Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1991/12: Toepassing art. 69 G.W. - Betaling te goeder trouw.

    Er stellen zich problemen wat betreft de toepassing van de CO 712 en de informatienota 1986/50 wanneer de echte bijslagtrekkende samenwoont met een rechthebbende welke een recht opent in het buitenland.
    De vraag is hier of eveneens CO 712 moet worden toegepast?

    Antwoord van de directie "Internationale Overeenkomsten" dd. 24 oktober 1990. Ref.: Gg 01170/Div. (uittreksel)

    Wij gaan er van uit dat het recht op gezinsbijslag dat geopend wordt in het buitenland uit hoofde van de rechthebbende die met de "echte" bijslagtrekkende samenwoont, een voorrangsrecht is in het kader van de Europese Verordeningen of andere internationale overeenkomsten.
    In die omstandigheden zijn wij van oordeel dat het aanhouden van de theorie van "de goede trouw" en de toepassing van de CO 712 zal leiden tot dubbele betaling, temeer daar in sommige buitenlandse regelingen de bijslag aan de rechthebbende zelf dient uitbetaald te worden.
    Dit is in tegenspraak met de doelstellingen van de Verordeningen en de internationale verdragen, die op het vlak van de gezinsbijslag elke cumulatie in hoofde van eenzelfde kind willen vermijden.

    Waar de rechthebbende in het buitenland dus steeds zijn rechten kan laten gelden dient bij het cumulatieonderzoek vastgesteld dat de "valse" rechthebbende ten onrechte de Belgische bijslag werd toegekend.
    Naast verrekening tussen de bevoegde instellingen, waarbij zich moeilijkheden kunnen stellen wegens het verschil van bijslagtrekkende en verschillende verjaringstermijnen, dient tevens recuperatie plaats te vinden bij de betrokken "vermeende bijslagtrekkende".

    Top