring te stuiten terwijl daarbij een onderscheid wordt gemaakt naargelang het formulieren betreft die ingevuld zijn door de persoon die de kinderbijslag aanvraagt of formulieren die door derden aan de instelling voor uitkering van kinderbijslag worden teruggezonden zonder tussenkomst van de aanvrager.

    Luidens art. 120, 3de lid, volstaan. om de verjaring te onderbreken "een gewone vraag of klacht, ingediend door een ter post aangetekend schrijven". Zoals de Commissie van Advies inzake Betwiste Zaken het in haar advies KC.132/6171 (Notulen van 12 februari 1963) onderstreept, behoudt de vraag of klacht die niet aangetekend is verzonden haar waarde als stuitingshandeling, indien de datum ervan niet wordt betwist of indien hij, ingeval van betwisting, kan bewezen worden.

    Bijgevolg moet worden aangenomen dat de verjaring gestuit wordt door het periodieke formulier gericht aan de aanvrager van de kinderbijslag of aan de persoon die het kind opvoedt en teruggezonden aan de instelling die de kinderbijslag uitkeert, zodra het erop wijst dat het de bedoeling is van de persoon die het terugzendt een recht te vrijwaren of een feit te melden dat enig gevolg heeft voor de behandeling van zijn dossier.

    Het is dan ook van belang elk concreet geval aandachtig te onderzoeken en het is al gebeurd dat wij in een of ander vrij bijzonder geval ertoe genoodzaakt waren niet aan te nemen dat de verjaring gestuit werd door de bestaande periodieke formulieren (overschreden verjaringstermijnen als gevolg van het niet hernieuwen van de formulieren, formulieren die niet de gegevens bevatten aan de hand waarvan het recht tegen het a posteriori gevraagde bedrag kan worden vastgesteld).

    In verband met de verzending van periodieke formulieren door een derde moet eveneens, geval per geval, het document worden onderzocht om in het licht van de punten 8 en 9 van voormeld advies KC.132/6171 te bepalen of de derde die het document verzonden heeft bevoegd is om te handelen in de plaats van de aanvrager en of de medegedeelde gegevens van die aard zijn dat zij een vraag of klacht vormen waardoor de verjaring wordt gestuit.

    Bron: Juridische Studien. Ref.: E853/Contr.

    Top