Kruimelpad
CO 1123 van 28 februari 1984 - KB van 5 december 1983 tot wijziging van KB van 19 augustus 1969 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat een stage maakt om in een ambt te kunnen worden benoemd
Tekst
Artikel 62 van de Algemene kinderbijslagwet
Wij hebben de eer U de onderrichtingen te verstrekken in verband met de wijzigingen die het koninklijk besluit van 5 december 1983 heeft aangebracht in het koninklijk besluit van 19 augustus 1969 (...).
Het koninklijk besluit van 5 december 1983 heeft artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1969 aangevuld met een derde lid.
Deze nieuwe bepaling schrijft voor dat vanaf 1 oktober 1983 het genot van een sociale uitkering ingevolge een Belgische of buitenlandse regeling betreffende ziekte, invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen of beroepsziekten tijdens de bij artikel 2 van het besluit bedoeld stageperiode, (...), geen beletsel voor die toekenning is indien genoemde sociale uitkering voortvloeit uit een toegelaten winstgevende activiteit.
Onder toegelaten winstgevende activiteit moet worden verstaan een winstgevende activiteit van minder dan tachtig uren per kalendermaand, daarbij in aanmerking nemend dat elk uur les gegeven in een onderwijsinrichting dubbel wordt aangerekend.
Daaruit volgt dat een sociale uitkering die niet voortvloeit uit een toegelaten winstgevende activiteit een beletsel voor de toekenning van de kinderbijslag vormt.