Kruimelpad
Informatienota 1992/10: - Kraamgeld en kinderbijslag voor een in het buitenland geadopteerd kind. - De adoptieprocedure wordt in België overgedaan en de buitenlandse akte wordt niet in de registers van de burgerlijke stand ingeschreven.
Tekst
De Heer en Mevrouw X hebben de minderjarige Y (1 november 1990) van Roemeense nationaliteit ten volle geadopteerd, en dit bij vonnis uitgesproken door de Departementele Rechtbank te IASI in ROEMENIE op datum van 15 mei 1991.
Overeenkomstig de Roemeense wetgeving terzake werd de geboorteakte m.b.t. de geboorteplaats van het geadopteerde kind aangepast teneinde de volle adoptie volledige uitwerking te laten hebben : deze geboorteakte werd door de Belgische ambassade "authentiek en echt" verklaard.
Op 8 januari 1992 werd voor een Belgisch notaris een adoptieakte verleden, teneinde ook naar Belgisch recht een volle adoptie te bewerkstelligen.
De adoptanten dienden een aanvraag tot het bekomen van kraamgeld en kinderbijslag in op basis van de adoptie, in ROEMENIE verworven.
De vraag is of er recht op kraamgeld en kinderbijslag is voor een in het buitenland geadopteerd kind.
Antwoord van de Directie der Juridische Studiën dd. 1 april 1992. Ref.: E2132/Contr.G.P./HB. (uittreksel)
In rechte wordt de in het buitenland verkregen adoptie "van rechtswege erkend, indien bij haar totstandkoming was voldaan aan de voorwaarden die de adoptie in BELGIE mogelijk zouden hebben gemaakt of indien elk der partijen aan de voorwaarden van zijn persoonlijk statuut voldoet" (art. 344bis B.W.)
De enige voorwaarden waaronder een in het buitenland gewezen vonnis inzake adoptieve afstamming in BELGIE erkend kan worden, zijn tot twee herleid:
- de adoptie mag niet strijdig zijn met de Belgische openbare orde
- de uitgifte ervan moet voldoen aan de voorwaarden gesteld voor haar authenticiteit (art. 344bis, 2de lid B.W.).
Na onderzoek van het voorliggende Roemeense vonnis zijn wij van oordeel dat het voldoet aan vermelde voorwaarden en dat het dus zonder verdere formaliteiten in BELGIE rechtsgevolgen kan sorteren.
Inderdaad moet erop gewezen worden dat de "overschrijving" van buitenlandse adoptievonnissen in de (Belgische) registers van de burgerlijke stand niet vereist is. Alhoewel dit vormvereiste substantieel is voor de totstandkoming van de volle adoptie naar Belgisch positief recht, geldt het niet voor buitenlandse adopties. Niets verbiedt trouwens de adoptanten deze formaliteit om zuiver administratieve redenen toch te verrichten, die -het weze herhaald- niet noodzakelijk is voor de erkenning van het vonnis (cfr. L'adoption internationale en droit belge, Bruylant, Bruxelles, 1991, p. 118SQQ).
Samenvattend betekent dit alles dat het recht op kraamgeld en kinderbijslag toegekend kunnen worden, aangezien aldus voldaan is aan de vereisten van art. 73bis G.W. voor het kraamgeld en art. 51, §3, 2° G.W. voor de kinderbijslag.
Het feit dat de betrokken ambtenaar van de burgerlijke stand het adoptiekind als dusdanig weigert in te schrijven, omdat de originele geboorteakte niet kan voorgelegd worden, doet niets ter zake. In diverse landen geeft de volle adoptie van een ingezetene door een buitenlander immers aanleiding tot de vernietiging van de oorspronkelijke geboorteakte en de redactie van een nieuwe akte, waarop slechts de adoptieve afstamming van het kind vermeld wordt. Bovendien is in de adoptieakte expliciet melding gemaakt van de oorspronkelijke geboorteakte met verwijzing naar de plaatselijke bevolkingsregisters te IASI in ROEMENIE, waardoor eventueel een vonnis in BELGIE kan bekomen worden tot vervanging van de oorspronkelijke geboorteakte (cfr. L'adoption internationale etc., p. 122).
Ook het feit dat de "adoptanten" hier in BELGIE een nieuwe procedure gestart zijn, doet ons inziens niets af aan de validiteit van het Roemeense adoptievonnis.
Conclusie moet in casu het volgende gesteld worden:
- overwegende dat het betrokken kind geboren is op 1 november 1990
- overwegende dat het Roemeense adoptievonnis verleden werd op 15 mei 1991, hetzij binnen het jaar volgend op de geboorte
- overwegende dat het genoemde vonnis naar Belgisch recht erkend kan worden
- dat aldus voldaan is aan het vereiste van art. 73bis, en dat op basis van dit vonnis kraamgeld toegekend kan worden, en dat eveneens voldaan is aan de voorwaarden van art. 51, §3, 2° G.W. wat het recht op kinderbijslag betreft.