Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1990/17: - Aanvangsdatum van de wachttijd als werkzoekende ingeval van een verbroken leerovereenkomst.

    Een kind dat verbonden was door een leerovereenkomst verbreekt op 12 januari 1990 deze leerovereenkomst maar blijft de lessen volgen en volgens het leersecretariaat komt hij nog in aanmerking voor een nieuw leerkontrakt.
    Op 18 maart 1990 wijzigt hij zijn standpunt en laat zich inschrijven als werkzoekende bij toepassing van art. 124.
    Neemt in dergelijk geval de wachttijd vanaf 18 maart 1990 een aanvang, vermits het kind tijdens de periode 12 januari 1990 tot 17 maart 1990 voldeed aan de vereisten om kinderbijslag te genieten conform art. 62, §2 G.W.?

    Voor zover het kind de voorwaarden vervuld heeft om als werkzoekende bij toepassing van art. 62, §6 G.W. aanspraak te maken op kinderbijslag, neemt de periode van 180 dagen een aanvang op de dag na de werkelijke datum waarop aan een leertijd een einde werd gesteld en dit rekening houdend met de bepalingen voorzien in het KB van 12 augustus 1985 tot uitvoering van art. 62, §6 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.
    De toekenning van kinderbijslag aan werkzoekende jongeren moet worden aanzien als het normale verlengstuk van het recht op kinderbijslag van kinderen tijdens o.a. hun studies of leertijd (cfr. MO 445 van 18 september 1986 en informatienota 1987/29).

    Belet op art. 1, 2° laatste alinea van KB van 6 maart 1979, koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst zoals aangevuld door het KB van 24 juni 1987, art. 1 (B.S. van 10 juli 1987) wordt de kinderbijslag nog toegekend, voor een periode van ten hoogste drie maand volgend op de datum van de verbreking van de leerovereenkomst of -verbintenis, op voorwaarde o.m. dat het de leergangen van de basisopleiding in de leertijd blijft volgen en niet uitgesloten is van het voordeel van een latere erkenning.
    Het recht op kinderbijslag overeenkomstig art. 62, §2 G.W. na de verbreking van de leerovereenkomst is dus afhankelijk van een aantal voorwaarden.
    Het zou dan ook niet opportuun zijn om de aanvangsdatum van het recht op kinderbijslag als werkzoekende te verschuiven na de datum van de verbreking van de leerovereenkomst naargelang het geval.
    Voor de studenten is het trouwens ook zo dat er tijdens een aantal vakantiemaanden een dubbele hoedanigheid van rechtgevende bestaat.
    Als aanvangsdatum moet dan ook de dag na de werkelijke datum van de verbreking van de leerovereenkomst worden weerhouden, vermits het kind zich op deze datum reeds als werkzoekende kon laten inschrijven.

    Top