CO 338 van 8 juli 1948 - Gezinsvergoedingen voor loontrekkende arbeiders - Art. 52, al. 1 Wet van 4 augustus 1930 - Kinderen in het buitenland opgevoed - Verplaatste personen tewerkgesteld in de kolenmijnen

    Deze afwijking wordt beperkt tot de periode van drie maand of negentig dagen die de aankomst in België voorafgaat van de kinderen van de verplaatste personen die in de kolenmijnen werken en wordt slechts verleend op voorwaarde dat er in rechte een beletsel bestond tegen de aankomst in België van de kinderen gedurende deze periode van drie maand of negentig dagen. Door "beletsel in rechte" dient verstaan te worden dit hetwelk voortspruit uit de bepalingen van de aanwervingsovereenkomst.

    Top