Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 435 van 19 november 1984 - Toekenning van de kinderbijslag ten behoeve van het kind dat een stage maakt om in een ambt te worden benoemd - Toepassing van Art. 62, §4 van de SWKW

    Artikel 62, § 4 Artikel 62, § 4 lezen als artikel 62, § 3, ingevolge artikel 51 van de Wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen. bepaalt inzonderheid dat, onder de door de Koning bepaalde voorwaarden, kinderbijslag wordt verleend tot 25 jaar ten behoeve van het kind dat een stage doorloopt om in een ambt te kunnen worden benoemd. Het koninklijk besluit van 19 augustus 1969 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat een stage maakt om in een ambt te kunnen worden benoemd vermeldt uitdrukkelijk dat het om een stage gaat, welke een voorwaarde is om in een openbaar ambt te worden benoemd.

    Door openbaar ambt dient te worden verstaan een ambt waarbij een burger op een permanente wijze aan de uitoefening van de openbare macht deelneemt.

    Bovendien zal voor de toepassing van de bovenbedoelde bepalingen, de stage, ofwel de voorwaarde kunnen zijn, die rechtstreeks vereist is voor de benoeming in een openbaar ambt, zoals dit het geval is voor de stage van kandidaat-gerechtsdeurwaarders en kandidaat-notarissen ofwel louter een aanleiding kunnen geven om in een openbaar ambt te worden benoemd, zoals die het geval is voor de stage van de kandidaat-meetkundige schatters van onroerende goederen, aldus bepaald door het Arbeidshof van Gent in zijn arrest van 22 april 1982, 6° Kamer; deze laatst genoemde stage is inderdaad een voorafgaandelijke voorwaarde om een diploma te verwerven, hetgeen zelf vereist is om eventueel meetkundig schatter van onroerende goederen van het kadaster te worden.

    Onderhavige omzendbrief die het advies van de vroegere Commissie voor Betwiste Zaken KC 132/6605 van 9 november 1971 en de omzendbrief van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, nr. 909 van 5 april 1972, opheft, moet binnen de perken van de verjaring toegepast worden. Deze omzendbrief heeft evenwel geen ambtshalve herziening van de reeds behandelde dossiers tot gevolg.

    Top