Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 312 van 14 januari 1975 - Addendum van 20 februari 1997 - Erratum van 7 maart 1997 - Kinderbijslag voor werknemers door hun werkgever naar het buitenland gezonden - Vervanging van de omzendbrief nr. 191 van 22 maart 1963

    1. Ik vestig er uw aandacht op dat een werknemer die door een onderneming waaraan hij normaal verbonden is, gedetacheerd wordt op het grondgebied van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen, ten einde aldaar voor haar rekening arbeid te verrichten, mits de te verwachten duur van die arbeid niet meer dan twaalf maanden bedraagt en hij niet wordt uitgezonden ter vervanging van een andere werknemer, wiens detachering beëindigd is, onderworpen blijft aan de wetgeving van het land waar de onderneming die hem detacheert gevestigd is, overeenkomstig artikel 14, 1°, a, i van Verordening 1408/71. Deze oorspronkelijke tijdsduur kan ingeval van onvoorziene omstandigheden worden verlengd met een nieuwe duur van 12 maanden (artikel 14, 1°, a, ii1 , van Verordening 1408/71).

    Ook bij toepassing van artikel 17 van Verordening 1408/71 kan een werknemer te werk gesteld buiten het Belgische grondgebied onderworpen blijven aan de Belgische sociale zekerheid.

    Artikel 17 van die verordening voorziet in de mogelijkheid om af te wijken van de maximale duur van de detachering zoals die voorzien is in artikel 14, 1 van de voormelde verordening, (namelijk 12 maanden in uitvoering van artikel 14, 1, a en 12 bijkomende maanden in uitvoering van artikel 14, 1, b).

    De afwijking voorzien in artikel 17 van de EG-Verordening nr. 1408/71 kan worden toegekend voor een maximale periode van 5 jaar, met daarin begrepen de periodes die eventueel toegekend zijn in toepassing van artikel 14, 1 a en b van die verordening.

    Tijdens die periode kan de werknemer die tewerkgesteld is buiten het Belgische territorium, onderworpen blijven aan de Belgische Sociale Zekerheid en zo recht hebben op gezinsbijslag (voor zover dat de andere toekenningsvoorwaarden vervuld zijn).

    Voorbeeld: Een Belgische werknemer is gedetacheerd in Frankrijk voor een periode van één jaar. Die periode wordt hernieuwd voor één jaar. Een nieuwe periode van drie jaar kan hem eventueel worden toegekend bij toepassing van artikel 17 van de Verordening. In dit geval kan de gezinsbijslag hem worden toegekend.

    In deze gevallen bestaat recht op kinderbijslag krachtens artikel 73 van Verordening 1408/71, waar ook, binnen de Europese Gemeenschappen2 de gezinsleden van de gedetacheerde zich bevinden.

    2. Ingeval een werknemer gedetacheerd wordt in een land waarmede België een overeenkomst inzake sociale zekerheid heeft gesloten en dat geen deel uitmaakt van de Europese Gemeenschappen3 , zal insgelijks rekening gehouden worden met de bepalingen van de overeenkomst betreffende de gedetacheerde werknemers. Concreet betekent dit dat voor de in dat verdrag opgegeven beperkte duur de werknemer onderworpen blijft aan de Belgische wetgeving betreffende de sociale zekerheid.

    Bovendien kan bij toepassing van deze overeenkomst de werknemer onderworpen blijven aan de Belgische wetgeving ingevolge een akkoord, bij gemeen overleg vastgesteld tussen de bevoegde autoriteiten.

    Ik deel U mede dat op advies van de Commissie van advies inzake betwiste zaken, binnen die perken van onderwerping, de beperking luidens de welke de kinderen in België moeten worden opgevoed is opgeheven voor de gezinsleden die de voornoemde werknemer vergezellen naar het land van detachering of voor de tijdens deze periode van detachering in dat gezin geboren kinderen.

    3. Ingeval een werknemer gedetacheerd wordt in een land waarmede geen overeenkomst is gesloten, is de duur van de detachering beperkt tot zes maanden en eventueel verlengbaar met een nieuwe periode van zes maanden, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 april 1965 genomen ter uitvoering van artikel 13 van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, waarnaar verwezen wordt in artikel 3 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ; gedurende die periode blijft de gedetacheerde onderworpen aan de Belgische wetgeving.

    Ook in dit geval is de beperking luidens dewelke de kinderen in België moeten worden opgevoed, opgeheven, voor de gezinsleden die de werknemer vergezellen naar het land van detachering, of voor de tijdens deze periode van detachering in dit gezin geboren kinderen.

    4. Wanneer de gedetacheerde werknemer de Belgische nationaliteit bezit, bestaat er aanleiding toe, desgevallend, eveneens kraamgeld toe te kennen, in alle hierboven vermelde gevallen waarvoor recht bestaat op kinderbijslag.

    • 1Lezen "Europese Economische Ruimte".
    • 2Lezen artikel 14, 1, a).
    • 3Lezen artikel 14, 1, b).
    Top