Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Informatienota 1992/9: - Bevoegdheid om kinderbijslag te verlenen. - Toepassing van art. 64 G.W.

    Een concubant zonder beroepsactiviteit komt op 10 december 1990 in een gezin, bestaande uit een moeder en haar kind.

    Het recht op kinderbijslag voor het kind werd tot dan geopend uit hoofde van de wettelijke vader buiten het gezin.

    Op 16 januari 1991 vangt de concubant een loontrekkende activiteit aan. De concubant verlaat het gezin op 15 maart 1991.

    De vraag is nu of het recht op kinderbijslag behouden blijft hoofdens de wettelijke vader buiten het gezin dan wel of -en eventueel vanaf wanneer- de concubant dit recht kan openen.

    Antwoord van de Directie der Juridische Studiën dd. 17 februari 1992. Ref.: E268/Contr./GP/HB.

    Vooraf weze opgemerkt dat het hier in geen geval een probleem van samenloop betreft. Inderdaad kan er enkel van samenloop sprake zijn, wanneer er minstens twee verschillende rechthebbenden zijn, waarvan er minstens één tot de werknemers- en minstens één tot de zelfstandigenregeling behoort.

    Aangezien in casu de concubant geen rechthebbende was op kinderbijslag voor (eigen of andere) kinderen én aangezien hij bij zijn aankomst in het gezin geen beroepsactiviteit uitoefende, vestigt hij een nieuw recht op kinderbijslag hoofdens zichzelf vanaf de aanvang van een loontrekkende activiteit op 16 januari 1991. Hij wordt dan prioritaire rechthebbende.

    De referentiemaand ingeval van een nieuw recht is de maand van het kwartaal waarin het recht is ontstaan, zijnde dus i.c. januari 1991

    Het nieuwe recht geldt voor de rest van het kwartaal waarin het ontstaan is (met inbegrip van de maand van vestiging van recht) en voor het hele daaropvolgende kwartaal. Ten gevolge de bepalingen van de CO 1225 heeft elke verandering van voorrangsgerechtigde rechthebbende in de loop van een kwartaal, zoals in dit geval op 16 januari, uitwerking op de eerste dag van het daaropvolgende kwartaal.

    Opdat de verandering van rechthebbende echter effectief uitwerking zou hebben, moet de voorrang nog werkelijk bestaan op de eerste dag van het kwartaal dat volgt, dwz op het ogenblik dat de voorrang in principe zou moeten ingaan (CO 1225, p. I.27, a, 2).

    In onderhavig geval nu verlaat de concubant het gezin op 15 maart 1991, dus nog vóór deze voorrang effectief zou moeten ingaan, en kan het nieuwe recht bijgevolg geen effect sorteren.

    Dit alles impliceert dat in hoofde van de wettelijke vader buiten het gezin het (voortgezet) recht op kinderbijslag blijft behouden.

    Top